Van Begin tot Einde
Van Schepping tot Wederkomst
Licht over de ganse schepping
Gods restauratieplan
"En God zeide: Daar zij licht! en daar werd licht". Wie deze woorden leest en
ook alle aandacht geeft aan hetgeen volgt in de verzen 3 tot en met 5, 14 tot en
met 17, moet denken aan de profetie in Jesaja: "Ja, Ik heb het gesproken,Ik zal
het ook doen komen; Ik heb het geformeerd, Ik zal het ook doen" (46:11b). "IK
HEB... IK ZAL" zo sprak God, en zo spreekt Hij nu nog. Hij alleen kan dat, omdat
Hij alleen de "IK BEN" is;... ."DE EEUWIGE".
Zo heeft Jezus Zichzelf geopenbaard aan de geliefde apostel Johannes op Pathos,
zeggende: "Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde", wat op hetzelfde
neerkomt, wat hetzelfde bedoelt. Amen. Zo heeft God Zijn restauratieplan
ingezet: door het licht te scheppen. Dit licht maakte scheiding voor tijd en
voor eeuwigheid. God sprak: "Er zij..." en duisternis moest wijken om plaats te
maken voor het licht. Uit de alom heersende duisternis werden de omtrekken van
ruimten zichtbaar. Dat licht, dat daagde over de ganse schepping van God vond
zijn oorsprong in God Zelf.
God zag dat het licht goed was
In zijn brieven zegt de apostel Johannes niet alleen dat God liefde is, maar ook,
dat Hij licht is. Verderop in het scheppingsverhaal staat: "God zag dat het
licht goed was". En dit woordje "goed" in de Bijbel betekent "volmaakt"! Welk een
intense blijdschap en volmaakte vreugde moet het hart van de Schepper van hemel
en van aarde vervuld hebben, toen Hij bemerkte "hoe" volmaakt , hoe "schoon"
Zijn schepping wel was. De Bijbel begint met GOD en opent met VOLMAAKTHEID.
Halleluja!
Wij geloven dan ook, dat het Gods wil is, dat Zijn kinderen zich terdege bewust
zullen zijn van deze volmaaktheid. God heeft iets van Zijn eigen Wezen gelegd in
Zijn scheppingswerk tot restauratie. Hoe schril en aanklagend is het leven van
Christenen, die verondersteld worden boodschappers te zijn van het eeuwig
Evangelie, als wij bedenken, dat God een volmaakte wereld het aanschijn gaf,...
een wereld vol heerlijkheid ... en dat Christenen leven met angst en vrees en
lijden onder zinloosheid en dodelijke verveling.
Een onweerlegbare waarheid
En niettegenstaande Jezus Christus hier op aarde heeft geleefd en geleerd en
Zijn machtswoord heeft gesproken over verdoemelijke schuld, lijden en dood,
leven zo vele Christenen maar door, alsof dat alles niet gebeurd is; en blijven
zij gekweld door een onrustig geweten... door een geest van onverzoenlijkheid en
kenmerkende vrees voor het onbekende van de toekomst, terwijl hun geloof in die
almachtige God en in Zijn Zoon Jezus Christus, hun Christelijk leven moet vullen
met heel andere dingen en zaken; en hun handel en wandel moet zijn tot
verheerlijking van Zijn onvolprezen Naam. God heeft toch alles zo gewild en Zijn
heilige wil ook in Jezus Christus geopenbaard!?
Maar hoe gedragen mensen zich en de Christenen onder hen? Wij zien ze van honger
omkomen, terwijl er Levend Brood naast hun ligt... Wij zien ze dorst lijden,
terwijl de ruisende Bron van Levend Water vlakbij is ."Zo iemand dorst, die kome
tot Mij en drinke. Die in Mij gelooft gelijkerwijs de Schrift zegt, stromen des
levenden waters zullen uit zijn buik vloeien". En dit zeide Hij van de Geest,
Dewelke ontvangen zouden , die in Hem geloven" .(Joh.7;37-39). Het is dan ook
hard nodig, dat wij onze innerlijke toestand leren zien in dit licht. Maar vele
Christenen verdoen hun tijd in allerlei beuzelarijen.
Levensbeschouwing
Daar zijn er die een voortdurende en biddende studie van de Bijbel minderwaardig
achten aan een diepere levensbeschouwing en het zich verdiepen in de schepping
zelf - in de natuur. Want, zo beweren zij: het is toch waarlijk zo, dat God's
liefde zich openbaart in de grootheid van de ons omringende natuur; en het hele
scheppingsverhaal is toch echt het bewijs van God's goedheid en macht.
Wanneer wij op een dergelijke wijze met een oor luisteren, is hiertegen ook
niets in te brengen.
Wat zegt echter diezelfde Bijbel waarin dat scheppingsverhaal opgetekend staat?
"Zijn onzienlijke dingen, worden van de schepping der wereld aan, uit de
schepselen verstaan en doorzien, beide: Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid,
opdat zij niet te verontschuldigen zouden zijn. Omdat zij, God kennende, Hem als
God niet hebben verheerlijkt of gedankt; maar zijn verijdeld geworden in hun
overleggingen en hun verstandig hart is verduisterd geworden" (Rom.1;20-21).
Niet te verontschuldigen
Dus geen enkel excuus!! Niets kan hun uitredden! !
Hoe verschrikkelijk!!!. Mensen, die zich op deze wijze losmaken van de Schepper
van hemel en van aarde, verliezen alles. Wie spreken wil van God's
tegenwoordigheid in de natuur, die moet zijn ogen dan wel sluiten voor de
werkelijkheid van de natuur, want wat moet dat wel voor een God zijn, Die de
angst en de vrees gebruikt?
Om consequent te zijn: dan betekent die aanwezigheid van God in de natuur ook,
dat God is in de angst en in de verwoesting, en in de wet van de sterkste. Zijn
het niet juist dergelijke levensbeschouwingen, die mensen hebben verleid tot
barbaarsheid, tot sadisme, tot ten-hemel-schreiende wreedheden?!? JA, JA, JA en
altijd weer JA!!
Hitler en zijn levensvisie
Het is een bekend feit, dat zulk een geloven in een "God-in-de-na-tuur" de
belijdenis was van een "onmens" als Hitler, de profeet van het Nazisme. Zijn
wereldbeschouwing en levensvisie was: "voor ons volk is beslissend, of het een
sterk en heldhaftig geloof in de God der natuur heeft; de God van het eigen
volk, de God van de eigen lotsbeschikking, van het eigen bloed.
De natuur is wreed, daarom mogen wij het ook zijn. Het natuurlijk instinct
gebiedt elk levend wezen om zijn vijand niet alleen te overwinnen, maar ook om
deze te vernietigen. Wij staan aan het einde van een heerschappij van het
denken. Wij maken een eind aan een dwaalweg, waarop de mensheid zich bevindt.
Er bestaat geen waarheid.
Wij zouden zo wel kunnen doorgaan. Onnodig, laat dit
genoeg zijn. Gode zij dank,is deze verschrikkelijke nachtmerrie voorbij,
verleden tijd. Het is geschiedenis waarvan wij kunnen leren! Wie God uit de
natuur wil leren kennen, moet of liefde, gerechtigheid, vrede en de overwinning
van de zonde en zondemacht door de gezegende werkingen van de Heilige Geest in
twijfel trekken, en dan wreedheid, sadisme en zo meer tot levensbeginsel nemen.
Wij willen de lezers waarschuwen. Vele, vooral in deze tijd van grote verwarring
en onzekerheid op alle gebieden van het leven, zijn de volgende vragen aan de
orde:
Waarom laat God dat toe?
Waarom laat God toe, dat ongerechtigheid en wreedheid onder de mensen toenemen?
Laten wij deze vraag eens meer persoonlijk stellen, om dan te komen tot:
"Waarom moet ik zo dikwijls het onderspit delven, als ik toch mijn best doe iets
goeds te bereiken?"
En, "waarom moet ik juist een struikelblok op mijn weg vinden, terwijl ik dat
allerminst gebruiken kan?" Dergelijke vragen spruiten voort uit een gemoed, dat
onrustig is of dreigt te worden. Zodra wij beginnen te vragen naar het "waarom
en waartoe", verkeren wij in een "levenscrisis", en in wezen is een levenscrisis
ook een "geloofscrisis" Wij halen hierbij enkele voorbeelden aan uit de Bijbel,
die voor zichzelf spreken.
Job
Job, een tijdgenoot van Abraham, heeft het over: "Want de pijlen des
Almachtigen zijn in mij, welker vurig venijn mijn geest uitdrinkt; de
verschrikkingen God's rusten zich tegen mij" (6:4). "Ik had rust, maar Hij heeft
mij verbroken, en bij mijn nek gegrepen, en mij verpletterd; en Hij heeft mij
Zich tot een doelwit opgericht" (16:12).
Tenslotte heeft ook de oude Job de vraag gesteld: "Waarom leven de goddelozen,
worden oud, ja, worden geweldig in hun vermogen?" (vers 21:7).
Uiteindelijk, zegt hij niets meer, in het diepst van zijn ziel overtuigd, dat
God er is, en dat deze God, soeverein is, en niet verplicht is om hem, armzalig
mensenworm antwoord te geven. God is een God, Die Zich niet verborgen houdt. Hij
is een God van openbaring, Die antwoord geeft op Zijn tijd en op Zijn wijze. Job
heeft ook dit moeten leren en ondervinden...
"En de Here antwoordde Job, en zeide: Is het twisten met de Almachtige
onderrichten? Wie God bestraft, die antwoorde daarop. Toen antwoordde Job de
Here, en zeide: "Zie, ik ben te gering; wat zou ik U antwoorden? ik leg mijn
hand op mijn mond. Eenmaal heb ik gesproken, maar zal niet antwoorden; of
tweemaal, maar zal niet voort varen" (39:34-38).
Maar dezelfde Job roept ook uit: "God dondert met Zijn Stem zeer wonderlijk; Hij
doet grote dingen, en wij begrijpen ze niet" (vers 37:5). Gaat het ons niet
evenzo?! Maar dat geeft ons nog niet het recht onze ogen van Hem af te wenden.
Ook in het Boek der Psalmen vinden wij dit thema behandeld..
Onze klaagliederen
Onze hedendaagse klaagliederen klinken maar banaal in vergelijking met deze
kreten uit de diepte naar God. "Ik was nijdig op de dwazen, ziende der
goddelozen vrede. Want er zijn geen banden tot hun dood toe, en hun kracht is
fris. Zij zijn niet in de moeite als andere mensen, en worden met andere mensen
niet geplaagd..... Zij zetten hun mond tegen de hemel, en hun tong wandelt op
de aarde. Daarom keert zich Zijn volk hiertoe. Dat zij zeggen: hoe zou het God
weten, en zou er wetenschap zijn bij de Allerhoogste?
Zie, deze zijn goddeloos; nochtans hebben zij rust in de wereld; zij
vermenigvuldigen zich het vermogen. Immers heb ik tevergeefs mijn hart
gezuiverd, en mijn handen in onschuld gewassen. Dewijl ik de ganse dag geplaagd
ben, en mijn straffing is er alle morgens" (Psalm.73:3-14).
Echter, weet de psalmdichter, dat deze kijk op de dingen oppervlakkig is en geen
diepte aan inzicht biedt. Hij gelooft, dat alles hem overkomt onder God's
toelating, maar ook, dat God's gerechtigheid en oordeel voor de mens zo dikwijls
onbegrijpelijk blijft.
Maar juist daarom gelooft hij zonder te zien. Hij verstaat zonder te
aanschouwen. Zijn geloven is een volhardend wachten op en verbeiden van God....
tegen alle schijn in.
Zijn getuigenis (belijdenis) is dan ook: "Als mijn hart opgezwollen was.. toen
was ik onvernuftig en wist niets; Ik zal dan geduriglijk bij U zijn; Gij hebt
mijn rechterhand gevat; Gij zult mij leiden door Uw raad; en daarna zult Gij mij
in heerlijkheid opnemen, Wien heb ik nevens U in de hemel? Nevens U lust mij ook
niets op de aarde" (v.v, 21-25).
Hier is het!
Geloven in God in weerwil van alle schijn.
Dan moet het stralende Licht van God, van genade, van liefde, de mens niet
alleen beschijnen, maar hem ook aanspreken; en dit laatste is sterker dan alles
wat wij kunnen ontdekken met ons zien, denken en onderzoeken. Wanneer wij God,
de Vader van Jezus Christus, in alles zouden kunnen begrijpen en alles aangaande
Hem en Zijn werken zouden kunnen berekenen, zou er geen God meer zijjn! De
apostel Paulus, een vat vol geleerdheid, roept uit in zijn Brief aan de
Romeinen:
"0, diepte des rijkdoms, beide wijsheid en der kennis God's, hoe ondoorzoekelijk
zijn Zijn oordelen, en onnaspeurlijk Zijn wegen" (11:33)!. En in zijn Brief aan
de Corinthiers schrijft hij: "Wij zien door een spiegel in een duistere rede,
maar alsdan zullen wij zien van aangezicht tot aangezicht." (ICor.13:5). Slechts
in God's licht zien wij "HET LICHT, Amen. Wie zijn wij dat wij alles zouden
begrijpen en verstaan!? De schepping van dat licht over de ganse schepping is en
blijft een wonder zonder weerga. Hiermee begon God de restauratie van een
gevallen creatie.
Licht, leven en liefde
Op dezelde wijze begint God, de Heilige Geest, de restauratie, het herstel, de
schepping van het NIEUWE LEVEN in de Christus. Zodat God niet alleen als dat
Licht tot ons komt, maar ook in het Woord, ontstaat er Nieuw Leven... ervaren
wij de WEDERGEBOORTE. Halleluja. Licht en leven en liefde zijn God's attributen.
Zo goed als Licht duisternis doet wijken, zo bant de Liefde alle vrees: zoals
vrees voor de dood, die nu eenmaal komen moet.
Op grond van het woord:. "Het is de mens gezet, eenmaal te sterven..."
(Hebr.9:27) weet ieder mens, dat hij moet sterven. En op grond van deze
uitspraak weten wij ook, dat wij allemaal naar de dood toe leven. Hebben wij
nagedacht over het feit, dat de dood ons confronteert meet de vraag 'wat baat
het een mens, zo hij de gehele wereld gewint... en lijdt schade aan zijn ziel?"
(Matt.16:26a).
Het antwoord dat het Christelijk geloof geeft, luidt: "Het sterven is gewin";
Beter is de dag des doods, dan de dag, dat iemand geboren wordt" (Pred,7:1b).
Jezus Christus Zelf is gestorven en begraven; ook is Hij het pad door de dood
gegaan, doch om de dood te overwinnen. Hij is gestorven en begraven, maar ook
weer opgestaan! Glorie voor Hem! !
Hij overwon de dood, maar juist doordat Hij door dood is heen gegaan en
zodoende de ketenen des doods verbrijzelde, zo zal ook eenmaal onze weg door
lijden en sterven, door de dood, een weg zijn naar de beloofde, geordineerde,
opstanding, als wij ons maar begeven op de weg van Christus èn in Hem sterven".
Deze is het onherroepelijk getuigenis van de Auteur der Schriften.
Wij Christenen, genieten het voorrecht de dood niet te zien als een levenseinde.
Ja, vanuit Bijbels gezichtspunt beschouwd sterven wij dagelijks. Het apostolisch
getuigenis is dan ook: "Want wij, die leven worden altijd in de dood overgegeven
om Jezus' wil..." (II Cor.4:11a).
"Ik sterf alle dagen..." (I Cor.15:31a). En God's Geest heeft ons van het
volgende overtuigd, en wij geven dit graag door om uwentwil: "Hoe meer wij dit
aardse leven liefhebben en ons eraan hechten, hoe sterker wij in dit leven onze
bestemming zoeken te vinden,... des te krachtiger sluit dit leven ons in haar
wurgende greep! Opgepast dus. Wij dienen in alles op Christus te zien!
Goddelijke profetie
Het begin van de vervulling van Goddelijke profetie.
Niettegenstaande Zijn onmacht aan het kruis (of was het Zijn absolute
gehoorzaamheid!?) zoals Hij daar op Golgotha prijsgegeven was aan de
onbeschrijfelijke pijnen naar lichaam en ziel, aan spot en verlatenheid,
betekende dat voor ons toch het begin van de vervulling van Goddelijke profetie.
Dwars door alles heen ging Hij Zijn weg tot de Vader... Naar hetgeen de apostel
geschreven heeft, vergaat het alle kinderen God's evenzo. "Altijd de doding van
de Here Jezus in het lichaam omdragende.... ..." (II Cor.4:10a).
Waarachtige Christenen is het gegeven, om in hun lijden de weg van de navolging
van Christus, hun Overste Leidsman, te gaan, omdat zij door dit kruisdragen
komen tot de opstanding. Waar wij mensen ons een "punt" denken, heeft God een
"komma" gezet. Zijn verheven plan komt in ons tot volmaking, doordat Hij het
werk Zijner handen niet laat varen.
Opdat wij in alles zullen blijven volharden zegt Jezus: "Mijn genade is u
genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. (II Cor.12:9).
Die volhardende levenshouding van Christenen heeft niets te maken met, wat de
wereldling zo graag noemt, passiviteit; maar bekwaamt hen mee te werken aan een
geheel nieuw leven. Glorie voor Jezus! Deze onwederlegbare waarheid staat
geschreven met letters van bloed op alle bladzijden van de Bijbel (de ongelovige
mens kan deze niet "zien", laat staan "verstaan"): de mens moet niets worden,dan
zal God in hem werken! Amen.