De Bergrede van Jezus

Home | Sitemap | Inhoud

 

 

Jezus Zelf als de opperste wijsheid


Jezus Zelf als de opperste wijsheid(Spr. 9):
Leraar der goddelijke wijsheid
(Matt.5: 1-2; Luk.6:20).


"En Jezus, de scharen ziende, is geklommen op een berg,
en als Hij nedergezeten was, kwamen Zijn discipelen tot Hem".

JEZUS ZAG... En dat waarvan wij, als volgelingen van Hem, genezen moeten worden voordat wij daar kunnen staan, waar Hij, als onze Overste Leidsman, ons hebben wil, is dat wij "ziende" mogen worden. Om het afstotelijke, het God-onterende te zien in de grote schare van ongelukkigen... van de lijdende en beklagenswaardige mensheid in onze dagen!

Wanneer kunnen wij dat?
Als wij onze eigen tekortkomingen, onze eigen toestand kennen en Hem belijden. Pas als wij onze eigen zwakheid bekennen en in Zijn kracht voortgaan op de ons voorgehouden weg, zullen wij de omvang van smarten zien, om deze alsdan met een liefdevol oordeel beoordelen.

Hoe velen onder de Christenen van deze tijd zijn er, die gewoonweg niet willen zien, omdat zij maar al te goed weten, dat hun geweten hen niet met rust zal laten, omdat zij, dat wat van hen wordt gevraagd, niet als "offers" willen brengen; omdat zij de prijs niet willen betalen, welke juist van hen wordt verlangd, om zodoende bruikbaar te worden in de handen van de Heilige Geest.

Hoe velen onder ons, keren zich af van al wat krank en ziek is, omdat zij geneigd zijn om dat gevoel van angst de overhand te laten krijgen. Het is altijd goed om ons af te vragen: "zijn wij waarlijk Zijn discipelen?" Om te gaan als "door Hem gezonden", moeten wij de ons omringende wereld leren zien met ogen van Gods Geest. Jezus Zelf achtte de lijdende-mensheid, u en mij, en het aanzien waard om er voor te sterven. Laten wij dit nooit vergeten!
 
"En Hij, Zijn ogen opslaande over Zijn discipelen, leerde hen.
De Here Jezus richtte Zich in de eerste plaats tot hen, die geroepen waren om eenmaal "het licht der wereld", "het zout der aarde" te zijn, tot hen, van wie als toekomstige leidsmannen, later als apostelen, verwacht mocht worden, dat zij geheel "open" zouden staan voor Zijn rede en Zijn waarheid, die enkel de liefde Gods tot grondslag heeft.

Hij spreekt tot hen in aanwezighed (presentie) van de gehele schare, die tot Hem gekomen is; niet alleen om lichamelijk te worden genezen, maar ook om het Woord Gods te beluisteren. En in alles wat Hij tot Zijn discipelen zegt, ligt ook een ernstige vermaning voor die grote menigte zelf.

En alles geldt ook nog voor onze dagen. Hij, Die "de door God gezonden Leeraar" was, en Die in Zijn Bergrede tot de wereld sprak (en nog spreekt), is Dezelfde, Die als "De Voorbeeldige", die oud en jong leerde in de tempel,... Dezelfde, Die tot Nikodemus sprak in het holst van de nacht,... Dezelfde, Die als Wet-Uitlegger in de synagogen sprak. Hij is dezelfde, Die ook heden in een persoonlijk onderhoud, door Zijn Geest, wil spreken tot u en tot mij, als de Grote Herder tot de vergadering der gelovigen in onze dagen!

Het podium vanaf hetwelk Hij heden ten dage spreekt is: het platvorm, van tot de gehele mensheid, sprekende Heilige Geest. Deze is De Goddelijke Uitzender van dat Levende Woord van "eeuwige waarheid" en "Goddelijke Wijsheid"; en Hij is niet gebonden aan plaats en/of tijd; noch aan menselijke regel of inzetting.

En evenals toen ter tijd in de Bergrede, spreekt Gods Stem ook nu nog "tot allen"; in het bijzonder tot de schare van getrouwen, van hen, die Zijn Gemeente vormen. En wat zien wij? Gelijk eertijds, zo horen ook velen Zijn Woord.... een kleine schare komt dan tot Hem,... doch slechts weinigen volgen Hem zoals Hij dat wil.

Zin en waarde van het leven.
Wat met het vorengaande wordt bedoeld is, het volgende: Velen hoorden destijds Zijn Woord, maar nog minder waren zij in getal, die ze hoorden, dat zij ook hebben getracht te "doen", wat Hij hen leerde! Zo is het ook nu nog! De Heilige Geest spreekt in onze dagen tot de wereld door "Het Woord"; en een ieder is hartelijk welkom in Zijn open leerschool. Hij onthult ons de geestelijke zin en waarde van het leven.

Waarom zijn het dan maar zo weinigen die Zijn Stem, welke altijd betrouwbaar en eeuwig dezelfde is, verstaan?? Het komt daardoor, dat de meesten (zelfs onder de gelovigen) menselijke woorden liever hebben en heel dikwijls van grotere waarde achten, dan de Stem van de Heilige Geest, die ons elke dag leert (als wij maar willen luisteren) wat wij nodig hebben te weten: dat is dan "het ware doel" waartoe wij werden geschapen!

Dan is daar nog iets anders: daar zijn, helaas ook nog gelovigen, die menen, zonder Zij leiding, maar alleen door hun eigen verstand en
door hun eigen waarneming van wat wetenschap en techniek bieden, de Goddelijke Natuur te kunnen ontraadselen. Hij, Die leert: "IK BEN de Weg, de Waarheid en het Leven", is de Enige, Die ons deze kan leren verstaan.

Wat van ons wordt gevraagd komt hierop neer: "Niet overtuigd zijn van eigen geleerdheid, noch met een zogenaamde nuchterheid op een afstand blijven staan; maar alles willen doen, om alsmaar dichter bij Hem te komen, nader tot Hem komen te staan. Steeds luisterende en, dan stil wordende, waar wij Zijn Stem horen spreken; en vooral de stilte binnenin niet verstorende met de drukte, het lawaai van onze eigen waanwijze en tegenwerpingen makend stamelen, met onze dwaze "waaroms" en afdingende "ja,  maars".

Ziijn Stem
Ziijn Stem is o zo dikwijls "fluisterend" en de toon "zacht". Niemand mag verwachten, dat hij (als hij zelf van verre blijft staan en bovendien graag zelf blijft redeneren,... zijn eigen stem nog zo graag bij voortduring hoort) die zoete Stem zal kunnen verstaan. Wat verwacht God van ons?

Dat wij , evenals Zacheus destijds, afdalen vanuit die "vijgeboom van eigengerechtigheid en zelfoverschatting". En heus, het zijn maar weinigen, die dit vrijwillig willen doen. Wanneer zij "horende doof" en "ziende blind" blijven, staan zij gauw klaar met verwijten aan het adres van Degene, Die spreekt.

Hierin zijn zij gelijk aan die leerling van de lagere school, die een moeilijk leerboek betreffende een hem onbekende leerstof inkijkt! Daarom is het ook Gods uitgesproken wil, dat er geestelijke leiders zijn, die leiding kunnen en zullen geven; echter alleen aan hen, die geleid willen worden. En herders voor die schapen, die "geherderd" willen worden.

Dat er, evenals in elke school in het dagelijks leven, leeraars en leerlingen zullen zijn, en dat zij, die geleerd worden, zich zullen wenden tot hen, die leren, in alle gevallen waarin de eersten raad en steun nodig hebben, opdat het onderricht duidelijk mag worden. Een ieder naarmate van wat hij waardig is te mogen leren uit deze School van de Geest! Het "waartoe" en "waarvoor" wordt eveneens duidelijk verm

Deze Jezus heeft "gegeven sommigen tot apostelen, en sommigen tot profeten, en sommigen tot evangelisten, en sommigen tot herders en leraars" (Ef.4:11


En Zijn mond geopend hebbende....
Dit doet God voor hen, die geleerd hebben om naar Hem te luisteren. En dan niet alleen met het oor, maar met geheel hun ziel, met hun ganse hart en hun verstand. En net zo lang, totdat zij de zin van het gesprokene bewust beginnen te verstaan. Vooral tot diegenen, die Hij geroepen heeft of roept of nog roepen zal tot enig ambt of bediening; de tot geestelijke leiders geroepenen, die levendig beseffen, dat zij een heel leven nodig zullen hebben, om het geleerde in praktijk te brengen!

Het is Gods Geest, Die ons allen met geduld en wijsheid kan leren verstaan, zoals ook een kind op den duur zijn ouders en opvoeders, zonder woorden dikwijls leert begrijpen! Zijn bemoeienissen zijn het, die helpend en stuwend werken en ons voortdurend aansporen te trachten "nederig en eenvoudig" te blijven.

Wij allen ervaren dat in die ogenblikken, waarin de Heilige Geest Zelf, als "Stromen van Kracht" in ons opwelt! Als Hij in duidelijke lessen, welke Hij ons voorhoudt, ons de dingen in Gods Schepping doet verstaan, wanneer wij bereid zijn om ons daarin te verdiepen. Maar Hij spreekt ook in de dikwijls harde en gevoelige levenslessen, die Hij nodig acht ons in te prenten!

Pas wanneer wij diep doordrongen zijn van het feit, dat het onderwezen worden in de dingen van het onzichtbare geestes-leven en het terdege verstaan van hetgeen God van ieder van ons verlangt, verstommen als vanzelf alle vragen, omdat wij dan mogen inzien, dat alles neerkomt op in nederigheid des harten op te zien tot Hem, Die niet alleen "ons eerst heeft lief gehad;"maar dat nog steeds doet. Halleluja! Amen.

Het feit, dat wij vaak liever onze eigen "wetten" maken, en naar onze eigen overleggingen luisteren, is de reden, dat Hij door innerlijk aandringen en, door ons 'met tegenslag en onrust te kastijden, of met blijdschap en zielerust te belonen (in de zin van vervullen) ons op Zijn weg wil houden, dicht onder Zijn gehoor.  Er staat in dit verband geschreven:

"Niets zal mij scheiden van de liefde van Christus en ook: " opdat ik Hem kenne. En dat niet tot eigen voordeel, maar om Hem te dienen in volle overgave en wijding".

Als wij in geestelelijke zin wedergeboren zijn, dienen wij als kinderen Gods te staan. Als uit onszelven nog niets bezittende, als armen in elk opzicht! Dan zal Hij ook ons zaligspreken, omdat wij (bewust van onze kleinheid en geestelijke armoede) zonder verzet tot Hem komen, om ons te laten opvoeden door de Heilige Geest, Wiens taak het is voor ieder persoonlijk en voor de Gemeente, als het Lichaam.

Want alleen zo, ons gelijk een kind op genade onszelven overgevende, zullen wij langzaam maar zeker opgroeien tot gehoorzame, horende en ziende kinderen van onze Vader, Die in de hemelen is. Opgroeien om volwassen te worden in deze "School des Heiligen Geestes". Glorie voorHem!

Het is niet overbodig er op te wijzen, dat het voor goed verstasan erstaan noodzakelijk is, rekening te houden met het feit, dat de Here Jezus (vooral in De Bergrede) Zich herhaaldelijk richt tot Zijn discipelen in het bijzonder, in verband met hun roeping; Zij toch zijn de "eerste burgers van Zijn Koninkrijk". "Eerste", hier in de zin van "eerst-geroepenen". Toch gelden al deze lessen, raadgevingen en vermaningen voor een ieder van ons.

Tegelijkertijd moeten allen beseffen, dat men ook tot geheel verkeerde gevolgtrekkingen en tot tegenstrijdige begrippen, zelfs tot ongerijmde eisen kan komen, wanneer men niet blijft onder Zijn eminente leiding en gehoor! Daarom stelt hij, die het Woord Gods leest zonder het vereiste Licht van Gods Geest, zich bloot aan niet denkbeeldige gevaren.

Vooral, als hij, zonder onderscheid te maken, Gods uitspraken tracht door te voeren in zijn eigen leven..... Gevaarlijke misvattingen en onnodige verwarring. Wij zijn gewaarschuwd ''Zonder Mij kunt gij niets doen"(Joh. 15). Een andere oorzaak van veel misverstand bij het lezen van "De zaligsprekingen, waardoor men dikwijls voorgoed afschrikt van de "Leer van Christus en Dien gekruisigd", ligt in de op het eerste gezicht volkomen onaannemelijke, onaanvaardbare uitspraken op verschillende plaatsen, vooral waar Hij Zijn uiterste tegenstelling plaatst tegenover de andere.

Bijvoorbeeld:
- het bereid moeten zijn om allen en alles te vergeven;
- het zich zonder verweer laten slaan, niet alleen op de rechter, maar ook op de linker wang, tegenover de algemeen geldende opvatting van onmiddenjk gereed staan tot twisten en vechten;
- het alles opofferen en weggeven, tegenover de in elk mens levende begeerte, om alles voor zichzelf op te eisen en te willen behouden;
- het zichzelf verlochenen, tegenover de wereldse opvatting van in "the struggle for life" de wet van zelf-behoud tot het uiterste door te voeren, en zelfs tot een algemene levenswet te handhaven!

Maar wanneer de Here Jezus, door de Heilige Geest, ons Zijn uitleg doet horen van wat het karakter van de "burgers van Zijn Koninkrijk" en het streven van de geheiligde Christen behoort te worden, en ons de meest vergaande konsekwenties voor ogen houdt, dan volgt daaruit, dat Hij van ons verlangt dat wij ons op Zijn weg zullen moeten bevinden, om al dze konsekwenties te kunnen dragen. Wij leven, zoals het geschreven staat: "temidden van een krom en verdraaid geslacht".

Dus moeten wij ook met alles rekening houden en verwachten, dat Gods middelen niet de onze zijn! Daarbij moeten wij bedenken, dat wij hier te maken hebben met aanwijzingen, voorschriften en wetten, niet vat het alledaagse leven, maar van Gods onzichtbare wereld. Tenminste voor zover het ons geestelijk leven en welzijn aangaat!

Gods voorschriften zijn immers bedoeld voor dat Koninkrijk dat in ons is en binnen in ons begint, en naar welks verwerkelijking elke Christen behoort te streven; en welks voorschriften wij zelfs in het gewone leven wel degelijk moeten trachten in praktijk te brengen; altijd en overal, waar dat maar enigszins mogelijk is! Zegt de ware discipel later Zijn apostel, niet: "ik vermag alle dingen door Christus, Die mij kracht schenkt!"?

Aan de andere  kant wordt van ons gevraagd, dat wij onze ogen niet zullen sluiten voor de ruwe werkelijkheid om ons heen! Met andere woorden: wij moeten er steeds rekening mee houden, dat wij te maken hebben met de door Jezus geschetste voorschriften aangaande levens-verhoudingen, zoals die behoren te zijn!

Zoals die, al is het nog niet algemeen, reeds nu gekend worden door hen, die als ware Christenen met elkaar leven.

"Dit wetende, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is en wij onze vrucht hebben tot heiligmaking, en het einde het eeuwige leven" (Rom.6)

 Het is Gods wil, dat wij aan dit feit, door het geloof, vasthouden. In onze ervaring zullen wij alsdan in de praktische werkelijkheid hiervan van dag tot dag worden geleid. Beetje voor beetje ontvangen wij.

Hij alleen weet wat goed is.
Wij kunnen dan in alle omstandigheden rustig blijven, en er op vertrouwen, dat Gods goede Geest het leven, dat met Christus verborgen is in God, in ons karakter verder uitwerkt. Geestelijk gesproken is het niets anders dan vooruitkomen in het kennen van alles wat wij in en door Hem bezitten!

Maar geestelijk groeien vereist een honger des harten naar
meer dan de Geest, maar ook vastbeslotenheid, gegrond op de zekerheid, dat Hij meer te geven heeft, dan wij verlangend zijn om te ontvangen. En datgene wat Hij ons schenkt uit genade, dienen wij ook te over denken, te overpeinzen.

Nooit zullen wij het volle begrip hebben aangaande onze geestelijke goederen, nooit deze leren kennen, wanneer er slechts een oppervlakkig begrip is van het Woord van God! Ons aandeel is nooit het opwekken of verwekken, maar het in gehoorzaamheid ontvangen.

Wij hebben bij voortduring te maken met deze onomstotelijke waarheden: een vast geloof hebben in Hem en Zijn doel voor ons leven in Christus, plus een volhardend vertrouwen, dat Hij ons leidt door alle noodzakelijke vorming. Geprezen zij de Naam des Heren!!




Home | Sitemap | Inhoud