De Bergrede van Jezus

Home | Sitemap | Inhoud

 

 

Men steekt een kaars niet aan

 
"Men steekt een kaars niet aan en
zet die niet onder een korenmaat, 
maar op een kandelaar, en zij schijnt
allen, die in het huis zijn"

 
Het licht des Heiligen Geestes, dat wij altijd daaraan zullen kunnen herkennen, dat het (hoe groot onze zorgen en moeilijkheden ook zijn mogen) ons zieleleven lichter en alsmaar blijder maakt en ons vrede brengt, boven bidden en denken, als wij maar naar het licht daarvan leven en handelen, moet t.a.t. voor ons meer zijn, dan het verstandelijk licht van een wetenschappelijke wereld. Het moet ons dierbaarder zijn dan zelfs het licht van onze eigen ogen!

Toen Jezus deze woorden tot Zijn discipelen sprak, bedoelde Hij, dat als God ons zou bepalen bij onze eigen twijfelachtige levensvraagstukken, of bij onze meningsverschillen met anderen, zo moeten wij, als volgelingen van Jezus, ons toch alleen houden aan wat Hij ons in het hart legt; aan wat goed en waar is, en dat wij de waarheid in ons door niets en niemand zullen laten verduisteren! Ok niet door eigen twijfelmoedigheid, omdat andersdenkenden ons zullen gaan be- en veroordelen.

Al wordt ook "het waarom" door ons niet begrepen en kunnen wij onszelf niet hierin verdedigen, zodat wij in de ogen der mensen alsmaar belachelijker worden,...toch vraagt God van ons, dat wij alleen acht zullen slaan op wat Hij diep in ons innerlijk legt. Standhouden in en door de inwonende Heilige Geest,... dat is wat Jezus verwacht dat wij zullen doen.

Niet alleen tegenover buitenstaanders, doch eveneens tegenover onze eigen geloofsgenoten. Onze standvastige geloofshouding mag echter nooit het karakter dragen van "rebellie" of van wederspannigheid of van gezagsondermijning. Gods Geest onderzoekt alle dingen, zelfs de diepten Gods. Daar is niets voor Hem verborgen.

De ons door Hem geschonken innerlijke zekerheid moet zo in ons werken, dat wij altijd met geloofsmoed zullen getuigen. Wanneer wij geconfronteerd worden met die levensvragen, waarin wij diep overtuigd zijn, en aan de hand waarvan wij te weten komen, dat de handel en wandel van geloofsgenoten eerder slecht dan goed zijn, dan nog moeten wij vasthouden aan het inwonend Woord en nauwlettend acht geven op de wenken van de Heilige Geest.

In bovenbedoelde situaties verwacht God van Zijn dienstknechten: Loochent nooit de eeuwige waarheden van het allerheiligst geloof, dat ontvangen is uit genade. Moeilijk wordt zoiets in de praktijk, als wij te maken hebben met frauderende, zondigende, bloedverwanten, omdat het vlees zo dikwijls een woordje wil meespreken. Dit laatste is vanzelfsprekend "uit de boze". De praktijk leert ons, dat zij, die fout zijn, zich altijd weer zullen beroepen op Schriftwaarheden, om zich te rechtvaardigen. Bedenk dan, dat degenen, die zo doen zichzelven zo graag "zetten op de leerstoel van Mozes".

Wat te doen? De discipel van Jezus moet in zulke gevallen hun tonen,waarin zij (door verheerlijking van vrome gezegden, of door vleselijke uitleg van geestelijke voorschriften) schromelijk tekort doen aan de Persoon van de Heilige Geest Zelf! Het is de verantwoordelijkheid van de dienstknecht des Heren, om het ontvangen licht, als het eenmaal ontstoken is, voortdurend (d.i. dag en nacht) brandende te houden. Hij dient "waakzaam" te zijn; zelfs over eigen "gevoelens", welke laatste dikwijls als een dief in de nacht zijn gedachtenwereld trachten binnen te sluipen. De wegen van de tegenstander zijn o, o subtiel!

Zodoende wil hij altijd weer pogen om de grootste schat die wij bezitten, die zoete innige gemeenschap in en door de Geest Gods, weg te roven. Paulus heeft het meermalen over het waken van de geest, ook als het lichaam en het gewone menselijke verstand rusten! Hij houdt steeds weer rekening met het feit, dat wij de strijd niet hebben tegen vlees en bloed, maar tegen de onzienlijke geesten der duisternis....

Wij moeten steeds de waarde van Gods Woord, dat levend en krachtig is, niet onder, maar boven de woorden van mensen stellen, hoe weldenkend ze ook mogen zijn, hoe goed onderlegd ook. In de praktijk is het, dat "naam-Christenen" eeuwige waarheden, als schriftgeleerdheid of als wets-letter, in de plaats trachten te stellen van Zijn gerechtigheid, Zijn liefde, genade en barmhartigheid.
 
Zelf-misleiding
Waarvoor Christenen ook moeten waken is:, de zelf-misleiding! Die kan ons ook zo heerlijk om de tuin leiden; ons bedriegen. En meer als wij te maken hebben met vraagstukken, waarin wij zo onze eigen opvattingen hebben. Opvattingen, die afwijken van die van geloofsgenoten. Wat wij in dergelijke gevallen te doen hebben, is, vooreerst te komen tot een dergelijk zelf-onderzoek in eigen hart en leven, om na te gaan of wijzelf wel vrij zijn van eigendunk en hoogmoed.

Want deze zijn het, die misleidend kunnen werken. Wanneer ons eigen geweten ons niet aanklaagt, houdt dan voet bij stuk en durf de innerlijke overtuiging te verdedigen tegenover iedereen! God houdt geen rekening met eenvoudige harten aan deze kant en met intellect en scherp begaafd verstand aan gene zijde!!

Bedenk, dat alléén het Woord Gods, Dat in ons leeft het is, dat ons licht schenkt in alle moeilijk op te lossen vraagstukken,... in verborgenheden, welke wij met ons gewoon menselijk verstand niet kunnen doorgronden. "In het Woord is het Licht"! Stel daarom het licht niet onder de korenmaat. Stel de rede, het verstand, van wie ook, nooit boven dit licht.

Zeker, God heeft Zijn eigen vaten, ook in de gemeente waartoe wij behoren, en aan wie Hij in Zijn grote liefde en genade, geschonken heeft. Maar, hoe begenadigd en geestelijk verlicht deze ook mogen zijn, stel hun denkvermogen nooit hóger dan het licht, dat in Zijn Woord en in de Heilige Schrift ligt opgesloten!!
 
"In de beginne was het Woord on Hetzelve was het Leven, en het Leven was het Licht der mensen. En het Licht schijnt in de duisternis " (Joh.l:1-5). God wil, dat wij hierop zullen letten! Geloof geen mens, als hij poogt te bewijzen, dat alles wat God heeft te zeggen hem is geopenbaard, en dat hem "de sleutel" gegeven is. Degene, die zoiets leert of beweert, is zelf blind voor de duisternis waarin hijzelf zich bevindt!!

Daarom: stel het Woord van God, dat Licht is en brengt in hart en leven, altijd boven alle "leer" welke afwijkt van de "gezonde woorden van Jezus Christus". Leringen, die HET BEELD ZELVE doen vervagen en schaduwbeelden hoger aanslaan, zo dat de kern van de boodschap veloren gaat, althans niet meer wordt gezien, zijn verdichtsels van mensen, wier doelstellingen anders zijn dan die van Jezus Zelf.

Aan de andere kant mogen wij "de kaars" ook niet buiten de deur ophangen, in ijdel verlangen, dat een iegelijk die zal zien, opdat zij maar zullen weten en erkennen, hoedanig gezegend wij wel zijn door de Geest van God! Maar: laat het ontvangen licht door héél ons leven uitstralen in onze omgeving, in de gemeente waartoe wij horen, opdat de duisternis mag wijlken uit de levens van hen, voor wie het nog nacht is!! Vertrouw gans en al op de werking(en) van de Heilige Geest Die ons, zolang als wij naar Hem willen luisteren, nooit zal verlaten.

Bovenal: laat het licht van eerlijke zelf-kritiek schijnen in dat huis van onze eigen gedachten. Dan zal Gods Geest ons kunnen leiden in al de waarheid, tot ere en verheerlijking van Jezus' Naam. Amen.

In de geloofspraktijk leren wij het volgende: hoe vaak kunnen geestelijke Schrift-uileggers, thuis in Schrift-uitdrukkingen en zware termen van de theologie, blindgeslagen zijn, dat hun eigen verstand verduistert raakt, waardoor ook anderen van de kudde, eenvoudigen, twijfelenden  en slaafs gehoorzamenden, die meer op hun geestelijke leiders vertrouwen dan op God, de Heilige Geest, in verwarring komen en , "blind-tastend" de muur van hun geloofsleven langs gaan. Wie zal hiervoor eerlijk uitkomen? Meer nog: wie moet hiervoor verantwoordelijk gesteld worden??

Eerlijke Christenen, God kent de Zijnen!, moeten daarom veel oude vastgehouden eigen wijsheid, verkeerde neigingen en foutieve inzichten nevens afwijkende geloofsstellingen laten wijken voor "de gezonde leer" en alles opofferen; ziende op een uiterst gevoelige omgeving, ziende op de geestelijk zwakken onder de geloofsgenoten, zodat er geen ergernissen ontstaan.

Wanneer wij zo doen, zo zal de glans, die uit onze handel en wandel uitstraalt, tot gevolg hebben, dat onze medemensen niet anders kunnen dan eerbied en liefde te gaan voelen 12qvoor Hem, De Heilige Geest, Die zonder woorden, ook hen wil overtuigen van de waarheid, die in Jezus is, en dat Hij de enige ware God moet zijn. Zo zullen ook zij er toe komen om zelf deze God te (gaan) dienen. En ook zij zullen alsdan ervaren, dat ook door hun daden Zijn onvolprezen en wondervolle Naam nog meer wordt groot gemaakt. Halleluja!!

Want, wat is Gods bedoeling anders, dan dat wij zullen "uitgaan in de gehel wereld", om vrucht te dragen in de getrouwe verkondiging van De Blijde Boodschap van Reddende en Verlossende Liefde, zoals Jezus Zelf dit heeft gedaan. "Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, ALZO zend Ik ulieden...".

Daar is maar een Weg ... JEZUS.
Daar is maar een Waarheid . . . JEZUS.
Daar is maar éen Leven ..... JEZUS.
Hij alleen is het LICHT
Hij alleen is het vleesgeworden Woord
Hij alleen is God. Amen

 En deze Jezus zegt: "Vreest niet, want IK BEN met ulieden,... al de dagen,... tot de voleinding der wereld". Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. (Gal..1:5).




Home | Sitemap | Inhoud