De Bergrede van Jezus

Home | Sitemap | Inhoud

 

 

Valse vroomheid - Geen Godsvrucht


"Niet een iegelijk, die tot Mij zegt:
Here! Here! zal ingaan in het Koninkrijk
der hemelen, maar die daar doen
de wil des Vaders, Die in de hemelen is.
Velen zullen te dien dage tot Mïj zeggen:
Here, Here! hebben wij niet in Uw Naam
geprofeteerd, en in Uw Naam duivelen
uitgeworpen, en in Uw Naam vele krachten
gedaan?" (Matt.7:21-23; Luk.6:46).


Hier hebben wij de konklusie van deze lange en buitengewone Rede van Jezus. De strekking beoogt om ons te tonen (te leren), dat gehoorzaamheid aan Jezus' Leer onvermijdelijk en noodzakelijk is! Wij worden hier geconfronteerd met de praktijk van het geloofsleven....

Ons wordt hier geleerd rekening te houden met het feit, dat er in de Wijngaard des Heren, in Zijn oogstveld, lieden gevonden zullen worden, wier handel en wandel staan "in het teken van profeteren, van wonderen en van tekenen". De "miskenning" van Jezus, Zijn pertinente "afwijzing", doet ons verstaan, dat het hele optreden van dergelijke lieden moet worden gezien en gekend als "show", als "vals", en dus als "leugen", "bedrog"!

De wonderen en tekenen van Jezus werden en worden nog gewerkt door de Heilige Geest Zelf. Die mensen maken gebruiken als "kanalen", als "instrumenten". Maar deze, die Jezus in het gezicht geslingerd worden en waarop die lieden zich beroepen (beroemen is een beter woord zijn "wonderen der leugen",... zijn "werkingen des duivels", en worden gewerkt door "valse" (d.i. satanische) zalvingen!! Satan is de "meester-imitator". Daarom kunnen wij niet zonder de inwonende Geest van God, omdat Hij alleen ons kan leiden in al de waarheid.

Onderzoeken wij hetgeen geschreven staat in respektievelijk Matt. 24:24 - "valse CHRISTUSSEN", d.i. "valse ZALVINGEN" en II Thess. 2:9 en vergelijk. Wij moeten alle geestes invloeden onderzoeken en toetsen aan de hand van het Woord van God. Onderzoeken, of deze inderdaad wel uit God zijn! Omdat er ook "een vorm van godsdienstigheid" is, waarbij de godsdienstige vast overtuigd is "God te dienen", terwijl zijn leven er in werkelijkheid slechts op gericht is om "zichzelf te dienen"!!

Daar is een "vorm van aanbidding", die slechts bestaat in het vol verheerlijking opzien tot een klein menselijk altaar, gewijd aan een eigengemaakt religieus ideaal, waaraan wij dan de naam van ""onze God'sdienst" geven, zonder God Zelf te kennen in deze vraag: hoe Hij door de mens gediend wil worden, en hoe wij Hem van dienst kunnen zijn.

Daar is een onechte vroomheid, die zich uit in de onwaarachtigheid, dat wij God onze Heer noemen, maar onszelf niet doordringen van het feit, dat wij alleen dat met recht Hem zo noemen, als wij Hem in ons leven ook ten volle de plaats én de macht de rechten toekennen en inruimen, die Hem alleen als DE HERE toekomen van de zijde van degene- die Hem uit genade mag dienen!

De fout die wij onophoudelijk maken is deze: wij vragen ons niet voldoende af, of wij inderdaad ook "doen", zonder morren en tegenspraak, wat Hij ons beveelt of opdraagt,.., of wij het ten uitvoer brengen naar eigen opvattingen, of al of niet te doen naarmate wij er lust in hebben en Zijn opdracht uitstellen tot een tijd, die ons belieft!?

Daar is een stem in ons binnenste, die ook tot ons spreekt, en die ons ook tracht te leiden, de Heilige Geest kan ons doen weten, of het de stem is van onze eigen gedachten, dan wel de Stem van God! "Zelfbedrog" is zonde, en "zelfverheerlijking is de. naam van die zonde, die onze geloofsboom (onze levensboom) verkankert, zo, dat de onechte godsvrucht daaraan gaat groeien en rijpen.

En zij, die zich daaraan schuldig maken zijn de moderne Farizeers in onze dagen, de huichelaars onder de vromen, die zich uitverkoren en bekeerd wanen met hun aanbidding, zoals Jezus zegt, zonder Hem als Here te dienen.

En laten wij nu eerlijk zijn, lijden wij niet allemaal aan deze kwaal van onechtheid, al het maar een beetje! Zelfs daar waar wij volkomen te goeder trouw overtuigd zijn alleen naar het goede te streven, en de wil van God te doen!? Een onechtheid, die niet voortkomt uit oneerlijkheid of zelfzuchtige bedoelingen, maar eerder het gevolg is van ons grote tekort aan voortdurende zelfkritiek en het daaruit voortvloeiende gemis aan zelf-kennis.

Zij, die geneigd zijn tot "vergeestelijken" zijn erg vatbaar voor deze kwaal, met alle noodlottige gevolgen. In de allereerste plaats voor hunzelf en daarnaast ook voor de gemeente!

Het is daarom, dat Jezus ons in het bijzonder voor deze, ons allen en alles besmettende geestelijke kwaal waarschuwt; waarvan niet een geloofsgemeenschap, sekte of kerk,... maar dan ook niet een stroming, die jaagt naar de hogere dingen, vrij blijft. Genezen hiervan kan alleen Jezus, onze Geneesheer alleen kan ons verlossen van dat dienen van eigen ijdelheid, van een bevrediging van het algemeen-menselijke verlangen om ons in een gevoel te kunnen rekenen tot de hoogstaanden en achtenswaardigen onder de broeders!

Worden wij hiervan niet genezen, niet verlost, dan blijft er een meewerken aan het vornen van "uitwassen" op de stam van de boom der ware "gemeenschap der kinderen Gods", door dan te parasiteren op de levenskracht die daarvan uitgaat en blijft daarbij een zichzelf beroemen op de voortreffelijkheid van dit "vermeende" werken voor de belangen van God en Zijn Koninkrijk.

Daarom Jezus' liefdevol vermaan, ervoor te waken niet zelf te horen tot die "veler, die zichzelf wijsmaken God lief te hebben en als Heer te erkennen en te dienen; maar, aan wie "op die Dag" (op God's OORDEELSDAG!) getoond zal worden, dat zij in werkelijkheid slechts zichzelf hebben gediend en aangebeden en liefgehad tijdens hun hele leven! God is rechtvaardig - geloofd zij Zijn Naam!!

 "Gaat weg van Mij Ik heb u nooit gekend!!"

Wat erg, hoe vreselijk! Degenen, die op "DIE DAG" teruggestuurd zullen worden, zijn dus zij, die zich op eigen gezag, tot "de ware Christenen", ja zelfs tot "uit-verkorenen God's rekenen, allen op grond van de feiten, dat zij geprofeteerd hebben, duivelen hebben uitgeworpen, en krachten hebben gedaan. Zij zijn degenen, die het als vanzelfsprekend aannemen, dat "OP DIE DAG" zij zullen wo den opgeroepen , met onderscheiding in de hemel te worden ingehald! en door God tot Zijn trouwste dienstknechten, vrienden en zelfs eigen kinderen te zullen worden gerekend. Terwijl in werkelijkheid Jezus gedurende hun leven een vreemde voor hen bleef, en zij dientengevolge door Hem ook als "vreemden en buitenstaanders" zullen worden behandeld..

Zij zullen daarom uit Zijn mond en tot hun stomme verbazing en ontgocheling, deze harde waarheid te horen krijgen! Woorden van verwerping, als een welverdiende vergelding voor schijnvromen , voor schijn-heiligen, voor in wezen onbekeerden, want op God's tijd wordt de boom geveld door de scherpe bijl van God's rechtvaardig oordeel. Amen
.
"En dan zal Ik hun openlijk aanzeggen: Ik heb u NOOIT gekend;... gij die de ongerechtigheid werkt:"
Aan te voeren voor zelfverdediging: "hebben wij niet dit gedaan,... hebben wij niet dat gedaan, ...en alles in Uw Naam Here", en dan toch verworpen worden.

Dat kan alleen maar, als zij tijdens hun leven Hem verworpen hebben. Het is mogelijk in God te geloven en toch Zijn Woord te verwerpen. Het geval van koning Saul in I Sam. -15":26b spreekt voor zichzelf! God is in zulke gevallen onverbiddelijk. Voor wie nederig van hart is, zijn zonden belijdt, oprecht berouw heeft, is Jezus Redder, Verlosser en Here en onze Verzoening..Halleluja, maar wie zichzelf iets aanmatigt, alsof hij kan leven zonder God's genade, en zich op die grote dag van oordeel zal aanmelden als een zogenaamde getrouwe dienstknecht, die zal in God een gestrenge Meester en rechtvaardige rechter vinden, Die weet, wie waardig is om in te gaan. Zonder de voortdurende vervulling met God's Geest, komen wij tenslotte tot een uiterlijk gerechtigd leven, dat veroordeeld is bij God.

God, de Heilige Geest, heeft Zijn apostel, Paulus, laten schrijven in zijn Brief aan de Thessalonicensen, de tweede, het 2de hoofdstuk en 7de vers: "Want "de verborgenheid der ongerechtigheid" wordt alrede gewrocht...". Al zo vroeg in de geschiedenis van de Gemeente van Jezus Christus werd deze ten-hemel-schreiende zonde gekend.

Voorwaar geen kleinigheid!  En de vraag is dan ook gerechtvaardigd: "welke is dan deze ongerechtigheid?" Het antwoord vinden wij als altijd, in God's feilloos Woord. Deze ongerechtigheid die "in het verborgene" geschiedt (nu nog moeilijk te onderscheiden voor het menselijk oog, maar straks ten volle geopenbaard!) dateert reeds van de vroegste tijden in het raadsplan van God.

Wij moeten hiervoor helemaal teruggaan naar de originele schepping, waarvan heel summier iets wordt weergegeven in de boeken van de profeten Jesaja en Ezechiël; in de respektievelijke hoofdstukken 14 en 28. In deze hoofdstukken worden namelijk twee vorsten genoemd: de koning van Babel en de koning van Tyrus. Hun handelingen (deze koningen hebben in letterlijke zin nooit bestaan!) ,"weerspiegelen" die van Lucifer, een Creatie van GodZelf in de hemelen. Voor een goed begrip vragen wij hierbij alle aandacht en vooral biddende overdenking van hetgeen geschreven staat in Jes.14.

"Hoe zijt gij uit de hemel gevallen,
o morgenster, gij zoon des dageraads!
Hoe zijt gij ter aarde nedergehouwen,
gij, die de volkeren krenktet! En zeide
in uw hart: ik zal ten hemel opklimmen,
ik zal mijn troon boven de sterren God's
verhogen; en ik zal mij zetten op de berg
der samenkomst aan de zijden van het
noorden. Ik zal boven de hoogten der wolken
klimmen. Ik zal de Allerhoogste gelijk worden".

Voorts in Ezech.28:16 en 17,

"Door de veelheid uws koophandels
hebben zij het midden van u met
geweld vervuld, en gij hebt gezondigd;
daarom zal Ik u ontheiligen van God$s
berg, en zal u, gij overdekkende cherub!
verdoen uit het midden der vurige stenen!
Uw hart verheft zich over uw schoonheid;
gij hebt uw wijsheid bedorven, vanwege
uw glans; Ik heb u op de aarde henen-
geworpen, Ik heb u voor het aangezicht
der koningen gesteld, om op u te zien".


Daar is de zonde, de ongerechtigheid in waarheid, een verborgenheid, waar in het hart het schepsel zich keert tegen Zijn schepper; zich afwendt van de Almachtige God, om door schijngodsdienst te komen tot verheerlijking van zichzelf en te baden in een glans, waardoor en waarmede anderen worden verblind! Amen.

 



Home | Sitemap | Inhoud