Van Begin tot Einde
Van Scheppping tot Wederkomst
De schepping van de mens
De zesde dag
"En God zeide: Laat ONS mensen maken naar ONS beeld, naar ONZE gelijkenis.,..,
En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld God's schiep Hij hem; man
en vrouw schiep Hij ze. En God zegende hen en God zeide tot hen: 'Weest
vruchtbaar, en vermenigvuldigt, en vervult de aarde, en onderwerpt haar. En God
zag al wat Hij gemaakt had, en ziet, het was zeer goed. Toen was het avond
geweest, en het was morgen geweest, de zesde dag" (Gen.1:26-31).
Daar stond nu de mens - God's creatie, "geformeerd uit het stof der aarde"
(Gen.2:7). Een korte maar veelzeggende informatie. Hoe en wat is nu dan toch die
mens? Willen wij hierop het antwoord (kunnen) geven, dan moeten wij de Bijbel
verder raadplegen, want in de Bijbel zien wij hoe de mens staat tegenover al het
andere in God's schepping. Heel veel ging aan de schepping van de mens vooraf.
Al dit kan worden beschouwd als de "inleiding", als het "voorspel". En alles wat
hiertoe kan worden gerekend werd door God op een heel andere manier geschapen
dan de mens.
Alles wat tevoren geschapen werd, kwam er vanwege dat machtswoord: "ER Zij."
Hiermede werd alles tot aanzijn geroepen. Maar, hoe wonderlijk ook, toch mist al
dat geschapene de bewuste kennis. Zij kennen hun Schepper niet. En hier ligt nu
het fundamentele verschil. Met de mens is het heel anders. Zoals gezegd, hij
werd ook op een heel andere manier geschapen.
De opdracht
God heeft beraad gehouden met de Tweede en de Derde Persoon in de Godheid. Zij
zijn er bij betrokken en ten nauwste! En aan deze geschapen mens "in wiens
neusgaten God de adem Zijns levens blies, waardoor de mens een levende ziel
werd" (Gen.2:7) gaf God een opdracht... "om te heersen over al het geschapene,
over de ganse aarde!"
Met die andere opdracht: om zich te vermenigvuldigen en de aarde te
vervullen, nu ook deze, met nog groter verantwoordelijkheid! Naast deze hoorde
de mens God's gebiedende: "Gij ZULT... en Gij ZULT NIET!"
Wij kennen dus niet alleen zijn "oorsprong" en de hem van Godswege gegeven
opdracht en gebod, maar, willen wij zijn bestemming begrijpen, dan moeten wij op
een ander vlak gaan staan; want deze kan alleen begrepen varen, als wij de mens
zien in zijn betrekking met God. Het is God, Die hem bij zijn naam roept, en
Die hem op Golgotha het grootste en liefst dat Hij heeft, offert en niet rust
tot Hij hem uit zijn vreemdelingschap en zijn verdwazing, uit zijn, innerlijke
angst en schuld heeft verlost, om hem straks bij Zich thuis te halen, in Zijn
eeuwigdurende rust en vrede.
Een getuigenis
Een zeeman uit de eerste wereldoorlog schreef eens naar huis: "als jullie
vernemen, dat ik gesneuveld ben, huil dan niet. Bedenk alleen maar, dat ook de
diepste oceaan, waarin mijn lichaam stervend zal wegzinken, slechts een beetje
water is in de Hand van Jezus, mijn Heiland". Deze mens wist hoe afschuwelijk
het is te moeten verdrinken in peilloze diepten van kolkende wereldzeeën. Maar,
hij heeft ook geweten, wat dat zinken hem zou brengen, en dat God's liefdevolle
handen hem zouden opvangen, geprezen zij de Naam des Heren! Het is waar dat ook
dat donkere, verzwelgende element niet staat buiten het gebied, waarover God's
Hand regeert!
Het huwelijk ingesteld
Zo is dan overal ons leven bepaald door Hem. ‘s Mens levensadem werd
"ingeblazen", opdat hij leven zou. God is altijd en in alles groter dan ons
geloof, omdat Zijn levensadem sterker is dan al het stof der aarde. Met deze
onbetwistbare zekerheid kunnen wij leven. Dit diep in onze ziel te weten, doet
ons verstaan wat God in onze nood schenkt. Geleid door Hem, en vervuld van Zijn
Geest, moet ons leven slagen. Halleluja!!
God schiep ze: man en vrouw schiep Hij ze (Gen.1:27). Een alles zeggende
handeling! In Zijn alwijsheid had God gezegd: "Het is niet goed, dat de mens
alleen zij; Ik zal hem een hulpe maken, die, als tegen hem over zij"
(Gen.2:218). En hiermede heeft God voor tijd en voor altijd "zin en orde der
geslachten" vastgesteld. En toen Hij dat gedaan had, was het diezelfde God, Die
"Eva tot Adam bracht" (Gen. 2:22). Met deze, door zo weinigen begrepen handeling
heeft God het beiden mogelijk gemaakt, om Zijn eerste opdracht uit te voeren
(Gen. 1:28), God had hen daartoe immers Zijn onmisbare zegen geschonken!!
God heeft dus "het aardse huwelijk" ingesteld, waardoor Adam kon uitroepen wat
wij geschreven vinden in Gen,2:23, "Deze is ditmaal been van mijn been, en vlees
van mijn vlees." Voor altijd was door een Alwijze God de manier van
het-zich-vemenigvuldigene-in-een huwelijk hier op aarde aangegeven, vastgesteld,
… "en zij zullen tot een vlees zijn" (Gen.2:24b). Voorwaar, voorwaar! daar is
geen andere manier om in een aards huwelijk leven te verwekken, dan in en door
de huwelijksgemeenschap van de betrokken man en zijn vrouw. Aardse zaken worden
op aardse wijze afgewikkeld, niemand weet het beter dan God, Amen.
Hoe kunnen wij gelukkig worden?
God schiep ze man en vrouw. Het gaat hier om heel wat meer dan wij denken en
veronderstellen. Dit onderscheid der geslachten, door de Schepper Zelf in, het
leven geroepen, raakt aan de diepste levensgeheimen. Een niet te verwaarlozen
factor: noch op geestelijk gebied, noch op lichamelijk, stoffelijk terrein. Het
is daarom van zeer groot belang, dat vooral Christenen zich voor ogen stellen
van welk een verstrekkende betekenis het is, en hoe groot de consequenties zijn,
waar wij in de Bijbel niet eerst lezen van de schepping van de mens in algemene
zin, en daarna pas van het onderscheid der geslachten. Van het eerste ogenblik
af gaat het over de geschapen mens in het raam van de geslachtelijke
"hoedanigheid"!
Het geheim der geslachten
Het verdient in dit bestek aanbeveling om eens dieper na te denken over dit
"geheim der geslachten", om zodoende "misvattingen" in onze gedachtenwereld te
voorkomen. Daar heerst in dit opzicht, ook onder Christenen, toch al genoeg
verwarring en overgeestelijkheid. Dit moeten wij onszelven allereerst bekennen:
behalve honger en dorst en de begeerte tot zelfbehoud, is er niets in ons leven,
dat ons zo zeer vervult en voortdrijft, zodat lijden of genieten als juist dit
mysterie van geslachtigheid.
Het "grondgeheim" van ons leven komt tot openbaring in de grondvraag: "Hoe
kunnen wij gelukkig worden en bevrediging vinden?" deze levensbeschouwing , die
ons allen als het ware in het bloed zit, vindt haar oplossing in de conclusie
van de Schepper: "Het is niet goed, dat de mens alleen zij" (Gen.2:18). Op grond
van dit geslachtelijk scheppingsfeit, “hunkert een man naar zijn hulpe en gaat
de begeerte van de vrouw uit naar de man" (Gen.3:16 c). De vraag is dus verre
van verontrustend: "Wat gebeurt er feitelijk, als twee mensen van elkaar (gaan)
houden?"
Verandert het leven van de een van richting, omdat er een ander opdoemt aan de
horizon van dat leven?? Heeft er een soort "gemoeds-verandering" plaats??Meer
persoonlijk nu: Krijgt mijn persoonlijkheid (wanneer mij zoiets overkomt) dan
een heel ander karakter, of is het zo, dat dan pas in feite mijn eigenlijke
wezen te voorschijn komt (naar buiten treedt)??
Wij hebben de vrije keuze
Ons menselijk leven biedt zulk een overvloed van mogelijkheden tot liefhebben en
dienen, zoveel kansen om met anderen op te trekken en iets voor hen te zijn, te
betekenen, dat ook ieder mens (mét of zonder levenspartner) de kans krijgt om
gelukkig te worden en bevrediging te vinden door zich te wijden aan zijn/haar
naaste(n), doch op Bijbelse grondslag.
Wordt zoiets niet gedaan, dan ontstaan vele en velerlei "misvormingen" in de verhoudingen, die niet oorbaar en niet stichtend zijn. Elk huwelijk, waarop dit Schriftgedeelte doelt (Gen.2:22-24) kunnen wij beschouwen als een door God gewild beeld van wederzijdse liefde. Liefde, die wij alsdan in ons huwelijksleven moeten bewijzen.
Zo zijn er dingen in ons leven, en daartoe behoort ook de volle ontplooiing van
onze eigen persoonlijkheid in ons huwelijksleven, die niet regelrecht liggen
onder het bereik van onze eigen wil.
Zij komen als vanzelf - zij volgen op en vergezellen wederzijdse liefde in elk
eerlijk huwelijlk.
Wie zichzelf zoekt, komt altijd bedrogen uit! Alleen hij/zij die liefheeft en dient, vindt de ware betekenis en volheid van zijn huwelijksleven en omgekeerd. En het is dit in het licht van de Bijbel, dat zo duidelijk en sterk naar voren komt in Ge.2:25.
Jezus heeft al onze aandacht
gevraagd voor het volgende: "Zoekt eerst het Koninkrijk God's en zijn
gerechtigheid, en AL DEZE DINGEN zullen u toegeworpen worden" (Matt.6:33). Wat
heeft Hij hiermee willen zeggen? Wat is de ware betekenis?? Wie het inderdaad
ernstig om God te doen is, en in de eerste plaats om Hem en Zijn supreme wil,
die krijgt daarbij ook al het andere van Hem geschonken.
's Levens overvloed
Hij overlaadt zo iemand dan met 's levens overvloed. Halleluja! Het is nog
altijd zo en Bijbels: wie onbaatzuchtig zijn/haar levensopdracht vervult, … wie
geen acht slaat op eigen schade of verlies, wie degene, die God hem/haar doet
ontmoeten helpend en bovenal liefhebbend tegemoet treedt, die ontvangt vreugde
en vrede en rust ... zaken, die innerlijk te genieten zijn, en die hij/zij nooit
zou hebben gevonden, als ze in egoïstisch begeren zou zijn gezocht!!
Jezus heeft ook gezegd: "Wie zijn leven zal willen behouden, die zal hetzelve
verliezen; maar zo wie zijn leven zal verliezen, om Mijnentwil, en OM DES
EVANGELIES WIL, die zal hetzelve behouden". (Mark. 8:35). Heeft niet alles wat
God heeft willen bedoelen met "Eva te brengen tot Adam" en alles wat Hij heeft
willen inbrengen in het huwelijksleven als wederzijdse opdracht te maken met
"het blijde, vreugdevolle nieuws"!?
Met wat wij mogen verstaan als "Evangelie"!?! Met de onweerlegbare waarheid, dat
Hijzelf IN Zijn woorden is te vinden en ook ACHTER Zijn woorden staat!! God
schenkt ons altijd in Christus het grootste en schoonste als "EXTRA", als - wij
zullen het in dit verband maar zo schrijven - "toegift".
Dit dienen wij vooral in ons huwelijk en huwelijksleven goed te begrijpen.
Daarom geloven wij, dat wij elke dag met Hem moeten beginnen en elke nacht met
Hem moeten ingaan... Want wat het belangrijkste is, moet ook het zwaarste wegen,
en behoort dus aan de spits te staan van onze dagelijkse bezigheden -- in welke
vorm of gedaante ook, en waar en/of wanneer ook gevraagd. Dat dus het hoogste in
ons leven niet moet worden gezocht, maar dat het ons wordt gegeven..
Zij is mijn ander ik
Duidelijk komt deze waarheid naar voren in God"s steekhoudende opdracht, vervat
in het begin van Gen.1:28. Met dat: "Weest vruchtbaar en vermenigvuldigt U", "
valt de belangstelling voor ons-eigen-ik volkomen weg. Een ander wordt
onherroepelijk daarbij betrokken. Wat leert ons de praktijk?? Hoeveel huwelijken
worden er vandaag-de-dag gesloten, waarbij dan de beide partners elkaar plechtig
beloven, dat zij enkel voor hun liefde willen leven. Bij hun werk en daarna,
thuis en ook op reis met vakantie, zullen ze voor elkaar hun leven samen
vormen...
Houden van dit en houden van dat en altijd samen hun "liefdesnestje" bouwend.
Daarbij zijn kinderen zo lastig,,... die maken, dat wij geen tijd zouden hebben
en ook geen geld genoeg om ons allerlei geneugten te veroorloven, wat ons beider
leven verrijken kan,... die moeten dus maar niet komen. Zo'n huwelijk heet dan
in de normale gang van zaken: "een verstandelijk huwelijk". Door God nooit
bedoeld, laat staan gewild.
Het is "levensgevaarlijk" om als Christenen te leven "naar eigen inzichten en
volgens eigen waanconcepties"! Wanneer Christenen, als huwelijkspartners,
gezegend zijn met de mogelijkheid om vader en moeder te worden, hun
eigenzinnigheid (willen) handhaven in flagrante strijd met de bedoeling van de
Schepper, en zich zodoende lichtvaardig en/of welbewust de zegen van de door God
gewilde voortplanting ontzeggen, dan wordt (zo niet direct, dan toch zeker "in
the long run") ook hun diepere huwelijksgemeenschap aangetast!
Naar onze bescheiden mening, is het hier en nu geboden om dieper op de
onderhavige zaak in te gaan, ziende op de realiteit der dingen en lettende op de
zo dikwijls willens-en-wetens-frauduleuze-handelingen van Christenen, welke
neerkomen op "de kruisiging der schepping God's". Om nu even stil te staan bij
het volgende Schriftbeeld, dat naar voren treedt in de woorden van Adam, de
bruidegom: "Deze is ditmaal vlees van mijn vlees en been van mijn been"
(Gen.2:23 a). Ziende op het feit, dat Eva, door God gemaakt was uit Adams rib,
houden Adam's woorden in: "Zij is uit mij genomen" ( v. 23 ). Met andere
woorden: Zij is mijn ander ik.
De diepe slaap
De diepe slaap, die God op Adam deed vallen" (Gen.2:21) houdt niet alleen een
"typologische heenwijzing" in naar de Tweede Adam, Jezus Christus in Zijn slaap
des doods op het kruis, maar ook een wonderlijke en diepe "verborgenheid"
(geheim). Hoe of het mogelijk is, dat twee mensenlevens voor elkaar geschapen
zijn (dat zoiets bestaat in het raadsplan God's!) dat nu ligt verborgen en is
een geheimenis voor het menselijk oog. Ook hier weer de diepzinnige typologie
van Christus en Zijn Bruidsgemeente, welke is voortgekomen uit Zijn speergewonde
zijde, waaruit water en bloed vloeide (Joh.19:34). Hierover kan slechts in
beelden gesproken worden.
De les die wij nooit moeten vergeten is, dat de één niet zo maar aan de ander
wordt toegevoegd. Neen, juist deze Bijbel-passage doet ons verstaan, dat wij in
ons leven niet zo maar "een naaste" vinden als "hulpe" bedoeld, als wij geloven
in Hem, Die ons leven duur heeft gekocht en Die ons leven wil leiden door Zijn
Geest. Want dan kan God ons een speciaal mens laten ontmoeten, die Hij met een
speciaal doel in ons leven heeft gebracht. Een mens dus, die Hij inderdaad als
wederhelft doet komen, en die Hij juist voor ons heeft bestemd. Het Christelijk
leven begint immers dan pas dáar wanneer wij oprecht (kunnen) bidden: "Niet mijn
wil, maar Uw wil geschiede, o Heer.
Richtsnoer voor het leven
Mogen wij nu in meer persoonlijke vorm treden:
God heeft mij een mens toegedacht, en dus niet maar alleen diens functie. In het huwelijk en huwelijksleven gaat het er niet om, dat een "ander mens" bepaalde verrichtingen met mij volvoert, door erotische bevrediging of lichamelijke gemeenschap te schenken (het kan ook zijn door alleen maar de functie te vervullen om mij te verzorgen).
Doch om een iegelijk in de hoedanigheid van geschapen te zijn als
mens tegenover mens EN als mens mèt mens, om er voor zorg te dragen, dat "de
klederen te allen tijd wit zijn (klederen staan voor het leven en de witte
kleur spreekt van reinheid en gerechtigheid) en dat op het hoofd geen olie ontbreken
zal (hoofd spreekt hier voor dat wat het hoogste en voornaamste en belangrijkste
is, terwijl olie het symbool is van de Heilige Geest) - Pred.9:8.
In dit licht mag ik dan verstaan (mogen wij allen het begrijpen), wat de
Prediker verder geschreven heeft: "Geniet het leven met de vrouw, die gij
liefhebt, al de dagen uwe ijdele levens, welke God u gegeven heeft onder de
zon, al uw ijdele dagen; want DIT IS UW DEEL IN DIT LEVEN, en van uw arbeid, die
gij arbeidt onder de zon" (v. 9). Amen.
Veilig is het voor een ieder, die zich
houdt aan het Woord van God, als richtsnoer voor het leven. Wanneer wij "de
ander" alleen maar nodig hebben voor "de functies", dan hebben wij juist geen
gemeenschap, zoals God dat wil.
Dan heeft die ander immers ook voor mij afgedaan, zodra hij/zij (zijn/haar)
diensten niet meer kan bewijzen. 'Want hoeveel huwelijken worden niet ontbonden,
omdat de een voor de ander zijn aantrekkelijkheid heeft verloren; of, dat er
iets hapert met "de erotische functie. Men zoekt alsdan een jongere partner,
die tot de verlangde functies nog flink in staat is. Dat God het anders wil en
mij die andere mens op mijn ziel bindt en niet alleen maar zijn/haar functies,
dat heeft God in Zijn Woord ook vastgelegd.