De brieven aan de zeven gemeenten
Dat een dienstknecht van de Here wordt geoordeeld naar de waarheid van zijn
belijdenis! Wij mogen met betrekking hiermee een parallel zien in datgene, wat
Israël is overkomen in de loop der geschiedenis. Israël werd door God Zelf
geroepen om Zijn Naam hoog te houden in de haar omringende wereld - zij was
daartoe apart gezet-; zij moest Gods Naam verheerlijken, maar faalde ....Zij
werd verantwoordelijk gesteld en ....van haar plaats geweerd!
De vijgeboom die geen vrucht droeg
De vijgeboom had wèl bladeren, maar toen de Here kwam, vond Hij geen vrucht en
toen zei Hij: "Van nu af komen in der eeuwigheid geen vruchten meer." Het gevolg
hiervan was, dat de vijgeboom verdorde!
Israël werd als volk verworpen! Maar dit doet niet af aan de getrouwheid van
Jehova-God. Gods uitnemende genade trok hen uit een "overblijfsel", het ware
zaad Abrahams. Het volk als zodanig werd echter terzijde gesteld.
God is lankmoedig, maar als de wijnstok, na alle aangewende pogingen, geen
vrucht wil voortbrengen, dan wordt hij onherroepelijk afgesneden.
Romeinen 11 leert ons duidelijk, dat God Zijn " olijfboom", die Hij op aarde heeft geplant, op gelijke wijze behandelt, als Hij Zijn volk, dat toentertijd deze "olijfboom" uitmaakte , eertijds behandelde. Hierin mogen wij de goedertierenheid Gods aanschouwen over allen, die in getrouwheid Hem willen dienen, maar ook Zijn gestrengheid voor de trouwelozen: Geprezen zij Zijn dierbare Naam: Rom. 11:22 "Ziet dan de goedertierenheid en de gestrengheid Gods: gestrengheid over hen, die gevallen zijn, maar goedertierenheid Gods over u, indien gij maar in de goedertierenheid blijft, anders zult ook gij afgehouwen worden."
Profetisch overzicht
Laten wij dus nooit vergeten, dat God gerust kan verwerpen,
zonder te kort te doen aan Zijn getrouwheid, omdat er uitsluitend sprake is van
verantwoordelijkheid. Het is deze overweging, die ons doet beseffen, dat de
brieven aan de zeven Gemeenten ons een profetisch overzicht moeten geven van de
geschiedenis van de Christelijke kerk van het begin tot het einde.
Letten wij op de hier volgende punten, zo wordt het ons óók duidelijk dat deze
brieven ook gelden voor Gods Kerk op aarde in het algemeen.
1. De kenschetsende woorden met betrekking tot deze profetie zijn van algemene
aard "Zalig is hij . . . " (Openb. 1: 3) .
2. Alle zeven brieven dienen bewaard te worden, zij moesten geschreven worden in
een boek, vanwege het verband, dat zij hebben met de Gemeente.
3. De leringen en waarschuwingen zijn voor alle heiligen van alle eeuwen, immers
zij gelden een ieder, "die oren heeft om te horen"; een ieder, die een hart
heeft om te verstaan.
4 Het is opvallend en toch weer profetisch juist, dat juist deze Gemeenten
gekozen zijn en dat hun aantal op zeven is bepaald. Zeven is het getal van
Goddelijke volkomenheid. Dit getal treedt speciaal in het Boek Openbaring op de
voorgrond, zoals wij reeds eerder hebben opgemerkt.
Het kwaad begint klein
Daar waren natuurlijk meer gemeenten in
Klein-Azie, dan de hier genoemde; maar deze zeven zijn door de Heilige Geest
genomen, - omdat deze hetgeen geschiedkundig zeker is vast te stellen- zich
werkelijk bevonden in de geestelijke conditie, die hier zo levendig is
beschreven. Juist deze geestelijke condities had de Heilige Geest nodig om ons
een complete (leest: volkomen) schildering te kunnen geven van de ganse
geschiedenis van de Christelijke Kerk op aarde. Onweerlegbaar is daar een "zedelijke volgorde" te constateren in alle brieven.
Wij onderscheiden dan een vast plan: het kwaad, dat heel klein begint en enkel
door de Here wordt gezien, dat gaandeweg toeneemt en daardoor zichtbaar wordt.
De eerste liefde
Eerst wordt "het verlaten van de eerste liefde" door de Gemeene van Efeze in de
eerste brief onthuld, dan de vermenging van Gemeente en wereld in Pergamus ,
daarna de afgoderij in Thyatira en tenslotte de toestand in de Gemeente van
Laodicéa, die door de Heer "uit Zijn mond wordt gespuwd..." Hoe klein begon
alles in Efeze, hoe angstwekkend is de uitgroei in Laodicéa! Het is door deze beschreven zedelijke condities, waarin deze Gemeenten
verkeerden, helemaal niet moeilijk hierin de diverse toestanden te ontdekken,
die in de geschiedenis van de Christelijke Kerk worden aangetroffen. Zó en niet
anders wordt de Gemeente op aarde, zijnde voor God verantwoordelijk van het
begin tot het einde, van haar opgang tot het slot van haar bestaan, in de
verschillende toestanden, waarin zij achtereenvolgens wordt aangetroffen,
profetisch beschreven.
Opmerkelijk
Het is een opmerkelijk feit dat in de eerste drie brieven de vermaning: "Wie
oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt" komt VOOR de beloften,
die aan de overwinnaar worden gegeven, terwijl in de daarop volgende vier
brieven... diezelfde vermaning komt NA de beloften. Zou de Here Jezus Christus
hiermee een bepaald plan voor ogen hebben gehad bij de opstelling der brieven?
Wij krijgen het antwoord op deze vraag bij de verdere beschouwing van de
profetische inhoud van die brieven.
Laat mij nu terwille van de duidelijkheid
puntsgewijs noemen wat bij de beschouwing van de profetische inhoud der brieven
voortdurend in acht moet worden genomen:
1. Deze zeven
lokale gemeenten bestonden in de dagen van Johannes ... en verkeerden
daadwerkelijk in de geschetste toestand.
2. De gegeven leringen en vermaningen zijn dienstig voor alle Christenen en alle
Gemeenten in alle eeuwen, óók de vertroostingen er in vermeld.
3. Alle brieven bevatten een profetische beschrijving van verschillende
toestanden (fasen), waarin de Christelijke Kerk op aarde achtereenvolgens komen
zou, vanaf de dagen van de apostel tot het einde toe.
Wij hebben hier dus te maken met de "geprofeteerde geschiedenis" van de
Christelijke Kerk, van haar begin tot haar uitgroei en voleinding in deze
laatste tijdsbedeling, de bedeling der Gemeente of die der genade.
God Zelf deelt ons hier mee, wat er in de loop van de geschiedenis met Zijn Kerk
zou gebeuren. God oordeelt hierin Zijn Licht en naar Zijn opperste Wijsheid en
Heiligheid. Hierdoor zien wij alle dingen, toestanden en condities, zoals zij in
werkelijkheid zijn. De wijze waarop de Here Jezus Christus Zich aan elke Gemeente voorstelt, staat
in onverbrekelijk verband met de toestand, waarin die bepaalde Gemeente zich
bevindt; terwijl in elke brief Christus wordt voorgesteld in dat bijzondere
karakter, waaronder Hij het oordeel zal uitvoeren.
Bijzondere beloften worden
gegeven om het geloof van hen, die zich in bepaalde beproevingen bevinden, te
sterken, waardoor èn genade èn barmhartigheid, welke zo nodig zijn bij de
bijzondere omstandigheden, waaronder elk der zeven Gemeenten verkeerde en
verkeert, geopenbaard worden. Uiteindelijk worden in elke brief de ogen der getrouwen gericht op de tijd van
de uiteindelijke overwinning en zegepraal, en op het heerlijke voorrecht van
allen, die als overwinnaars op die dag zullen staan. Wanneer wij de verdere
inhoud van deze zeven brieven zullen beschouwen, zullen wij gelegenheid genoeg
hebben om hierop uitgebreid terug te komen. Laat ons daarom volhardend bidden,
dat onze Here ons allen "oren zal geven om te horen" en harten om te verstaan!
De Grote Verzoendag
Alvorens deze zeven brieven achtereenvolgens te behandelen, zullen wij eerst de
hierop betrekking hebbende schaduwbeelden in ogenschouw nemen. Deze werden
gevonden in de destijds aan Israël gegeven tabernakeldienst en wel de dienst,
die op de Grote Verzoendag werd verricht. Deze hoogst belangrijke dag is niet
alleen een wondervol schaduwbeeld van de DOOD en OPSTANDING van onze Here Jezus
Christus, maar hij spreekt ons eveneens van de VERZOENING èn VERVOLMAKING van
Zijn Bruidsgemeente vóór Christus' Tweede Komst.
Op die Grote Verzoendag ging Israëls Hogepriester het Heilige der Heiligen binnen om met het bloed der offerdieren - de var voor hemzelf en de bok voor het volk - verzoening te doen door eerst wat van het bloed op het Verzoendeksel van de Ark des Verbonds ZEVENMAAL te sprengen, om daarna wat van datzelfde bloed voor het Verzoendeksel, op de aarde, ook weer ZEVENMAAL te sprengen... Daarna treedt hij uit het Allerheiligdom en gaat dan naar het wierookaltaar om ook dat te besprengen ZEVEN MALEN, met hetzelfde offerbloed (Lev.16:14-15,19).
Deze handelingen op de Grote Verzoendag, schaduwbeelden als zij zijn, vormen een
heenwijzing naar de"laatste boodschap" van de verheerlijkte Christus aan de
zeven Gemeenten. Een zevenvoudige vermaning tot bekering en volharding, een
zevenvoudig Woord van Christus, dat met bloed besprengd als het ware dient tot
verzoening en vervolmaking van Zijn Bruidsgemeente.
De Hogepriester
Hierin mogen wij de Hogepriester zien, Die op grond van Zijn eigen
bloedofferande een zevenvoudige besprenging ten dienste van Zijn Gemeente stelt.
Het resultaat van deze zevenvoudige besprenging - geestelijk te beschouwen
alstublieft! is een zevenvoudige belofte als vrucht. Elke belofte - wij zullen
dit onderwerp straks nader beschouwen - is onafscheidelijk verbonden aan een
bepaalde plaats in het Koninkrijk der Hemelen, de hemelse Tabernakel Gods.
Daar zullen wij Hem zien en voor eeuwig met Hem zijn! Halleluja! Alle vervulde
plaatsen tezamen vormen een samengesteld beeld van de Gemeente, gevormd vanaf de
Pinksterdag tot de vervolmaking van de Gemeente op het einde van deze
tijdsbedeling.
Laat ons altijd voor ogen houden, dat de uiteindelijke vervulling van Gods Plan
der eeuwen is: de openbaring van een volmaakte Gemeente, de Bruidsgemeente, en
het voortbrengen van de voleinding van Gods verborgenheid, zoals wij dat
aangestipt vinden in Efeze.5:25-27 en Openb.12.
Efeze 5:25-27, "Christus heeft de Gemeente
lief, en heeft Zichzelf voor haar overgegeven, opdat Hij haar heiligen zou,
haar gereinigd hebbende met het bad des waters door het Woord, opdat Hij haar
Zichzelf heerlijk zou voorstellen, een Gemeente, die geen vlek of rimpel heeft,
of iets dergelijks, maar dat zij zou heilig zijn en onberispelijk."
Openb 12:1. "En er werd een
groot teken gezien in de hemel: namelijk een vrouw, bekleed met de zon, en de
maan was onder haar voeten, en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren." Dit werk van Christus, dit reinigen en heiligen van Zijn Gemeente, heeft dus
plaats met een bepaald doel, namelijk: het vormen van een zondeloze Gemeente –
de Bruidsgemeente - gereed gemaakt voor de bruiloft van alle eeuwen. Glorie
voor God.