De Bergrede van Jezus

Home | Sitemap | Inhoud

 

 

Oprecht streven naar verzoening


Een absolute eis
(Matt.5:23-26 en Luk.5:58-59)


"Zo gij dan uw gave zult op het altaar offeren, en aldaar gedachtig
wordt, dat uw broeder iets tegen u heeft; laat daar uw gave voor het altaar, en gaat heen, verzoent u eerst met uw broeder, en komt
dan en offert uw gave"

Wat houdt dit "tot het altaar komen" geestelijjk in?
Wat wil dit beduiden? In geestelijke zin doelt het een 'opheffen van onze geest tot God". Komen tot de plaats, waar alle twist ophoudt, en waar alleen nog rust en vrede woont.

En waarachtig is dan onze offerande als wij komen met de vaste wil, het vaste voornemen in ons hart, om onze ziel uit te storten voor Hem, Die onze v rede is.

Wanneer wij dat doen, zoals er geschreven staat "met een verslagen geest en een gebroken hart", zo zal Hij ons niet alleen aannemen, maar Hij zal ons op Zijn beurt dan de vrede schenken. Glorie voor God. "Hij is getrouw, Die het ook doen zal". Amen.

Wij zijn niet welkom aan Zijn voeten, wanneer onze geest, in plaats van als een liefelijk reukoffer op te laten stijgen, nog vol is met gedachten van nijd en gevoelens van onrust en van afkeer tegenover onze broeders!

Onze offerande wordt beslist niet aangenomen, wanneer wij niet van harte bereid zijn om, van onze kant al het mogeljke te doen om de oorzaken van onze onderlinge ruzies uit de weg te ruimen

Het is niet genoeg , wanneer wij van onze kant, "niet bepaald iets tegen een broeder hebben";.... wanneer hij (naar wij menen) iets tegen ons heeft, en dat wij daarnaar onze houding bepalen: Neen, wij zullen altijd nog iets kunnen leren, en het zal in de praktijk steeds blijken, dat wij er iets uit moesten leren.

De zwaarste strijd, is altijd die tegen onszelf.
Daarom is het voor het vlees zo moeilijk om datgene te doen, wat het niet lust. Het betekent ergens de kruisigeng van ons eigen vlees!! Ware broederliefde overbruggen is afdalen van ons standpunt en uit eigen beweging gaan tot hem, met wie wij alsdan kunnen uitpraten "wat" onze harten verwijderd houdt.

Wat Jezus ons wil leren is, dat wij inzien, dat het beste offer, dat wij (terwille van de eenheid in de gemeente) kunnen brengen, hierin bestaat:  "opofferen van onze mogelijk rechtvaardige en ook verklaarbare tegenzin om in zulke kwesties de eerste te zijn, die de ander tegemoet komt, eigen grieven opzij zetten"!

Omgekeerd mag dan worden verwacht (en terecht!), dat de betrokken broeder van zijn kant zal tonen vatbaar te zijn voor goede en eenvoudige rede, en eveneens bereid is om te komen tot verzoening!! Wanneer hij de weg des vredes niet wil, zo hij ook niet waard zijn een "broeder" genoemd te worden.

Onverzoenlijkheid maakt , dat wij niet onder Zijn genade kunnen staan; terugvallen onder de harde wet is dan de enige uitweg;en deze komt alsdan met "vergelding". Volharden in al te onderdanig nalopen van degene die wat tegen ons heeft, om tot verzoening te komen, daar waar duidelijk sprake is van onredelijkheid en wrok, werkt verkeerd uit.

De zodanige broeder wordt slechts verhard in domme hoogmoed, eigenzinnigheid en de neiging om het kwaad vast te houden. Maar laat dit voor ons geen reden zijn, om alles daarbij te laten, ook voortaan.

"Weest haastiglijk, welgezind jegens uw wederpartij, terwijl gij nog met hem op de weg zijt ..."Tracht u met de wederpartij te verstaan,... opdat "de wederpartij u niet misschien aan de rechter overlevere, en gij in de gevangenis geworpen wordt".

Zo is het vervolg, Jezus verlangt niet alleen, dat wij tegenover broeders onze wil tot verzoening zullen tonen, maar tegenover onze naaste in het algemeen. Broederlijk vermaan moet altijd leiden tot opscherping van de liefde. Deze laatste heft op en haalt niet neer!

Wacht daarom nooit te lang, Laat het "uitzoeken van een en ander" nooit ten koste gaan van de lijdzaamheid van hem met wie wij te maken hebben. Het is nu eenmaal Gods wil, dat Christenen van hun kant alles zullen doen om oneffenheden door een eerlijk gesprek glad te strijken.

Beide partijn zullen alsdan best tevreden zijn. Dus nooit wachten tot het allerlaatste ogenblik en dan pas aankomen met de wil tot bijleggen, want dan kunnen intussen de tegenzin van onszelf en van de broeder of van de naaste en de verwarring zo gegroeid zijn, dat wij helemaal niet meer met hem "overweg" kunnen.

Alleen dan, als wij ons haasten om altijd (wanneer er onenigheid dreigt) uit eigen beweging het offer van bereidwilligheid brengen, dat God van ons verlangt, zo kunnen wij verwachten, dat Gods Geest alles zal leiden naar Zijn wil.

De mogelijkheid , dat de rollen omgekeerd worden, als wij verzuimen, is altijd aanwezig! Dat wij door God ter verantwoording worden geroepen, omdat wij niet doen wat wij wéten. Dit laatste is ook zondigen!! Want van de rechter komen wij bij de dienaar, en van deze in het gevang....

Waaruit wij geenszins vrij komen, voordat wij de laatste penning zullen hebben betaald! Zo staat het geschreven. Christenen dragen een veel grotere verantwoordelijkheid. Naast de wederpartij, hetzij een broeder, hetzij een "naaste' staat God, voor Wiens ogen alles naakt is en geopenbaard.

Daar is niets verborgen voor Hem. Christenen hebben zich te wachten voor valse voorstellingen van zaken, voor verkeerdheden als het toedichten van dingen waaraan de ander niet schuldig is, en zo meer.

Door zo te handelen, doen wij ons eigen geweten geweld aan... Wroeging wordt naderhand ons deel, innerlijke verwijten en vertwijfeling. Dit soort lijden houdt ons alsdan gevangen; dit is het lijden van hem, die, wetende, zondigt!!!

Niemand wordt uit zo'n toestand verlost, tenzij door diep berouw van het gepleegde kwaad, de laatste penning is "uitgeboet".... God zij ons genadig.Ook in dit geval komt alles neer op "verzoening". Het komt neer op elkaar het leven mogelijk maken, omdat ook ons het leven mogelijk is gemaakt door Jezus. Halleluja!! (Joh.10:10b).

 


Home | Sitemap | Inhoud