Die is, Die was en Die komen zal
De "Openbaring"nader beschouwd
* Inhoud

* Gods Raadplan der eeuwen
Lees verder

* Waarom de Openbaring werd gegeven
Lees verder

* De brieven aan de zeven gemeenten
Lees verder

* Efeze
Lees verder

* Smyrna
Lees verder

* Pergamus
Lees verder

* Thyatira
Lees verder

* Sardes
Lees verder

* Filadelfia
Lees verder

* Laodicea
Lees verder

* Nabeschouwung
Lees verder

* De troonsheerlijkheid van de Vader
Lees verder

* De heerlijkheid der verzoening door God de Zoon
Lees verder

* De zegels worden geopend.
Lees verder

* 1ste zegel
Lees verder

* 2de zegel
Lees verder

* 3de zegel
Lees verder

* 4de zegel
Lees verder

* 5de zegel
Lees verder

* 6de zegel
Lees verder

* 7de zegel
Lees verder

*De Goddelijke oogst voor en na de grote oordelen van God
Lees verder

* De bazuinen gaan klinken
Lees verder

* 1ste - 4de bazuin
Lees verder

* 5de bazuin
Lees verder

* 6de bazuin
Lees verder

* 7de bazuin
Lees verder

* De culminatie der demonische machten
Lees verder

* Gods volmaakte openbaring van Zijn oordeel en genade wordt  de wereld aangezegd
Lees verder

* Gods volmaakte openbaring van Zijn oordeel en genade wordt de wereld gegeven
Lees verder

* De openbaring van Gods grote verborgenheid
Lees verder

* De antichrist en zijn heerschappij
Lees verder

* Gods wegen in genade en gericht
Lees verder

* De zeven fiolen vol van de toorn van God
Lees verder

* De zeven fiolen van Gods toorn worden uitgegoten
Lees verder

* Gods oordeel over het grote Babylon als geestelijke macht
Lees verder

* Gods oordeel  over het grote Babylon als politieke en economische macht
Lees verder

* De inleiding tot het grote duizendjarig Rijk van Christus
Lees verder

* Aanvang en slot van het duizendjarig Vrederijk
Lees verder

* Taferelen uit Gods eeuwigheid en van het Nieuwe Jeruzalem
Lees verder

* Besluitend visioen en Jezus' laatste woorden
Lees verder




 

 

 

Home - Sitemap

 

De openbaring van Gods grote verborgenheid
Het centrale of sleutelhofdstuk


 

Het "sleutel" hoofdstuk

Het 12de hoofdstuk van Openbaring wordt door Bijbelverklaarders ook wel genoemd het "centrale of sleutelhofdstuk" van de Bijbel. Het "waarom" is duidelijk.  Dit hoofdstuk openbaart de Bijbel-onderzoeker de voltrekkingvan het Goddelijk Plan van alle eeuwen. Een ieder, die de strekking niet verstaat, de geestelijke diepte verkeerd interpreteert, zal nimmer komen tot de juiste onierscheiding van Gods wondervolle bemoeienissen in het met Gods Geest vervuld en tot volheid gekomen leven!  Hier faalt alle "geschiedkundige oriëntatie", hier helpt geen boeken-kennis" hier kan de Heilige Geest alleen spreken tot het onbevooroordeeld hart en kan de openbaring van de Geest slechts geschonken worden aan het eerlijk, open, ontvankelijk en verwachtend gemoed! Dit hoofdstuk opent met:
 
vers 1,
"En daar werd een groot teken gezien in de hemel, namelijk een vrouw bekleed met de zon, en de maan was onder hare voeten, en op haar hoofd een kroon van twaalfsterren".

De Bruid van Christus
Wij willen hier eerst zon, maan, en sterren nader beschouwen.
In het licht van Bijbelse profetie kunnen wij alsdan het volgende vaststellen: De "zon" is nog altijd het symbool van de Heerlijkheid Gods, van de Vader, als de Eerste Persoon van de Godheid. De "maan" is nog altijd het symbool van het gebroken Lichaam en uitgestorte bloed en van de Here Jezus, de Zoon van de levende God én de Tweede Persoon van de Godheid - de Centrale Figuur. De "sterren" in hun menigvuldigheid zijn de symbolen van Twaalf met Gods Geest vervulde Personen - kinderen Gods, die hier dienen te worden onderscheiden als diegenen, aan wie het "Leiderschap" in de tijd van het einde gegeven is. Openb.1:20b, schenkt ons in deze het nodige licht.

 

Maar wie is dan deze "vrouw?"
Wie wordt door dit "grote teken" voorgesteld? Welke is dan wel haar verheven  positie in het raadsplan Gods, dat de apostel Johannes haar ziet "bekleed met zon, maan, en sterren", met deze wonderlijke symbolen, die in direct verband staan  met de Drie-Enige God Zelf?
Deze vrouw is persé niet de "Moeder-Maria", de uitverkoren "Maagd van Israël", zoals velen leren. Zij is ook niet de symbolische voorstelling van het oude Israël, zoals anderen ons willen doen geloven. 

Deze Vrouw is en kan in het licht van de Bijbelse Profetie en de Openbaring van de Geest,  niemand anders zijn dan de "Bruid van het Lam van God", de "Gemeente van de Here Jezus Christus!" .
Zij is die glorieuze Gemeente, waarvan de Heilige Geest spreekt in Ef.5;27,.. "een Gemeente die geen vlek of rimpel heeft of iets dergelijks, maar heilig en onberispelijk!" M.a.w., zij is hier "volmaakt geworden", zondeloos, doordat zij gekomen is "tot de maat van de grootte der volheid van Christus" (Ef.4:13b); doordat "de volheid der Godheid Lichamelijk" in haar woont, gesymboliseerd door die zon, die maan, en die sterren!

Spade-Regen-Apostelen
Zij wordt hier Johannes getoond als "De Gemeente" in in haar slotbediening; vol van de Heerlijkheid Gods (de zon) - trouw aan de Verzoening, gekocht en betaald door Jezus Christus op Calvaries Kruis, voor haar (de maan), terwijl zij in "de laatste dagen" geleid wordt door de 12 "Spade-Regen-Apostelen" van Christus Jezus, haar Here en Bruidegom (de sterren)..Zodra "de reiniging van het heiligdom" een historisch feit is (Dan.8;14), de Gemeente volmaakt is, zal het Apostolisch Leiderschap wederom haar van God toegewezen plaats innemen.

Dit Bijbelse getal 12 is het symbolische getal van "Goddelijke Eeuwigheids-Ordening" (zie in dit verband de brochure: "Symboliek der Bijbelse Getallle "). Deze Vrouw is een "gehuwde vrouw", de Bruid van Jezus Christus; en deze is op dat betrokken tijdstip nog op aarde! Haar "gehuwde staat" is het Schriftuurlijk bewijs, dat de "Bruiloft van het Lam" vooraf gaat aan de tijdsperiode van de Grote Verdrukking; en dat de "Gelijkenis  van de Tien Maagden" (Matth.25) voor deze zelfde periode tot vervulling komt!

 

Bruiloft
Deze tijdsperiode van de Grote Verdrukking duurt drie-en-een-half jaar, wat bekend mag worden verondersteld. Wij verwijzen alsnog naar de volgende Schtiftplaatsen voor biddend onderzoek en meditaie: Pslm.45; Openb.19:7-8; Ef.5:22-23; Matth.25:1. In de tijd, waarin wij nu leven is deze vrouw nog in haar "ondertrouw tijd" (2 Kor.11:2) en moet de eerdergenoemde "bruiloft" nog plaats vinden.


Het moet de Bijbelonderzoeker altijd voor ogen staan, dat deze Vrouw "De Wereld-Wijde-Gemeente is". D.w.z., dat haar "conditie" wereldwijd is. Allen onder de kinderen Gods, die door Gods wondere genade, volkomen overgave en algehele toewijding en heiliging door de Heilige Geest, gekomen zijn tot "de Schriftuurlijke Standaard van de Here Jezus Christus", zoals vastgelegd in de Schriften, zullen tot deze vlekkeloze Gemeente, de "Bruid van Christus, behoren. En deze bevinden zich over het ganse rond der aarde!


De taal van de Bijbel
Hoe noodzakelijk is het om "de taal van de Bijbel","de code van de almachtige God" te verstaan. Wanneer wij hierin falen, zo zullen wij het ook doen in de uitleg van dit "grote teken". Aan deze Vrouw, alleen aan de Bruid van de Here Jezus Christus, zal in "de laatste dagen Zijn bediening worden gegeven, om deze te manifesteren in Zijn majesteitelijke kracht en heerlijkheid. Niemand anders is het gegeven om dat te doen. (Ef.3:8-11 )Zij is alsdan gekomen tot de onsterfelijke staat", en allen "die levend overblijven bij de wederkomst des Heren zullen  ertoe behoren!

In dit verband staat er geschreven "Want dat zeggen wij u door het Woord des Heren, dat wij die levend overblijven zullen tot de toekomst det Heren, niet zullen voorkomen degenen die ontslapen zijn... daarna wij die levend overgebleven zijn, zullen tezamen met hen opgenomen worden in de wolken, de Here tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met de Here wezen" (1 Thess.4:15-18). Nogmaals benadrukken wij het feit, dat een recht verstaan van alle lering van Gods Woord m.b.t. de zon, de maan, en de sterren, een noodzakelijke eis is, willen wij het juiste (ook geestelijke) inzicht verkrijgen, nodig om ook hier alles "recht te snijden".

Een "groot teken!"
Is daar een wondervoller, bekoorlijker en imponerender beeld van de volkomen rein gewassene Bruid van het Lam van God van de Here Jezus Christus? In de ganse Schrift, met uitzonderihg van dit beeld, dat wij nu onder de loep hebben genomen, is zoiets niet te vinden! Vandaar, dat de apostel heeft moeten schrijven: een "groot teken!" .
Dat zij "een getrouwde vrouw is", heeft de Opdrachtgever van de apostel, de Here Jezus Christus Zelf, gezegd, want wij lezen:"en zij was zwanger, en riep, barensnood hebbende, en zijnde in pijn om te baren" (v.2). Dit kan niet worden misverstaan en is voor andere uitlegging niet vatbaar, tenzij "men perse (en dat is dan "moedwillig" - willens en wetens) iets anders ervan wil maken, tegen beter weten in. Maar wie zal het wagen, om wijs te zijn in eigen ogen?

 

Een tweede teken verschijnt
De Antichristelijke Satanische Geest, Die het 10-Statendom Zal vervullen..Nadat nu aan Johannes deze vrouw is getoond in barensnood, verschijnt "een tweede teken" voor zijn zienersogen... "En daar werd een ander teken gezien in de hemel, en zie, daar as een grote rode draak, hebbende zeven hoofden en tien hoornen, en op zijn hoofden zeven koninklijke hoeden". (v.3).
Elke vraag is hier misplaatst, het antwoord wordt ons reeds van tevoren gegeven. De grote tegenstander van God staat hier voor ons - niet enkel in de gecombineerde machten van de hel, maar in de door de duivel zelf gecreerde en bezeten federatie van tien rijken, waarover straks de antichrist zal heersen als alleenheerser, gedurende de drie-en-een-half jaar van de tijdsperiode van de Grote Verdrukking!

Het is dus niet direct het beest persoonlijk, de antichrist, want hij verschijnt pas in hoofdstuk 13 op het wereldtoneel; maar het zijn de gecombineerde aardse machten, door de hel ontstoken,  die een antichristelijke geest openbaren, die nu opereren als "die grote rode draak". En, gelijk de Vrouw bekleed is met al de symbolen van de macht der Godheid, zo is nu deze grote, rode draak" in het bezit van al de volheid van de aardse autoriteit!

Het 10-statendom
Vanzelfsprekend is Satan de grote "inspirator", de hellemacht achter alles"; en hij is het, die straks al deze "aardse machten" zal opzetten tegen de Gemeente van de levende Ged.  De eerste hoofden zijn (zie hoofdstuk 17) de voorstellingen van achtereenvolgens: Egypte, Assyrië, Babylonie, Perzië, Griekenland en Rome. Het 7de hoofd, het geprofeteerde 10-statendon, dat nu nog niet is, maar binnen afzienbare tijd zal komen! Dit geslacht zal getuige  hiervan zijn. Ook de 10 hoornen verwijzen hiernaar.

De 10 hoornen komen verder overeen met de 10 tenen van het grote beeld in Dan.2:42 en met de 10 hoornen vn Dan.7:7.
Op het einde van de tegenwoordige tijdsbedeling zal deze historische federatie er zijn. Bedenken wij, dat hoornen spreken van machten. Alle genoemde koningen en machten hebben in de loop der wereld-geschiedenis een ontzettende haat ten toon gespreid, aan de dag gelegd, ten opzichte van God en Zijn volk op aarde; en deze "beestachtige aard" zal straks haar duivelse Climax bereiken in de satanische creatie van het komende zevende hoofd.

 

De vorst van deze wereld
Beslister dan ooit zal alsdan de satan optreden als de vorst van deze wereld, die zich dan met alle macht, die in verband staat met onze aarde, zal omgeven. Helse machten zullen worden losgelaten en allen die dan nog op aarde leven, zullen (indien zij niet het eigendom zijn van de Here worden overweldigd) . Alle drijfveren en beweegredenen zullen uit de duivel zelf zijn; waarom wij dan ook lezen...

Vers 4a
"En zijn staart trok het derde deel der sterren des hemels mede, en wierp die op de aarde..."


De valse profeet
In Jes.9 wordt ons verteld, dat de profeet die leugens spreekt, de staart is, zodat wij hier het beeld hebben van hem, die door "valse leringen", "bedriegelijke taal", "wonderen der leugen", en "satanische dwalingen", hen, die gezagsvolle plaatsen innemen, wis en zeker zal weten te verleiden, om zodoende tot zijn doeleinden te dienen.
Evenwel is daar niets, dat ons zo het ware karakten van de duivel in zulk een helder licht plaatst, als de wijze, waarop hij poogt Gods plannen te verijdelen.Vandaar dan ook, dát wij eerst moeten leren verstaan, dat er straks een ontstellend grote "afval van de waarheid in Christus Jezus" zal plaats vinden; en dan zal het volgende geschieden:


Vers 4b,
"De draak stond voor de vrouw, die baren zou, opdat hij haar kind zou verslinden, wanneer zij het zal baren" .

Satans doel
Hoe wondervol en machtig is toch wel de samenstelling van het profetisch Woord van God!' Wie kan haar hebben ingegeven, anders dan God Zelf! Want, wanneer wij de eerste bladzijden van de Bijbel opslaan, zo vinden wij daar de satan staan tegenover de vrouw om haar te verleiden en om haar van God te vervreemden door haar te brengen tot ongehoorzaamheid; en ongehoorzaamheid is ongeloof! Toen hem dat gelukte, had hij de overwinning behaald.

Maar toentertijd werd ook de belofte door God gegeven, de moeder-belofte voor het gevallen geslacht: "het zaad der vrouw zal de slang de kop vermorzelen". Halleluja! En nu hier, aan het einde bijkans, worden wij geccnfronteerd met beide partijen,... opnieuw, doch met een ontzaglijk groot verschil. Behaalde de duivel in het toenmalige paradijs de overwinning, hier aanschouwen wij, met de apostel, Gods triomf.
Openbaarde zich daar de list, de sluwheid, en de macht van de satan, hier zien wij Gods almacht, na lang geduld, triomferend over a
lles.. Glorie voor God en Zijn Christus!

De Bruidsgemeente
Deze draak, staande voor deze vrouw, beeldt de grootste vervolging aller tijden uit, aan welke in de nabije toekomst de Bruidsgemeente (de Bruid wel te verstaan) zal bloot staan! Deze satanische verleiding, misleiding, en kwaadaardige vervolgingen zijn erop gericht om "de mannelijke zoon" te vernietigen.  Deze draak weet maar al te goed, "wie" deze mannelijke zoon zal zijn,... het lange eeuwen tevoren beloofde "zaad der vrouw", dat hem de kop zal vermorzelen; en daarom tracht hij, in satanische woede ontstoken, dit kind te verslinden! Satanische hoogmoed en goddeloosheid bereiken hierin straks het hoogtepunt. . Zo moeten wij heden ten dage goed verstaan, dat allen (die willens en wetens zich schuldig maken aan het wederstaan van Gods wil en plan) hetzelfde doen als "de vader der leugens"..


Wat baat hem zijn woede?
Laten wij nog even teruggaan in de geschiedenis.... Dezelfde duivel en satanas, die eertijds, door Farao, Mozes (de van Godswege verordineerde "bevrijder van Israël" en "de mannelijke zoon van de tabernakel" wilde vernietigen (vermoorden), is dezelfde duivel, die, door Herodes, getracht heeft om Jezus, de Zoon van God, de Bevrijder uit het Egypte van deze wereld en de "Mannelijke Zoon van de tempel", te vernietigen. En het is wederom dezelfde satanas, die straks de "mannelijke zoon van de Gemeente" zal pogen te verslinden (d.i.vernietigen). Maar, voor de derde maal zal hij in zijn pogingen worden verijdeld, hetgeen wij leren verstaan, wanneer wij het volgende vers lezen:
 
vers 5,
"En zij baarde een mannelijke zoon, die al de heidenen zou hoeden met een ijzeren roede; en haar kind werd weggerukt tot God en Zijn troon".

Herodes
Door velen wordt abusievelijk geleerd, dat wij hier de geschiedenis  vinden van de Here Jezus. Zij menen de uit wraak: "hij zal al de volken hoeden met een ijzeren staf'" voldoende  bewijs te achten voor hun interpretatie. daar vandaan, dat zij ook leren, dat deze vrouw Israël moet zijn - logisch, omdat anders hun lering niet houdbaar is. Want, zo beweren zij, geboren uit Israël, als het zaad der vrouw, onder de regering van de Romeinse keizer, werd Hij door de duivel vervolgd en gedood, doch door God opgenomen in de hemel.  Herodes was, zo gaan zij verder, zeer zeker een werktuig in de handen van de draak, die het kind, zodra het geboren was, zonder de tussenkomst van God, wis en zeker zou hebben gedood..

Maar deze Bijbel-uitleggers zien over het hoofd, dat er geen opneming in de hemel plaats vond, maar een vlucht naar Egypte, zodat de door hun gewraakte gebeurtenis hier zeer zeker niet bedoeld kan zijn. |
Een dergelijke interpretatie, hoe welluidend overigens, is niet "waterdicht!"
Deze "mannelijke zoon" is Gods hoogste creatie en de slot-manifestatie van de onwederlegbare waarheid ten aanzien van de geprofeteerde "grote verborgenheid", namelijk "de vrucht van de huwelijksgemeenschap van de Hemelbruidegom Jezus Christus met Zijn van de aarde gekochte Bruid, de zondeloos gemaakte Gemeente".  Deze, met zulke sobere bewoordingen, geprofeteerde vereniging van Christus en de Gemeente (Ef.5), brengt straks een"Vrucht voort, die geen verlossing (dus ook geen reiniging en heiliging en volmaking) nodig heeft; want beide, èn Christus èn Zijn Bruid zijn straks volkomen één in Goddelijke reinheid,  heiligheid, en onverderfelijkheid.

Deze mannelijke zoon
Deze mannelijke zoon is ergo evenzo volmaakt in de diepste en rijkste zin van het woord, want hij is het directe resultaat van de bruiloft van het Lam, de vervulling van  het volmaakte  Godsplan, , de uiteindelijke goddelijke vrucht van de Verzoening, de goddelijke openbaring van "Het Nieuwe Schepsel", "Het Nieuwe Creatuur" - Gods Meester-Schepping! Dit moet zo zijn, anders zou er geen sprake kunnen zijn van
 Openb. 12:5b.
 
De laatste grote vervolging die de Gemeente straks moet doorstaan, wordt haar deel vanwege deze (alsdan te baren) mannelijke zoon. Hoedanig deze vervolging wel zal zijn en van welk een omvang, zal de geschiedenis ons openbaren en zullen wij gewaar worden bij verdere bestudering van het boek Openbaring. De apostel Johannes vervolgt zijn profetisch verslag, en informeert ons,

En de vrouw vluchtte in de woestijn
Vers 6-9,
"En de vrouw vluchtte in de woestijn, alwaar zij een plaats had haar van God bereid, opdat zij ze aldaar zouden voeden duizend-tweehonderd-zestig dagen. En daar werd krijg in  de hemelen; Michael en Zijn Engelen krijgden tegen de draak, en de draak krijgde ook en zijn engelen. En zij hebben  niet vermocht, en hunne plaats is niet meer gevonden in de hemel. En de grote draak is geworpen,namelijk de oude slang, welke genoemd wordt duivel en satan, die de gehele wereld verleidt; hij is, zeg ik,geworpen op de aarde, en zijn engelen zijn met hem geworpen"-


Wat is de oorzaak van deze vlucht? Het antwoord, het enige en afdoende, vinden wij in dit hoofdstuk. Deze gebeurtenis vindt niet plaats na, maar voor de 1260 dagen, gedurende welke deze vrouw, de Bruid van Christus, in de woestijn bewaard wordt door God. In deze plaats, die de Here Jezus Christus "woestijn" noemt(d.i.."wildernis"), wordt de vrouw gevoed, onderhouden.
"Het zal haar daar aan niets ontbreken ((Pslm.23). Halleluja! Amen.
En zoals de mannelijke zoon wordt "weggerukt", zo "vlucht" ook deze vrouw! De volmaakte kracht van de Heilige Geest, de arends vleugelen", zal deze "wegneming" tot Gods troon en tot in de wildernis bewerkstelligen.


De grote strijd in de Hemelen
Op het et exacte profetische ogenblik van "de aankomst van deze mannelijke zoon tot voor Gods troon", ontbrandt in de hemelen de hevigste strijd. Wij lezen van twee partijen. Johannes noemt ze. Hierdoor  leren wij vele dingen verstaan. Vóór zijn uitwerping uit de hemelen en zijn nederwerping op de aarde, zien wij de satan in zijn gewelddadige pogingen om het kind van de vrouw te verslinden. Doch, hoewel hij hierin door de Here God wordt verhinderd, zo werd hij, tot dan toe, geenszins uit de hemel verdreven.


Wanneer evenwel de mannelijke zoon, de tot heerschappij geroepenen (v.5a), bij God zal zijn, dan vindt de oorlog in de hemel plaats, en wordt de satan met al zijn dienaren voorgoed uit die hoge, verheven, hemelse sfeer op de aarde nedergeworpen.
Dit is, ontegenzeglijk een hoogst merkwaardige en hoogst belangrijke gebeurtenis! De duivel uit de hemelen geworpen op de aarde! Dit is, voorwaar, een wereldschokkend evenement van de eerste orde, met wereldomvattende gevolgen, gelijk wij zullen zien.


Hemelse gewesten

Wa0nt, wij leren hieruit, dat de algemene voorstelling van de duivel en van zijn verblijf geheel in strijd is met de Schriftuurlijke waarheden. De duivel "woont" niet als zodanig in de hel, al is die voor hem bereid. Hij woont ook bepaald niet op de aarde, al is hij wel de erkende vorst dezer wereld.
Hij verleidt wel de mensen en tergt hen, en zet ze op tegen God, natuurlijk onder de toelating van de Here als "beproevingen"; maar zijn verblijf is, naar de Schriften, nog altijd in "hemelse gewesten", als wij hiervan zo mogen spreken. Eerst wanneer de mannelijke Zoon in de hemel zal zijn aangekomen tot eer en verheerlijking van Christus Jezus, de Zoon (gelijk eerder Jezus, tot heerlijkheid van de Vader), zal de duivel uit de hemel op de aarde worden geworpen.

De Poel van vuur en zwavel
Hij wordt hier nedergeworpen, om later, nadat hij eerst 1000 lange jaren "gebonden", en dan weer "een korte tijd" losgelaten zal zijn, voor eeuwig geworpen te worden in de Poel van vuur en zwavel (Openb.20:10). Deze profetische gebeurtenis in de geest ziende, heeft Jezus doen uitroepen: "Ik zag de satan gelijk een bliksem uit de hemel vallen" (Luk.10:18).
En alles wat de Schrift ons omtrent de satan mededeelt, is hiermede in volkomen overeenstemming.

 In het 'boek Job, in 1 Kon.22, en in Zach.3, zien wij satan in de tegegenwoordigheid van God, als "de aanklager" der gelovigen optreden.
Dit is zijn werk geweest in alle eeuwen en  mocht men deze Schriftuurlijke bewijzen nog in twijfel willen trekken (omdat men meent het beter te weten dan God Zelf), zo leze men slechts Paulus' duidelijlke uiteenzetting in Ef.6:12, om volkomen overtuigd te worden , dat satan en zijn engelen zich nog overal kunnen bewegen.

De strijd tegen geestelijke machten
Want daar staat geschreven (en de apostel schreef dit alles onder de sanctie van God, de Heilige Geest: "Wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed (d.i. niet tegen de mensen op aarde), maar tegen de overheden, tegen de de machten, tegen de geweldhebbers der wereld der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht". Wij hebben dus niet een strijd tegen de Kanaënieten dezer wereld, gelijk Israël toentertijd toen het beloofde land in bezit nam door het binnen te trekken; maar, wij bebben de strijd tegen "geestelijke machten der boosheid die overal in del lucht wonen ,... d.i. overal in het heelal; ergo verblijven de duivel en zijn engelen ook in de hemelen, zoals wij nu mogen leren verstaan!

Zij pogen keer op keer ons te beroven van het genot van onze geestelijke zegeningen. Wij zijn immers, naar de Schriften "in Christus gezet in de hemelen" (Ef.2:6). Door het geloof verkeren wij daar, en genieten zodoende Gods geemeenschap en al de zegeningen, die er in Christus voor ons zijn weggelegd.  Vandaar dan ook, dat de Heilige Geest ons vermaant met deze woorden: "Indien gij dan met Christus opgewekt zijt (en deze is dus de voorwaarde! zo zoekt de dingen die boven zijn, waar Christus is, zittende aan de rechterhand Gods; bedenkt de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn.

Want gij zijt gestorven, en uw leven is met Christus verborgen in God" (Kol..3:1-3. De duivel nu tracht ons te hinderen, te verhinderen,  te storen, onze gemeenschap te verbreken, ons intens geesstelijk genot te roven, en daarom moeten wij (aangedaan met de gehele wapenrusting Gods) de strijd tegen hem aanbinden.  Verschillende plaatsen der Schrift, die anders heel moeilijk te verstaan zijn, worden hierdoor in een duidelijk licht geplaatst en begrijpelijk. Wanneer dus de duivel nog overal kan verblijven, ook in die hemelse plaatsen, zo zijn dan ook die hemelen verontreinigd en moeten zij gereinigd worden; wat ook op Gods gezette tijd zal gebeuren.


Een ontoegankelijk licht
De apostel Paulus heeft in Hebr.9:23 geschreven: "Zo was het dan noodzaak, dat wel de voorbeelden der dingen die in de hemelen zijn, door deze dingen gereinigd werden; maar de hemelse dingen zelf door betere offeranden dan deze". En in Kol..1:20 betuigt hij verder: "en dat Hij door  Hem vrede gemaakt hebbende door het bloed des kruises, door Hem, zeg ik, alle dingen verzoenen zou tot Zichzelf; hetzij de dingen die op de aarde, hetzij de dingen die in de hemelen zijn". Amen.


Zodra is de uitwerping uit de hemelen van de duivel een feit, of daar is "grote vreugde in de hemel". Want, de "aanklager der broederen" is nedergeworpen op de aarde, en zijn engelen met hem. Wij behoeven hieraan niet toe te voegen, dat de duivel niet is, waar God woont; of, laten wij het omdraaien en schrijven, dat hij niet woont, waar God is.
Want, de Here onze God, woont in een ontoegankelijk licht, dewelke geen mens gezien heeft, noch zien kan..." (2 Tim.6:16).

Wij geloven, dat de duivel geen toegang heeft tot de "derde hemel", in welke de apostel Paulus werd opgetrokken. Nochtans kan hij dicht genoeg bij God komen, om als "de aanklager der broederen" voor Zijn troon te fungeren. De geschiedenis van satan, zoals die in de Schrift ons wordt medegedeeld, is dus als volgt...

 

De geschiedenis van satan
Lucifer was een vorst onder de geschapen wezens door God in de hemel. Hij was volmaakt in schoonheid en volkomen in al zijn wegen. Hij verhief zich op zijn schoonheid en stond toen op tegen Zijn Here en Schepper, tegen God, en werd daarom uit 's Heren Tegenwoordigheid verdreven (zie Ezech.28). Van dat ogenblik af is hij de verklaarde vijand van God; een verderver, een leugenaar, een mensenmoordenaar... 

Als vorst dezer wereld, onder de toelating van de Here, voert hij de mensen aan in hun strijd en rebellie tegen God, en is bovendien "de gevreesde aanklager der gelovigen".
Na de "aanname en wegname van de Bruid en het wegrukken van de mannelijke zoon wordt hij na zijn nederlaag in de hemelse oorlog, geworpen op de aarde, en maakt dan in de persoon van de antichrist aan alle dienst God en voor God op aarde een eind. Hij doet straks ,de goddeloosheid der volken ten top stijgen, en verleidt hen tot openlijke afval van God!

Armaggedon
Bij de de wederkomst van Jezus op aarde en zijn nederlaag bij de Slag van Armaggedon (Openb.19), wordt hij voor 1000 jaren gebonden, om daarna voor een kleine (d.i. korte) tijd te worden losgelaten; en eindelijk en ten slotte, nadat  als hij als laatste uitstorting van zijn gramschap, als allerlaatste betoning van zijn helse vijandschap, de volkeren op de aarde (en dat zullen dan degenen zijn, die in die tijd deel zullen hebben in de tweede opstanding - de opstanding der onrechtvaardigen of der goddelozen) tegen God en Zijn Christus, heeft  aangevoerd, zal hij voor eeuwig geworpen worden in de poel, die brandt van vuur en zwavel, om aldaar dag en nacht tot in alle eeuwigheid te worden gepijnigd. 

Dit leert Gods Woord en Zijn Woord is de Waarheid.  Staan wij nog even stil bij de verdere 'bijzonderheden, die ons in dit hoofdstuk worden medegedeeld... Dit nederwerpen heeft plaats aan het begin van de periode van de Grote Verdrukking; en deze nederwerping van satan is het exacte moment van de manifestatie van de antichrist. Want de antichrist is satan "geïncarneerd in het vlees" net zoals  destijds Christus "God geïncarneerd is in het vlees. (Joh1:1,14)

De grote stem in de hemel wordt gehoord
Op dat profetische moment, straks geschiedenis, dan  wordt een grote stem in de hemel gehoord, roepende: "Nu is de zaligheid en de kracht en het  Koninkrijk geworden onzes Gods, en de  macht van Zijn Christus; want ... . de verklager onzer broederen, die hen verklaagde voor onze God, dag en nacht is nedergeworpen" (v.10).  Toen dan ook door Michael en zijn engelen de overwinning over de satan behaald en deze laatste uit de hemel op de aarde geworpen was, hoorde Johannesdie grote stem in de hemel. 

Een stem hoorde hij, doch die ene is als het  ware de vertegenwoordigster van vele stemmen; want die ene stem zegt: onze God en onze broeders: zij is waarlijk de uitdrukking van de vreugde, die uit de harten der hemelbewoners stroomt, die, zich verheugende in de oprichting van het koninkrijk huns Gods en van het gezag van Zijn Christus, zich  nog intenser bewust zijn van hun nauwe  onverbrekelijke betrekking tot God en tot Christus en tot hun broeders.

En wie zouden deze broeders anders kunnen zijn, dan die heiligen,  die gedurende de oordelen op aarde leven, en ongetwijfeld  de  heiligen, wier gebeden door  de 24 ouderlingen voor de troon worden gebracht, en de heiligen, wier zielen in hoofdstuk 6 onder het altaar worden gezien, benevens hun broeders, die later om hun getuigenis zouden worden gedood?
  En zij hebbben hem overwonnen door het Bloed van het Lam, en door het Woord hunner getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad tot de dood toe (vers 11). 

Door Gods wondere genade hadden zij de overwinning behaald en al hadden zij ook door de hand van hem, die het geweld van de dood had, hun leven verloren, zo waren zij  des-niet-tegenstaande  overwinnaars over de duivel.  Evenals Christus zulks was, Die, hoewel gekruisigd nochtans heeft getriomfeerd over alle macht van de vijand.

 

De grondslag van alles
In al deze gevallen is het Bloed van Gods Offerlam, de grondslag van alles. Dit bloed en het Woord hunner getuigenis, het in hen werkende Woord Gods door de kracht van de Heilige Geest en hun zelfverloochenend leven, vormen de oorzaken van hun algehele overwinning.
Hoe heerlijk is het te weten voor kinderen Gods, dat, waar de duivel de aanklager van de broederen is, de Here Jezus onze Voorspraak is bij de Vader. Wat de duivel ook tegen ons mag inbrengen voor God, Jezus, onze rechtvaardigmaking  het Zoenoffer voor onze zonden, maakt al deze aanklachten nietig. Halleluja! 

Hij leeft voor eeuwig om voor de Zijnen te bidden! Hij is en blijft de Middelaar van het Nieuwe Verbond. Glorie zij Zijn Naam! Eenmaal zullen al deze aanklachten ophouden, want de satan wordt straks uit de hemel geworpen om daar nooit meer terug te keren. Geen wonder, dat in de hemel een luid gejuich losbarst, zodra deze nederwerping een feit is.
"Hierom bedrijft vreugde, gij hemelen en gij die daarin woont" (v.12a).

 

De Grote Verdrukking nnemt een aanvang
Maar, geen wonder ook, dat zij met schrik en ontzetting denken aan de vreselijke ellende, die over de aarde komen zal, zodra de duivel tot haar is nedergekomen. Daarom lezen wij in verband hiermede:
 "Wee degenen die de aarde en de zee bewonen! want de duivel is tot u afgekomen, en heeft grote toorn, wetende, dat hij een kleine tijd heeft" (v.12b). De nedergeworpen, aardegebonden duivel neemt Bezit van een afvallige en openbaart Zich als antichrist; de Grote Verdrukking Neemt een aanvang...

Van het ogenblik af toch, dat satan verhinderd zal zijn om zijn plaats als "heerser der duisternis" nog langer in de hemel in te nemen, worden en de aarde en de zee (deze beelden alle volkeren, naties, en tongen uit) prijsgegeven aan zijn geweldig woedende toorn,... De geprofeteerde Grote Verdrukking (in beide Testamenten) neemt een aanvang - de tijd, zoals die niet geweest is van het begin der wereld tot nu toe, en ook niet meer zijn zal, begint!

 

De antichrist
Met deze nederwerping van de duivel op de aarde begint dan "de laatste helft van de 70ste week van Daniëls profetie (9de hoofdstuk); de periode van drie-en-een-half jaar. Op aarde ontwikkelt hij dan al zijn macht en kracht, en zodóende weet hij dan ook het willig, menselijk instrument te vinden, dat hij nu gaat gebruiken en in wie hij zijn inwoning maakt, zich manifesterende als "de antichrist".
"De mens der zonde, de zoon des verderfs" , is dan daar – klaar om op te treden. Terstond beginnen vervolgingen en verdrukkingen, zoals nimmer tevoren op aarde gekend.Wat heeft er dan plaats?
De draak keert zich eerst tegen de Vrouw....

"En toen de draak zag, dat hij op de aarde geworpen was, zo heeft hij de vrouw vervolgd, die het jongske gebaard had" (v.13).
Hiermede keren wij terug tot het 6de vers van dit hoofdstuk.
De daar, als het ware, afgebroken draad, wordt hier weer opgevat. Van het 7de tot het 12de vers worden ons achtereenvolgens oorzaken verteld van de heftige vervolgingen, waaraan de vrouw en haar zaad "in de laatste dagen dezer bedeling" zullen zijn blootgesteld. De vrouw vlucht dan in de woestijn...

De vleugelen van een grote arend
"En aan de vrouw zijn gegeven twee vleugelen van een grote arend, opdat zij zou vliegen in de woestijn, in hare plaats, alwaar zij gevoed wordt een tijd en tijden en een halve tijd, buiten het gezicht ván de slang" (v.14)'.
De Here Jezus heeft al deze dingen voorzegd in Matth.24: 15-28; Luk.17:34-37. Deze vrouw wordt dus niet "opgenomen",wel "weggenomen". Weggenomen uit de wereld en gebracht "in hare plaats, in de wildernis" en "buiten het gezicht van de slang". Dit laatste betekent, dat de duivel zelf haar niet meer kan benaderen - zij is veilig gesteld, door hare Bewaarder, God Zelf!

Deze gebeurtenis is de vervulling van de symbolische Schrift…. de verlossing van Israël uit het land van Egypte en het brengen van haar in de woestijn van de Sinai. Bestudeert nu biddend Exod. 19 en Luk.17:37 en wordt overtuigd! Profetische parallellen zijn onuitwisbare bewijzen van Bijbelse harmonie.  Zo zal straks deze vrouw,  eveneens door de kracht van de Heilige Geest (die machtige "grote Atendsvleugelen") gevoerd worden in dezelfde woestenijën, waarin Israël gedurende 40 jaren heeft gewoond.

 

De antichristelijke periode
Type en anti-type ontmoeten hier elkaar in wonderlijke doch Schriftuurlijke realiteit! (Exod.19:4 en Openb.12...)  Het is gedurende deze tijd, dat de vrouw in hare plaats zal vertoeven gedurende 1260 dagen (d.i.gedurende de gehele antichristelijke periode), dat "niemand kan kopen of verkopen", met uitzondering van degene, die, het merkteken van het beest heeft, of de naam van het beest, of het getal zijns naams" (Openb.13:17).
De Gemeente wordt echter door God Zelf onderhouden... op Zijn wijze! Voorwaar, de mens zal niet alleen bij brood leven!

De duivel laat echter zijn prooi niet zo gauw los. Hij heeft de mannelijke zoon niet kunnen doden, hij heeft de vrouw niet kunnen vernietigen..., en daarom "werpt de slang, achter de vrouw, water als een rivier, opdat hij haar door de rivier zal doen wegvoeren" (v.15).  Maar ook deze handeling is tot mislukken gedoemd, zoals wij zullen opmerken. Wanneer wij Jes.8:7-8 bestuderen, zo zien wij, dat daar de koning van Assyrie wordt voorgesteld als onder het beeld van "een overstromende vloed".

God heeft ook toen Zijn volk weten te bewaren, te behoeden. Hij doet dit nu ook in het geval van de vrouw.  De "aarde", staande voor Goddelijke ordening in deze wereld, opent dan haar mond, verzwelgt de rivier (beeld van door satan opgezweepte machten), en stuit zodoende de woeste en verderf aanbrengende krachten. (v.16).

 

Het martelaarschap van de overigen van haar zaad
Nochtans houdt de vervolging niet op; want zolang er nog "zaad van de vrouw" op aarde aanwezig is, waaraan hij zijn woede kan koelen, voert hij krijg tegen hen. Vandaar dan ook, dat er verder geschreven staat....
"En de draak vergrimde op de vrouw, en ging heen om krijg te voeren tegen de overigen van haar zaad, die de geboden Gods bewaren en de getuigenis van Jezus Christus hebben"(v,17); en zulks, nadat de gebeurtenis, genoemd in het 16de vers heeft plaats gehad.

Met "de overigen van haar zaad" wordt hier bedoeld de groepering van de "vijf dwaze maagden", die achter zullen blijven en die de Grote Verdrukking zullen medemaken. (Matth.25). Deze zijn Christenen, rein gewassen, gered, maar niet wijs! Het "waarom" wordt ons duidelijk gemaakt in de gelijkenis van het Koninkrijk der Hemelen zelf.
Waarom werpt hij zich nu op deze "groepering van de 5 dwaze maagden? Omdat zij nog altijd de geboden Gods bewaren en de getuigenis van Jezus Christus hebben - daarom! En hij zal deze verslaan, doden, want er staat in dit verband geschreven: "En aan hetzelve werd macht gegeven om de heiligen krijg aan te doen, en om die te overwinnen..." (Openb.13:7a).
 
Martekaren
Allen vallen zij dan als "martelaren" in de Grote Verdrukking, maar zij hebben straks deel aan de eerste, grote opstanding - die der rechtvaardigen, bij de wederkomst van Christus! Wat de aartsvijand van God en Zijn volk ook zal doen, God weet in Zijn almacht die wending, die keer te geven, die Hij in Zijn plan van verlossing nodig acht. Halleluja!
Al moet de Here God ook vanwege veronachtzaming en te kortschieten, zoals in het geval van deze dwaze maagden, zware tijden doen komen over Zijn volk, en zelfs schrikkelijke oordelen over hen uitstorten, in het einde zal Hij hen toch doen zegevieren.

Maar de prijs, die zij moeten betalen, om alle listen en lagen en aanslagen van de vijand te schande te maken, is zeer groot. Die prijs is het martelaarschap - zij moeten hun getuigenis aangaande Jezus Christus, en Die gekruisigd, verzegelen met hun eigen bloed. Geweldig, maar toch verschrikkelijk; doch God hebbe Zijn weg. Zijn roeping is onberouwelijk!
Nadat de geschiedenis van de Gemeente in algemene trekken aan de apostel is voorgesteld, en nadat hij de duivel en zijn engelen uit de hemei heeft zien nederwerpen op de aarde, wordt aan Johannes nu een gans ander toneel voor ogen gesteld. De ziener van Patmos ziet dan evenwel toch een toneel, dat in onmiddellijk verband staat met het vorengaande.

De duivel, wetende, dat hij nog maar "een kleine tijd heeft" (namelijk drie-en-een-half jaar) ontwikkelt grote gramschap en poogt nu de gehele wereld in opstand te brengen tegen de Almachtige. In het volgende hoofdstuk nu worden ons de gebeurtenissen, die hier op aarde ten gevolge van zijn nederwerping zullen plaats vinden, in profetische taal en uitbeelding medegedeeld. Tot vertroosting en versterking van het geloof der kinderen Gods, en ziende op het lot van de zoëven genoemde "dwaze maagden", willen wij deze beschouwing van hoofdstuk 12 besluiten met de volgende Schriftuur...

"Want dat zeggen wij u door het Woord des Heren, dat wij die levend overblijven zullen tot de toekomst des Heren, niet zullen voorkomen degenen die ontslapen zijn. Want de Here Zelf zal met een geroep, met de stem des Archangels en met de bazuin Gods nederdalen van de hemel, en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan; daarna wij die levend overgebleven zijn, zullen tezamen met hen opgenomen worden in de wolken, de Here tegemoet in de lucht; en alzo zullen wij altijd met de Here wezen. Zo dan, vertroost elkander met deze woorden"(1 Thess.4: 15-18) en"Zie, ik zeg u een verborgenheid:

wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden; in een punt des tijds, in een ogenblik, met de laatste bazuin, want de bazuin zal slaan, en de doden zullen opgewekt worden, onverderfelijk, en wij zullen veranderd worden. Want dit verderfelijke moet onverderfelijkheid aandoen, en dit sterfelijke moet onsterfelijkheid aandoen. En wanneer dit verderfelijke zal onverderfelijkheid aangedaan hebben, en dit sterfelijke zal onsterfelijkheid aangedaan hebben, alsdan zal het woord geschieden dat geschreven is: De dood is verslonden tot overwinning"(1Kor. 15:51-54); en "Laat ons de onwankelbare belijdenis der hoop vasthouden, want Die het beloofd heeft, is getrouw" (Hebr.10:23)... "Die het ook doen zal" (1 Thess.5:24). Amen.

 

"De eeuwige Vrucht" of het resultaat van de werkingen en  van de Heilige Geest in ons persoonlijk leven is de gestalte van Christus, die ons wezen gaat verkrijgen. 2 Kor.18, "en wij allen, met ongedekten aangezichte de heerlijkheid des Heren als in een spiegel aanschouwende, worden naar hetzelfde beeld in gedaante veranderd, van heerlijkheid tot heerlijkheid, als van des Heren Geest".


Home - Sitemap