0
Home
- Sitemap
De heerlijkheid van de verzoening door God de Zoon
Het Lam van God
De Persoon van Jezus Christus
In dit hoofdstuk komt de Persoon van de Here Jezus Christus als het Lam van God,
op de voorgrond. Hij is de tweede Persoon van de Godheid en neemt uit de
rechterhand Desgene, die op de troon zit een boek ter hand, dat van binnen en
van buiten beschreven is en dat verzegeld is met zeven zegels. Het was Gods
ontfermende liefde, die ons in het vorige hoofdstuk de hemelse rust èn
activiteit deed aanschouwen. Deze profetische uitbeelding (schildering), zou
niet af zijn, indien er geen andere, geen nieuwe, aan toegevoegd ware. . In dit
hoofdstuk wordt ons meer geboden, dan het geven van heerlijkheid aan de Heer van
de hemel en de aarde; hier vinden wij "de heerlijkheid der verzoening."
Een verzoening, die volkomem in harmonie is met Gods wegen en gedachten. Wij
aanschouwen het "Lam, staande in het midden van de ouderlingen, als geslacht"
(vers 6), terwijl de vier dieren en de ouderlingen een nieuw lied aanheffen: het
verlossingslied van het Lam (verzen 9 en 10). Tot nog toe was er geen sprake
van enig boek, maar nu de verschijning van het Lam van God daar is, lezen wij:
vers 1,
"En ik zag in de rechterhand Desgenen, Die op de troon zat, een boek,
geschreven van binnen en van buiten.... , verzegeld met zeven zegelen."
Welk een treffende gelijkenis wordt ons hier geboden met hetgeen door de apostel
in het Evangelie te boek werd gesteld - in den beginne was het Woord en het
Woord was bij God en het was God. Dit was in den beginne bij God" (Joh.1:1-2).
In de allereerste plaats is hier sprake van "een overvloeiende mate van
openbaring en van Goddelijke Raadsbesluiten en plannen met betrekking tot de
aarde".
De twee stenen
tafelen
Het valt ons niet moeilijk in dit Boek het "Boek der boeken" te herkennen. En
dit Boek is verzegeld. In welk verband en in hoeverre dit Boek verzegeld is,
zullen wij straks zien. In de twee "Stenen Tafelen"
gaf God Zijn volk het "Eerste geschreven Woord"( Exod.31:18b); de twee Tafelen
der Getuigenis, tafelen van steen met de vinger Gods geschreven". Deze werden
geplaatst in de Arke des Verbonds (Hebr. 9: 4). Ook werd naderhand het door
Mozes geschreven boek aan de zijde van deze Arke des Verbonds gelegd (Ex. 17:14
+Deut. 17:18 en 31:24-26).
Het verwondert ons dus niet, dat wij
dit met zeven zegels verzegelde Boek hier bij Gods troon aantreffen. Nogmaals,
in dit Boek herkennen wil Gods Woord of de Bijbel. Het is het Boek van
verlossing of het Boek waarin Gods plan der eeuwen is vastgelegd! En laat ons
hierbij niet vergeten, dat dit Boek het enige is, dat ons licht verschaft ten
aanzien van de schepping, de verlossing door het Bloed en de Eeuwige Staat!
Ieder mens verkeert zonder dit Boek in groot gevaar. Zonder de kennis aangaande
het leven en de wereld, waarin de mens zich bevindt, zal hij wis en zeker
verdwalen en uiteindelijk in de afgrond vallen.
Het geschreven Woord van God
De Bijbel is het geschreven Woord van God of wel Gods geschreven Openbaring.
Laten wij dan dit Woord in de arke van ons hart bewaren, want in Psalm 138:2
staat geschreven: "Gij hebt vanwege Uw ganse Naam Uw Woord groot gemaakt.". Dit
Boek is "van binnen en van buiten beschreven", hetgeen zeggen wil, dat dit Boek
compleet is. Het is het enige boek dat compleet is. Dientengevolge laat het geen
ruimte voor toevoegingen, veranderingen of het afdoen van woorden of iets
dergelijks. Openbaring 22:18-19 slaat per slot van rekening niet alleen op het
Boek Openbaring zelf, maar op de ganse Bijbel.
Alhoewel de Bijbel voor een ieder geopend is in de zin, dat allen de
verborgenheden daarin vervat vrijelijk mogen naspeuren, is dit Boek
toch verzegeld met zeven zegels. Wat dienen wij hieronder te verstaan? De Bijbel
is Gods openbaring, die verstaan kan worden voor zover God zelf licht schenkt,
maar verder een mysterie blijft, totdat het Goddelijk bevel wordt gegeven om
deze zeven zegels te verbreken!
Hoe meer nu het einde van deze bedeling in zicht komt, hoe meer ook de
verborgenheden van Gods Woord geopenbaard worden!
In dit huidig tijdsgewricht worden vele dingen nog "vaag onderscheiden" en zien
wij van vele dingen slechts de "omlijningen", maar wij geloven uit het diepst
van ons hart, dat de Geest der profetie Zijn uitnemende en verheven plaats inde
Bruidsgemeente zal innemen, wanneer straks Joëls profetie ten volle zal worden
vervuld in de machtige uitstorting van de "Spade Regen".
|Het symbool van de rechterhand
Zo zal de"profetische blik van het lichaam" (gemeente) toenemen en zullen de
toekomende dingen ook scherper worden onderscheiden. Halleluja! Maar laat ons
een en ander nader bekijken.
In vers 1 lezen wij over "de rechterhand Desgenen, Die op de troon zat". Gods
rechterhand is het symbool van Goddelijke autoriteit en kracht, terwijl
overwinning vervat is in de opening van de zegels. Nog voor de slotbedeling ten
einde loopt, moeten ale zegels geopend zijn.....
Er is sprake van zeven zegels. Zeven slaat, hetzij symbolisch, hetzij
profetisch, altijd op "het einde van deze tegenwoordige tijdsbedeling". Zegels
hebben altijd betrekking op oordelen. En dit willen wij hier alvast betuigen:
Gods oordelen zullen op grond van Gods Woord volledig worden voltrokken en wel
in hun "zevenvoudige werking"!
Laten wij in dit verband ook lezen: Dan.12:7-10, "En ik hoorde die Man, bekleed
met linnen, Die boven op het water van de rivier was, en Hij hief Zijn
rechterhand en Zijn linkerhand op naar de hemel en zwoer bij Dien, Die
eeuwiglijk leeft, dat na een bestemde tijd, bestemde tijden en een half, en als
Hij zal voleind hebben te verstrooien de hand des heiligen volks, al deze dingen
voleind zullen worden.
Dit hoorde ik, doch ik verstond het niet; en zeide: Mijn Heer! wat zal het einde
zijn van deze dingen? Hij zeide: Ga heen, Daniël, want deze woorden zijn
toegesloten en verzegeld tot de tijd van het einde. Velen zullen gereinigd en
wit gemaakt en gelouterd worden; doch de goddelozen zullen goddelooslijk
handelen en geen van de goddelozen zullen het verstaan, maar de verstandigen
zullen het verstaan."
Hier wordt ons de omvang van Gods programa der laatste dagen geprofeteerd. Wij
mogen door dit Schriftgedeelte verstaan, dat de omvang der zegels de beeindiging
van onze tijdsbedeling is. Hoe wondervol en tegelijkertijd hoe ontstellend.
Alhoewel deze opening der zegels het onderwerp van het volgende hoofdstuk is,
willen wij hier nog even stil blijven staan bij een "schaduwgebeuren", dat haar
profetische waarde heeft met betrekking tot een nabije en dus nog toekomstige
gebeurtenis.
Op de gedenkwaardige "Grote Verzoendag" van Israël trad de hogepriester het
Heilige der Heiligen binnen met het bloed der verzoening om dit zoenbloed te
sprengen op en voor het verzoendeksel van de Arke des Verbonds. De "Grote
Verzoendag" vinden wij beschreven in Leviticus 16; en daar lezen wij ook, dat
deze handeling slechts éénmaal per jaar werd verricht. De Here Jezus Christus is
onze Hogepriester, Die eens en voor altijd het meest Heilige (in de hemelen) is
binnengegaan, om daar met Zijn eigen kostbaar Bloed verzoening te doen voor de
zonden der wereld.
Hebr.9:11-12, "Maar Christus, de Hogepriester der toekomende goederen, gekomen
zijnde, is door de meerdere, en volmaakte tabernakel, niet met handen gemaakt,
dat is, niet van dit maaksel, noch door het bloed der bokken en kalveren, maar
door Zijn eigen bloed, eenmaal ingegaan in het Heiligdom, een eeuwige verlossing
teweeg gebracht hebbende.".
Wanneer straks het tegenbeeld van de Grote Verzoendag geheel vervuld zal zijn,
zullen allen, die de offerande van onze Here Jezus Christus niet hebben willen
aannemen en die daarmee hebben getoond niet te geloven in het Eeuwig Evangelie
van Verlossing door de uitstorting van het Bloed van het Lam, ook kennis maken
met de volle maat van Gods rechtvaardige oordelen, die over deze aarde zullen
gaan.
Immers sprengde de hogepriester op de Grote Verzoendag niet alleen het bloed
zevenmaal op het verzoendeksel - hetgeen het beeld vormt van Gods genade op
grond van ons geloof, maar ook zevenmaal in de woestijngrond - hetgeen het beeld
vormt van Gods oordelen op grond van de verwerping van het Zoenbloed! Het
komt er op aan om NU te geloven in de Here Jezus Christus, als het geslachte Lam
van God, Dat de zonden der wereld heeft weggedragen. Dit houdt in de aanname van
Hem als onze persoonlijke Verlosser en Zaligmaker. Alsdan worden wij
gerechtvaardigd door het geloof! En hoe heerlijk dan te weten, dat wij VRIJ
zullen zijn van AL de oordelen Gods, Halleluja!
vers 2,
"En ik zag een sterke engel, uitroepende met een grote stem: Wie is waardig
het boek te openen en zijn zegelen open te breken? En niemand in de hemel, noch
op de aarde, noch onder de aarde kon het boek openen, noch hetzelve inzien. "
Wie toch zou bekwaam zijn om Gods plannen en besluiten te ontvouwen en uit te
voeren? Geen schepsel kan hierop aanspraak maken. Noch engelen, noch mensen,
noch duivelen; neen, alleen De Leeuw van Juda is hiertoe waardig..... Hoe hoogst
belangrijk is de opening van het Woord van God en hoe verschrikkelijk is het,
als dit Woord toegesloten zou moeten blijven en het mensdom in duister zou
moeten blijven tasten. Het gebrek aan kennis van Gods Woord is dan ook
genoegzame reden voor een ieder om met Johannes te wenen.
Vers 4,
"En ik weende zeer, dat niemand waardig was, om het boek te openen en te
lezen, noch hetzelve in te zien."
Vers 5,
"En een van de ouderlingen zeide tot mij: Ween niet: zie de Leeuw, Die uit de
stam van Juda is, de Wortel Davids, heeft overwonnen, om het boek te openen en
zijn zeven zegels open te breken."
Gode zij dank! Halleluja! De leeuw uit Juda's stam heeft overwonnen. Jezus
Christus heeft waarlijk overwonnen! Inderdaad, dit Boek moet geopend worden, wil
de Gemeente haar inspiratie niet verliezen en verstoken blijven van iedere
openbaring, want het is enkel het Woord van God, dat de Gemeente de zo nodige
kennis en begrip zal geven van en aangaande de slot-gebeurtenissen en de
werkingen van de Heilige Geest op het einde van deze "Bedeling van het
Evangelie."
Psalm 119:130, "De opening Uwer woorden geeft licht, de slechten verstandig
makende."
Spreuken 29:18a, "Als er geen profetie is, wordt het volk ontbloot." Amen.
Hoe indrukwekkend is hier de beschrijving van de Here Jezus Christus. Voor zo
veel het vlees aangaat, is Hij gesproten uit de stam van Juda. Jakobs profetie,
uitgesproken op zijn sterfbed, vindt in Jezus haar vervulling, want Hij is de
Leeuw uit Juda's stam, Die vol majesteit en grote kracht zich vertoont. Hij is
niet alleen de Spruit uit Juda's stam, Hij is ook de "Wortel Davids". Davids
Zoon is tegelijkertijd Davids Heer! Heeft de Doper niet geprofeteerd: "Die na
mij komt, is vóór mij geworden"?
In dit tafereel staat de Here Jezus Christus voor ons als God èn Mens èn
Overwinnaar. Ja, Hij heeft zonde, dood en duivel overwonnen. Glorie voor Hem!.
Halleluja! Nu is echter het meest wonderbaarlijke van alles, dat wij in
het vervolg van dit verslag géén Leeuw zien optreden.
Door de apostel werd HET LAM gezien. In plaats van het symbool van kracht en
koninklijke majesteit, dat de leeuw is, vertoont zich nu voor ons oog "het
zinnebeeld van zwakheid en van dood - het Lam als geslacht. Maar laten wij goed
letten op de verdere beschrijving:
Vers 6,
"En ik zag en zie, in het midden van de troon en van de vier dieren, en in het
midden van de ouderlingen, een Lam, staande als geslacht, hebbende zeven
hoornen, en zeven ogen, dewelke zijn de zeven Geesten Gods, Die uitgezonden zijn
in alle landen."
In het midden van de troon .... in het centrum van het koninkrijk der hemelen,
werd het Lam van God gezien....
Noch in de hemel, noch op de aarde, noch in de hel werd er iemand gevonden, die
waardig bevonden werd om het boek met de zeven zegelen te openen, met
uitzondering van Jezus Christus, het Lam van God, Dat de zonde der wereld heeft
weggenomen (Joh.1:29). Maar Jezus was er ook als "de Leeuw uit Juda's stam"..
Bethlehem
profeteerde, dan moeten wij, ziende de vervulling ervan in de Here Jezus
Christus, de nauwkeurigheid van het gesproken profetische Woord wel vaststellen.
God zij de glorie!
Het brengen van de blijde boodschap
Het allereerst is van het werk van de Messias genoemd: brengen van de blijde
boodschap. Hoe wonderbaar! Het is opening van het Woord van de levende God over
de gehele aarde. Hoe machtig en schoon en hartveroverend is deze bediening.
Is er heerlijker aanblik, dan de Koning der koningen en Here der heren in het
midden van de troon als het Lam, dat geslacht is? Dit doet ons de verzoening
verstaan als de grondslag van alles! Niet alleen als de grondslag van onze
aanneming bij God, van de vergeving der zonden
en van de eeuwige heerlijkheid, dat ook ons deel zal zijn, maar ook het herstel
aller dingen.
0, hoe wondervol is Jezus' Bloed en hoe heerlijk verlossend is de Blijde
Boodschap, het Evangelie - Halleluja! Voor dit alles en nog voor veel meer,
heeft Jezus het kruis verdragen en de schande veracht, ziende op de vreugde, die
vóór Hem lag" (Hebr.12:2).
Hebr.13:15, "Laat ons dan door Hem altijd Gode opofferen offerande des lofs, dat
is de vrucht der lippen, die Zijn Naam belijden."|
Hebr.12:28, "Daarom, alzo wij een onbewegelijk Koninkrijk ontvangen, laat ons de
genade vasthouden, door welke wij welbehaaglijk Gode mogen dienen, met eerbied
en godvruchtigheid".
Vers
7,
"En Het kwam en Het heeft het boek genomen uit de rechterhterhand Desgenen,
Die op de troon zat."
God heeft ons hiermee willen tonen, dat ALLE heerlijkheid verenigd is in de
Christus, het Lam, Dat hier beneden zo gesmaad en verworpen werd. Scheen Zijn
kruisoffer hier op aarde aan alle verwachtingen de bodem in te slaan, toch heeft
het de weg geopend voor de openbaring van hoog verheven planen en Goddelijke
raadsbesluiten.
Bekeken vanuit menselijke gezichtshoek spreken zowel kruis als graf van
nederlaag en vernietiging! Hij, Die kwam om te zegenen, om duivelen uit te
werpen, om ziekten en kwalen te genezen en om zonden te vergeven, werd algeheel
verworpen; Hij werd een prooi des doods.
Maar God sloeg juist deze weg van een zich ontfermende, mateloze liefde in, om
straks Zijn heerlijkheid in volle glans te kunnen openbaren en om allen, die Hem
hebben aangenomen door in Hem te geloven, te kunnen zegenen naar de volheid van
die liefde en genade. Hierin bestond en bestaat nog de vreugde van God.
Met alle vrijmoeidgheid schrijven wij, dat de Zoon van God gelijk Hij van alle
eeuwigheid af de vreugde en het welbehagen des Vaders was en gelijk Hij, Mens
geworden in de schoot van de maagd van Israël door de machtige overschaduwing
van de Geest van God, de blijdschap van de ziel van de Vader was, toen Hij in
dit ondermaanse tranendal wandelde enZijn Vader in alles verheerlijkte, dat
diezelfde Zoon van God, nu met eer en heerlijkheid bekleed, tot in der
eeuwigheid het middelpunt van het heelal, met welbehagen van het hart van de
Vader, het eeuwige Voorwerp van Zijn voortdurende, eeuwige vermaking is.
Welk een voorrecht voor ons, geschonken in Jezus, om aan die voortdurende
vreugde en welbehagen van de Vader te mogen deelhebben!
Tot in alle eeuwigheid zullen wij Hem zien als het Lam, Dat geslacht is en
zullen wij ons in Hem als zodanig verblijden. Alle eeuwigheden door zullen de
tekenen van Zijn lijden en sterven aan Zijn gezegende en volheerlijk lichaam te
zien zijn! Glorie voor God!
Vers 8,
"En als Het dat boek genomen had, vielen de vier dieren en de vierentwintig
ouderlingen voor het Lam neder , hebbende elk citers en gouden fiolen, zijnde
vol reukwerk welke zijn de gebeden der heiligen."
Wat een wonderbaar toneel vertoont zich hier voor onze ogen. Het Lam kwam en
heeft genomen…Zodra deze daad een feit was, ontstond er een grote beweging onder
al de heiligen in de hemel. Evenals in het voorgaande hoofdstuk de vier dieren
Gods lof verkondigden en de vierentwintig ouderlingen zich nederbogen voor Hem,
Die op de troon zat, zo vallen ook hier de vier dieren en de vierentwintig
ouderlingen voor Het Lam neder en brengen Hem hun dankzegging en aanbidding. Hoe
onuitsprekelijk heerlijk en gezegend is het om dit te aanschouwen!
Hoewel het Lam het boek enkel heeft genomen - Het heeft het nog niet geopend -
vervult dit feit reeds de harten der Heiligen met blijdschap en dankzegging....
Er blijft voor ons niets anders meer over dan ook lof, dank en aanbidding te
brengen aan het Lam, Dat alles heeft volbracht. Deze aanbidding van het Lam van
God is de hoogste trap van verheerlijking aan Degene, Die op de troon is
gezeten, omdat God in het Lam, dat geslacht is, al Zijn hoedanigheden en
eigenschappen het hoogst verheerlijkt ziet!
Gelijk eertijds bij feestelijke gelegenheden in Israël zilveren bazuinen zich
deden horen en later tijdens de regering
van David harpen hun liefelijke tonen deden weerklinken, zo dragen ook hier de
24 oudsten citers in hun handen, waarmee zij op zachte tonen het loflied der
bevrijding doen weerklinken door de ruimten van het Koninkrijk der hemelen,
terwijl uit de gouden fiolen vol reukwerk de gebeden der heiligen tot de
Almachtige opstijgen.........
Vers 9-10,
"En zij zongen een nieuw lied, zeggende: Gij zijt waardig dat boek te nemen en
zijn zegelen te openen.... 'want Gij zijt geslacht en hebt ons Gode gekocht met
Uw bloed, alle geslachten, taal en volk, en natie; en Gij hebt ons ze God
gemaakt tot koningen en priesteren; en wij zullen als koningen heersen op de
aarde."
Een nieuw lied werd er gezongen! Het lied van het volbrachte werk. Dit toont ons
overduidelijk welk een wonderlijke en verheven plaats HET WOORD heeft in Gods
eeuwig voornemen en plan.
Dit loflied der verlossing wordt hier het nieuw lied gehoemd, in tegenstelling
met al de OUDE liederen van de oude bedeling waarin van een volkomen verlossing
nog geen sprake kon zijn. Immers, al het bloed, dat van Israëls altaren
afstroomde was een voorafschaduwing van dat enige en volmaakte dat toen nog
komen moest. Het schaduwbeeld moest toen nog plaatsmaken voor het feit zelf, de
ware offerrande op Gods altaar – Calvarie.
Psalm 33:3a, "Zingt Hem een nieuw lied."
Pslam.144:9a,"0 God, ik zal U een nieuw Lied zingen."
De inhoud van het loflied, dat wij nu aanheffen is in wezen gelijk aan die van
de lofzang in de hemel, De merkwaardige overeenstemming tussen het loflied,
gezongen door de Gemeente hier op de aarde, en dat, gezongen door de heiligen in
de hemel, getuigt voor tijd en eeuwigheid op een treffende wijze, dat zulk een
prijszang en aanbidding en dank alleen de Here Jezus Christus toekomt.
Vers 11,
"En ik zag en hoorde een stem veler engelen rondom de troon, en de dieren, en
de ouderlingen, en hun getal was tienduizend maal tienduizenden en duizend maal
duizenden."
Na de vierentwintig ouderlingen komen de tienduizendmaal tienduizenden engelen,
die eveneens het geslachte Lam alle hulde bieden. Tussen Gods troon en die van
het Lam en de heiligen bevinden zich geen engelen. Zij vormen de tweede kring,
terwijl de heiligen die troon onmiddellijk omringen.. En toch zonder een zweem
van jalouzie - in de hemelen wordt deze nu niet meer gevonden - verlustigen de
engelen zich met grote blijdschap in de heerlijkheid van het Lam en in de door
Hem volbrachte verlossing, want ze zeggen met grote stem:
Vers 12,
. "Het Lam, Dat geslacht is, is waardig te ontvangen de kracht en de rijkdom en
wijsheid en sterkte, en eer , en heerlijkheid, en dankzegging."
Vers
13,
"En alle schepsel, dat in de hemel is en op de aarde en onder de aarde, en die
in de zee zijn, en alles wat in dezelve is, hoorde ik zeggen: Hem, Die op de
troon zit en het Lam, zij de dankzegging, en de eer, en de heerlijkheid , en de
kracht in alle eeuwigheid."
Hier is sprake van de universele aanbidding van onze Here Jezus Christus,
waarmee Zijn Goddelijkheid wordt bevestigd! Ook mogen wij hier de tegenstelling
zien tot het zuchten der schepping, dat heden ten dage wordt gehoord.
Rom.8:22, "Want wij weten, dat het ganse schepsel tezamen zucht en tezamen als
in barensnood is tot nu toe."
De apostel Johannes zag hier weliswaar nog slechts het begin van die eindeloze
heerlijkheid en lofprijzing, die in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde zullen
plaatshebben... want... er moet nog onzeggelijk véél gebeuren, eer satan en zijn
werken volkomen zijn overwonnen en verbroken, eer alle gevolgen van de zonde uit
Gods schepping zijn verdwenen, maar toch kunnen onze oren nu al deze lofzang
opvangen…..
Vers 14,
"En de vier dieren zeiden: Amen. En de vier-en-twintig ouderlingen vielen
neder en aanbaden Degene, Die leeft in eeuwigheid."
Aldus is de algemene vreugde groot, en worden God en het lam aanbeden vanwege de
grootte en de diepte van de genade van God ten toon gespreid in de volbrachte
verzoening.
Alvorens de behandeling van dit hoofdstuk te beëindigen,willen wij eerst nog
even voor een globaal overzicht de inhoud van de hoofdstukken 4 en 5 kort
samenvatten. Wij onderscheiden dan drie hoofdpunten, te weten:
God is gezeten op Zijn troon en van deze troon gaan bliksemen en donderslagen en
stemmen uit.
Alles wordt gesteld in de handen van het Lam, Dat geslacht werd; en aan de zeven
Geesten Gods wordt de ten uitvoer legging toevertrouwd van al de plannen en
raadsbesluiten van God.
De grootste rust, maar ook de grootste activiteit, omringt de troon, terwijl
intense vreugde en aanbidding in Gods heilige tegenwoordigheid worden gekend.
Bij de behandeling van de volgende hoofdstukken zullen wij zien, hoe de profetie
in het Boek Openbaring wordt aangevuld door de gewisse voorzeggingen der
profeten van het Oude Verbond. In het Boek Openbaring wordt ons de
aan-een-eenschakeling van toekomende gebeurtenissen gegeven.
Door deze gebeurtenissen op de voet te volgen is het mogelijk - en elk kind van
God, dat nadenkt, zal dit moeten erkennen - om de wederkomst van de Heer
bij benadering te bepalen.
Dan zal Hij komen "met Zijn vele duizenden heiligen om gericht te houden tegen
allen en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al de harde woorden, die
de goddeloe zondaars tegen Hem gesproken hebben" (Judas 14-15).
Immers, eerst vinden wij de beschrijving van alle gebeurtenissen, die de komst
van Christus in heerlijkheid en met grote kracht op aarde moeten voorbereiden:
gebeurtenissen, die Zijn Gemeente moeten brengen in de conditie "zonder vlek of
rimpel of iets dergelijks, maar heilig en onberispelijk", waarna Hij, na
aanname, wegname en opname der Gemeente, zal verschijnen met al de heiligen,
..
Moge daarom ons getuigenis nu gelijkluidend zijn aan dat van de Christenen
toenmaals te Thessalonika; zij waren namelijk "van de afgoden bekeerd tot God,
om de levende en waarachtige God te dienen en Zijn Zoon uit de hemelen te
verwachten."
JEZUS KOMT ! Hem mogen wij verwachten: naar Zijn Wederkomst kunnen wij uitzien.
Want wij hebben het profetisch Woord, hetwelk zeer vast is en wij doen goed,
indien wij daarop acht geven. Amen.