De Bergrede van Jezus

Home | Sitemap | Inhoud


 

Van Galilea tot over de Jordaan


Jezus, door de Heilige Geest, blijft rondgaan in ons eigen Galilea van gedachten en neigingen en gevoelens. Zijn voortdurende bemoeienissen moeten daartoe strekken, dat reiniging voortgang vindt. De wedergeboorte is immers een "voortschrijdend proces" in ons geestelijk leven. Als "in een badwater" worden wij gereinigd, en daarbij ontvangen wij telkens wat meer van Zijn Goddelijke Natuur! De apostel Petrus spreekt van:

"Gelijk ons Zijn Goddelijke kracht alles, wat tot het leven en de godzaligheid behoort, geschonken heeft, door de kennis Desgenen, Die ons geroepen heeft tot heerlijkheid en deugd; door welke ons de grootste en dierbare belofte geschonken zijn, opdat hij door dezelve der
Goddelijke natuur deelachtig zoudt worden.  ( II Petrus 1:3-4).

 Zijn "inwoning", een konstante  vervulling met de Heilige Geest doet een geheel andere Stem dan die van ons eigen denken horen. Als wij, dan met oprecht verlangen naar dieper geestelijk leven onze "onderlinge samenkomsten" bezoeken, zullen wij Zijn Stem nog duidelijker kunnen waarnemen....

Die Stem, Die door menselijke woorden een geheel andere taal tot ons spreekt, die tot ons fluistert, wanneer wij in gemeenschappelijk gebed Zijn Aangezicht zoeken, tijdens het biddend lezen van de Bijbel. Hij zal altijd vol eenvoud spreken, vol waarheid en liefde. Glorie voor God!

Een Stem, die wij echter alleen zullen horen in die ogenblikken, die de schijnrede van de farizeër en de schijngeleerdheid van de schriftgeleerde binnen in ons ophouden. . Ja, wanneer wij geleerd hebben te zwijgen, in het bewustzijn van onze "eigen-kleinheid", onze vele fouten, gebreken en tekortkomingen. En, omdat Jezus Zélf in ons leeft. Halleluja!!

Dan ervaren wij werkelijk genezen te zijn van dwaalleer en van al die liefdeloze theorieën als "bruidsleer... ,"bruidswoord,... van onnatuurlijke leerstellingen, als leven in voorhof, in heiligdom en in aller-heiligdom, welke alle zo luid verkondigd worden, en wat de argelozen doet veronderstellen, dat in deze tijdsbedeling mensen de dienst uitmaken en niet God.
 
Dat mensen, al zijn zij dan geredde zondaren, kunnen vaststellen "waar" zij en hun navolgers zijn aangeland in het geestelijk leven. Zij die dergelijke theorieën te berde brengen, doen dat zo, dat het lijken moet, dat zij alléén het voor het zeggen hebben, en dat niet God het laatste woord heeft.

Hoe menigmaal blijkt dan in de praktijk, dat zo veel dienen moet, om in netelige posities te kunnen vrijpleiten van het toegeven aan verkeerde gedachten en/of gevoelens, waarmede zij zichzelven, doch ook anderen bedriegen! Het is treurig, maar waar!!

Laten wij gewaarschuwd zijn. Wij leven in "de laatste dagen" van een tijdsbedeling, die welhaast ten einde loopt. Juist in déze tijd, in onze dagen, dienen wij biddende en wakende te zijn, want de tegenstander gaat rond en vertoont zich als "een engel des lichts"! Het is nu de tijd dat ware Christenen hetzelfde moeten doen als eertijds de Efezeërs (Hand.20:28-30).

"Uit uzelven" zegt de apostel, en verder,"sprekende om de discipelen af te trekken achter zich". Dit is dan ook het beoogde doel en geen ander, omdat dezulken "liefhebbers geworden zijn van zichzelven" (II Tim.3:1-5). Hoe worden diegenen, die hun niet navolgen "gesmaad", "gelasterd", en wordt "liegende alle kwaad van hen gesproken".

Hoe heeft Jezus dit alles reeds voorzegd in de Bergrede.
Zullen wij Zijn waarachtige woorden ter harte nemen of in de wind slaan? Hoe heeft Hij met dergelijke waarschuwingen Zijn discipelen van alle tijden willen wijzen op het volgen van Zijn voorbeeld. Het voorbeeld volgen van Hem, Die Zichzelf niet te hoog achtte om uit Zijn elfenbenen paleizen af te dalen in een dal vol van weedom uit een wereld  van volmaaktheid tot onze verdorven en zonden-zieke wereld.  

Wanneer zullen wij toch inzien, dat wij het recht niet hebben ons op dat hoge standpunt te plaatsen, waarop zo velen in deze dagen willen staan, door op een afstand te blijven staan redeneren over de aan hen alleen geopenbaarde leer (?), en/of verbetering van anderen!?!

Daarom verlangt de Here Jezus van ons in de allereerste plaats, omdat er onzerzijds meer van onwil sprake is dan van niet kunnen, dat wij Hem volgende, eerlijk tot onszelf zullen zeggen: al die zieken en kranken, al die ongelukkigen en geestelijk ontredderden, zij waren letterijijk niet alleen te vinden in dat Palestina van Jezus' tijd, zij zijn er in onze hedendaagse wereld, ja, ook nog in u en in mij.

Zijn wij bereid dit te erkennen of niet! Zo ja, dan laten wij ook af dalen tot het "standpunt van Zijn nederigheid en van Zijn onbaatzuchtige liefde. Hij is ons in alles voorgegaan. De eerste trede vanwaar wij straks de Berg van hoger geestelijk leven zullen beklimmen, om van daar dat brede uitzicht te hebben over alles wat ons omringt.

Bovenal om van die geestelijke hoogte van de Heilige Geest diep neer te zien in ons eigen karakter en onze levens-bestemming. Het is alles genade van God. Amen. Vol vertrouwen zullen wij dan aan Zijn Hand voortgaan, en afziende van al die "valse schaamte", zullen wij altijd tot Hem kunnen komen, om Hem te vertellen:
 
"Here Jezus, daar is nog veel meer in mij, dat ziek is.
Daar is "een blinde in mij'; die het goede in andere mensen niet meer zien kan, omdat hij de balk van jaloezie te lang heeft vast gehouden! Daar is ook nog"een lamme,"die mij geheel krachteloos gemaakt heeft,
doordat hij in mismoedigheid en mistroostigheid bij de pakken
bleef neer zitten."

Vooral, en dit is iets voor diegenen onder ons, die nu al mogelijk weten, dat zij straks geroepen zijn om enig ambt te bekleden om in de daaraan verbonden bediening te kunnen staan, als wij alsdan als "geestelijk-ouderen" leiding zullen moeten geven aan anderen. Dan komt het er op aan, om op onze hoede te zijn, opdat de geestelijke mens in ons niet besmet wordt. Het gevaar schuilt namelijk hierin, dat wij, juist door dit geestelijk groeien, in het begin te snel van stapel willen lopen.

Ongemerkt raken wij dan verstrikt in vele en velerlei nieuwe dingen, welke van tevoren niet werden onderkend. Hoop op God te allen tijde. Dat alles wat moet worden gedaan toch gekend zal worden als genade, en dat de daad altijd zal zijn in overeenstemming met Gods wil.

Dan zal het geloofsleven verwarmd en geactiveerd worden, niet alleen, maar ook de blik op alles - natuurlijk en geestelijk leven- blijft helderl De levenswandel wordt dan telkens weer gecorrigeerd en ook geheiligd.... Dan wordt ook altijd die 'toekomstverwachting' waarvan Jezus Zelf vol was, gekend. Geprezen zij de Naam des Heren!!

 

Home | Sitemap | Inhoud