Toekomst, voleinding, zegels
Toekomst, voleinding, zegels
Over
gebeurtenissen die plaats
zullen moeten vinden in de laatste dagen Degenen die dat wel doen, dat zijn zij, die nu
al behoren tot degenen die blind, doof en stom
zijn. Velen van hen willen niet anders, voor
anderen is het "ach, dat is al zo lang geleden",
en voor nog weer anderen is het altijd van "ik
weet het!" De apostel zegt zelf, dat wij leven
in die dagen, waarin wij mensen horen zeggen:
Petrus schrijft dit! Maar voor ons, vrienden,
die geloven door genade, is het nog altijdL
Wij weten dat als Hij zal komen, God alle tranen
zal afwissen. Uw diepe rimpels verdwijnen als
bij toverslag. 0, daar komt een dag, een
wonderbare dag, waarbij de glorie van God
geopenbaard zal worden, waarop de kracht van de
Heilige Geest op zulk een wijze zal worden
gemanifesteerd, dat wij verstomd zullen staan.
Tekenen.
Toekomst en voleinding Toch moeten wij deze weten te onderscheiden, vrienden, willen wij geen fouten maken, willen wij geen warhoofd worden, want de toekomst des Heren is nu eenmaal niet de voleinding en de tekenen bevestigen slechts, dat beide er zullen zijn in het Raadsplan van God waaraan niemand iets kan veranderen.
Mijn broeder en mijn
zuster, wij horen dikwijls de verzuchting
slaken: "Ja, maar ik zal toch de Here bidden."
Denk nooit dat God Zijn Raadsplan zal
verandereren door uw gebed. Ik zal u een
voorbeeld geven. God zegt in Zijn Woord: "In
deze laatste dagen zullen er oorlogen zijn". Of
u het nou wil of niet wil, Gods woord zegt dat. En
zo zult u ook mensen tegenkomen, die zeggen:
En weet u dat daarna de christenheid niet opgehouden heeft met te bidden: "Here, laat er geen oorlog meer zijn!" En als een klap op de vuurpijl is ook de "tweede wereldoorlog" gekomen. En mogelijk zijn er onder u nog mensen die nu weer bidden: "Here, laat er geen oorlog meer komen"! De profetische rede van Jezus Christus zegt: "Er
zullen oorlogen zijn". En dat zijn nu één van de
dingen waarom ik u zoëven gezegd heb: wij denken
soms dat wij door bidden Gods Raadsplan kunnen
veranderen. Wij veranderen. Door gebed worden wij veranderd.
En omdat wij veranderen
(wij worden van gedaante veranderd, iedere dag,
als van des Heren Geest) mogen wij dat Raadsplan
van God zien en het komt ons voor alsof God
verandert in dat Raadsplan, als verhoring op
gebed, maar wij zijn veranderd en wij kunnen
ingepast worden in het Raadsplan van God, zó,
dat wij alle dingen gaan verstaan.
Dat plan in dat Vaderhart, vrienden, is gesetteld bij God. Hoe zou Petrus anders, onder de zalving van de Heilige Geest, kunnen zeggen: "Wij hebben het profetisch Woord hetwelk zeer vast is" Bij iets wat vast is, is geen verandering mogelijk. Amen!
De lamp van God
De profetische rede van Jezus Wie op Jezus ziet zal wandelen op de golven van een woelige levenszee. Als u ziet naar wat er om u heen plaats grijpt, dan zinkt u weg. Zo was het Petrus vergaan. Maar de Heer doet al deze dingen geschieden conform Zijn Woord en daar is niets dat niet gebeurd volgens het Plan van God, maar de Heer wil dat u op Hem blijft zien. Hij is degene die meester is over winden en golven.
De Arke van Behoud Hij zag de goddeloosheid rondom, hij zag alles wat zich afspeelde in die dagen en tot wie hij het Evangelie van Genade moest prediken. Maar ondanks dit alles heeft Noach zijn oog geslagen op Degene die hem opdracht gaf tot de bouw van die Arke van Behoud. Jezus Christus, in Zijn Messiaansche bediening hier op aarde, heeft ondanks alles wat Hij mee moest maken, waarvan Hij gesproken heeft, ondanks de omstandigheden die op Zijn weg kwamen, ondanks de gebeurlijkheden, ondanks verraad, spot, smaad, hoon en verwerping door de Zijnen, heeft Hij nooit nagelaten om Zijn ogen gericht te houden op die Vader God in Wiens Naam Hij kwam, in Wiens Naam Hij predikte en Zijn eigen getuigenis is bewijs daarvoor. Hij zei: "Ik kan niet anders werken, dan dat wat Ik Mijn Vader ziet doen. Ik kan niet anders spreken, dan wat IK Hem hoor zeggen". Prijst God! Halleluja! Als wij geen acht slaan op Hem, vrienden, zullen wij niets weten. In den beginne was het Woord, dit Woord is God. Halleluja. Wij lezen het wel als Gods Bijbel, maar zegt Hij:" Mijn Woord is geest en is leven!" Zo wil God komen in uw hart en in mijn ziel, vrienden, opdat wij zullen weten dat God spreekt. Het is niet meer uw Woord, als u het brengt, het is niet meer mijn Woord, maar het is God Zelf die spreekt. Halleluja! In
het 24ste hoofdstuk van het Evangelie van
Mattheus, in de versen 3 t/m 5 en 14 lezen wij:
"En als Hij.....enz.
De Koning van het Koninkrijk En bovenal, die moet weten, dat hij de Koning van dat Koninkrijk vertegenwoordigd. Niemand anders dan Jezus Christus, als de Koning van dat Koninkrijk gaf hun later die opdracht om dit Evangelie des Koninkrijks te prediken. En wat wij de wereld ook zien doen, hoeveel verlangens, begeerten en zelfs hoeveel jacht er wordt gemaakt op heel andere lectuur dan de Bijbel, naast de geweldige opleving ziet u, een hoe langer hoe meer afdwalen van Gods Woord. Toch zegt Jezus:
Het eerste zegel Wij lezen dat hij uitging overwinnende en tot overwinning. (Opleving van Pinksterbewegingen.) Hier heeft u de opmars van de Heilige Geest, die het Woord doet optrekken in heerlijkheid en met grote kracht en niets kan die opgang meer stuiten. Prijst God! Dit. Evangelie des Koninkrijks zal gepredikt worden. En de boodschap is uitgegaan, vrienden, van het eerste ogenblik waarop het eerste zegel werd verbroken in het Raadsplan van God. En dit Evangelie gaat over de ganse aarde tot een getuigenis aller volkeren. Het kan God niet schelen of zij het aannemen of niet, of zij het verwerpen of gehoorzamen, het gaat God hierom, dat Hij Zijn Woord zal vervullen. Dat Woord, dat zegt: "het zal gepredikt worden tot een getuigenis", en er zal geen volk zijn op deze aarde die in Zijn dag voor Zijn Troon zal kunnen staan met het argument dat het hem nooit is gepredikt geworden.
God zegt: "het zál"
Het tweede zegel
En
zo gaat het met vele dingen. De mens heeft het
in zich, om zich te distantiëren van wat de
waarheid is. Ik zal u een voorbeeld geven uit de
praktijk. Toen ik nog een kleine jongen was,
werd veel gesproken over tuberculose. En dat
woord tuberculose had een onaangename klank, en
vooral als die ziekte in je familie voorkwam.
Het woord tuberculose had zo'n harde, afstotende
klank. En zo, naarmate er met de jaren, dank zij Gods genade, vorderingen werden gemaakt op medisch gebied, kwam ook de mens tot het zich distantiëren van die harde, naakte waarheid "tuberculose" en van lieverlede ging men spreken over t.b.c.Het klinkt zachter. En nog veel later, als er nog eens over gesproken werd, (want de statistieken zeggen dat m.b.t. de bestrijding van deze ziekte een grote overwinning is geboekt), hoor je alleen maar spreken over t.b. En zo gaat het ook met veel andere dingen in het Raadsplan van God. Wij weten heel goed dat er zelfs in pinksterkringen vaak gezegd wordt: "Is dat nou zo erg? Zulke kleine zonden" ! Wij zijn er ons niet van bewust wiens adem wij ademen als wij zo spreken. Leest de eerste bladzijden van Genesis om daarvan overtuigd te worden. De duivel heeft nooit gesproken tot het eerste mensenpaar van zonde. 0, neen, dan zouden zij geschrokken zijn. Neen, hij wist hoe hij hun moest benaderen ("Eva, zou het nou wel waar zijn"?! ) Daarom, houdt ogen en oren goed open, en laat liever de Geest van God komen zoals Hij wil spreken. Het is beter om te gewennen aan de kastijdende stem des Heren omdat u weet dat Hij kastijdt, opdat u niet met de wereld verloren zal gaan, dan om te luisteren naar de afslag van de Farizeër, de Schriftgeleerde en de Wetgeleerde, die u wil afhouden van de naakte waarheid. Hier leest u het, in vers 7 (Matth. 24) - "Want het eene volk .".."enz.
Dit Woord was in den beginne en dit Woord was bij God, en dit Woord is God. Halleluja! En in niemand anders is het zo groot geweest en zal het altijd groot blijven en onveranderlijk, dan in Jezus Christus, het vleesgeworden Woord. Het is dit Woord, in de geest, dat onder de overschaduwing van den Heilige Geest, als het ware, omwikkeld werd, ommanteld werd met vlees. En in
de schoot van de maagd Israel werd het een mens
gelijk u en ik. Maar dank God. Hij is zondeloos
geboren, opdat Hij in staat zou zijn, Gode
evengelijk te zijn, zich dat geen roof achtende,
om u en mijn zonde te dragen in dat albasten
lichaam. Prijst God, halleluja! Het is deze vergelijking over en weer, die nu zal doen inzien, vrienden, dat de oordelen Gods met betrekking tot de laatste dagen elkaar overlappen. Ik bedoel daarmede: nog steeds wordt het Evangelie des Koninkrijks gepredikt (1e zegel) - overwinnende en tot overwinning. Daar is geen nederlaag meer, vrienden, al schijnt het zo.
Al worden zendelingen vermoord. Al lezen wij van
de vijf kruizen in de jungle van Equador. Al
leest u van zoveel gruwelen achter het ijzeren
gordijn. Maar God zegt: "Er komt geen nederlaag"
. Het Evangelie des Koninkrijks is uitgegaan en
wordt gepredikt. Daar is de kwestie van India en Pakistan over Kasmir, en zo kunt u door gaan. Zij noemen het maar op het ogenblik "rassenkwesties". Maar, mijn broeder en mijn zuster, op de keper beschouwd, in de kern, is het toch op een gegeven ogenblik, dat ook zelfs rassediscriminatie een uiting is van het ene volk tegen het andere, al willen wij het verbloemen, vrienden. Als negers vervolgt worden op zulk een wijze als
Afrika met zijn apartheid propageert en zegt:
Engeland geeft
Bechuanaland
maar aan ons en al die protectoraten, wij zullen
het beter doen en veel vlugger. Ik dank God,
vrienden, de Bijbel zegt:"Alle boomen des velds
zijn opgestaan". Alle boomen! Alle volkeren zijn
in beweging. Alle natiën worden teruggedrongen
binnen de begrenzingen die God hun heeft gegeven
vanaf den beginne. En wij hoeven ons hoofd niet
te breken, God zegt: "Het ene volk zal tegen het
andere opstaan". Diepe armoede en hongersnood.
Vrienden, het is een
bekend feit dat Amerika op dit ogenblik de halve
wereld voedt.
Vele landen, die in
ander (politiek) opzicht zeggen, wij willen
niets met jullie te maken hebben, zijn nu
genoodzaakt om toch hulp te vragen. Ik heb
u al eerder gezegd, vrienden, dat wat Engeland
en Amerika doen, slechts genade van God is, en
niet omdat het Engeland is of Amerika, maar
omdat het het profetisch Woord van God is, die
dit tevoren voorzegt heeft. En iedere dag, hoe langer hoe meer, als u er inzit, vrienden, krijgt u het niet alleen lief, maar u kunt het ook niet meer loslaten. weet, u ervaart, dat het de waarheid is, de naakte waarheid, en dat het wordt bevestigd door de gebeurtenissen op het schouwtoneel van onze dagen. God heeft gezegd! en dat is mij genoeg, iedere tittel en iedere jota zal Hij waar maken. Glorie voor God! Het raakt mij niet of mensen zeggen: ik geloof daar niet meer in! Voor mij is het het Woord van God. En tegelijk zullen wij God rekenschap moeten geven.
De 10 stammen Waarom! Wij komen te staan voor feiten, die haast aanstaande zijn. God heeft haast. Twijfelt u daaraan! Het is de Bruidegom die zegt: " Ziet Ik kom haastelijk! " . En het is Johannes, representatief voor alle gelovigen, wedergeborenen en gedoopten met Gods Geest, die spreekt in de plaats van de bruid, hij aan wie de dingen der laatste dagen geopenbaard is: " Ja, kom! Here Jezus! Kom haastelijk! " Wij hoeven niet altijd in verdriet neer te zitten of smart te ervaren of onder verdrukking gebukt te gaan of vervolgt te worden om iets in u te voelen opkomen, dat u doet hunkeren naar Zijn komst. 0, moge het ook de verlustiging zijn in ZIJN feilloos Woord, vrienden, en moge het ook zijn het werk van den Heilige Geest in u en in mij, die ons dagelijks doet verlangen. Want de Bijbel zegt: "Het gansche schepsel zucht, als in barensnood zijnde, verwachtende de dag van verlossing." Wanneer? Als Jezus komt! De apostel zegt: "Wanneer, Heer"! En dan antwoordt HIJ en zegt: "Daar waar het dode lichaam is, daar zullen de arenden zich verzamelen". Daar is een volk van adelaars. God werkt in deze laatste dagen om te komen tot de vorming van dat volk. Een volk van arenden. Glorie voor God! Aan wie het ook past, conform hert Raadsplan, om hun twee vleugelen te geven, als van een arend. God werkt, vrienden, met die wonderbare arendskracht in deze laatste dagen waardoor u een kind van God wordt en kan blijven tot dat Hij komt. Ik wil het hier meteen inlassen. Een van de eigenschappen van de arend, vrienden, is dat je een arend niet kunt bedriegen. God heeft dat dier een stel ogen gegeven, dat al is hij bijna onzichtbaar voor uw oog, dan nog zijn zijn ogen zo, dat hij alles ziet wat er op aarde gebeurt. Dat is wat God bedoelt van de bruidsgemeente, dat is wat God bedoelt van bruidskinderen. Hij geeft u dat vermogen, vrienden, Halleluja! Prijst God! opdat wij door Christus' inwoning in ons alle dingen zullen verstaan. De Bijbel zegt, vrienden, dat zij die gedoopt zijn, vervuld met den Heilige Geest, die worden door anderen niet onderscheiden. Zij onderscheiden anderen. Amen! Hallejuja! Wat een wonderbare bediening, vrienden om te weten, dat wij niet bedrogen kunnen worden. Dat
wij zo kunnen wandelen en gaan en staan met
Jezus, dat Hij onze ogen kan zalven. En wij zien
nu door de ogen van den Heilige Geest. Het
is soms nog moeilijk te verstaan! Waarom!? Ach,
daar speelt nog zoveel van het vlees ons parten.
Daar is nog veel dat wij moeten verliezen. God
helpe ons, dat wij het maar vlug mogen
verliezen.
Een arendsblik De verloren zoon
Het derde zaegel Maar al de verschrikkingen van de opening van die zegels gaan door tot en met het einde. Wij kunnen niet zeggen en in ons denken: "o, nu is het afgelopen of nu komt dit". Neen! Terwijl het ene nog aan de gang is en in toenemende mate zich aan ons voordoet, komt de ontwikkeling van het andere al aan. U kunt het enigermate hiermede vergelijken. Men verheugd zich en klapt in de handen, staatsvijand nummer één, die t.b. is overwonnen. Maar nauwelijks kent men die blijdschap - die t.b. is er nog wel, maar niet meer in die mate als in den beginne - of wij zien de ontwikkeling en de toenemende bedrijging van een nieuwe ziekte, de kanker. En zo gaat het verder. Als de mens zich straks verheugd op de overwinning van die kanker, de volgende dag is er weer wat anders. Dat wil ik even aanhalen ter illustratie, opdat u begrijpt wat ik bedoel. Hij weet dat hij nog maar een korte tijd heeft, de duivel en satanas. Hij zal niet rusten, vrienden, en zijn schatkist zit nog vol met verrottingen. Hij heeft nog meerdere en grotere verrassingen dan die u vanavond zijn aangeboden geworden. En één ding vraag ik mij telkens af, als ik in dat boek Openbaring bezig ben: "Here, wat zag uw apostel toch werkelijk met betrekking tot de eindafwikkeling van de laatste dagen. Wat moet hij toch hebben gezien! In soberheid neergeschreven, in zulks eenvoudige taal en bewoordingen staat alles vermeld, maar o, het hart van Johannes zal dikwijls ineen gekrompen hebben van angst en beven voor wat er gaat gebeuren. Wat moet hij gezien hebben met zijn profetische blik. Hij heeft het niet alleen neergeschreven, God heeft hem deze dingen getoond. In het begin van het boek Openbaring kunt u het lezen. En straks gebeuren deze dingen, vrienden, als die hemellichamen gaan bewegen, als deze aarde uit zijn middelpunt wordt gerukt en als een dronken man heen en weer zwaait. Als straks werkelijk die zon zal verduisterd worden en geen licht meer zal geven. Als werkelijk die maan zal veranderen in bloed en zal druipen van bloed, als wij werkelijk een sterreregen zullen meemaken zoals nimmer tevoren. Mijn broeder en mijn zuster, wat moet er dan gebeuren. Onlangs, dat is nog niet zo lang geleden, viel er in een deel van Amerika hagel. Het
waren hagels van die grote, dat je zelfs een
hond niet op straat kon jagen, geen vee kon je
meer buiten houden, ze liepen weg. En toen zei
ik nog: als dit al zo is, hoe is het dan
mogelijk dat men het Woord van God niet geloofd,
die daar spreekt van hagel als duiveneieren zo
groot en dat wij hierdoor gedood zullen kunnen
worden.
Wij die door het geloof deze dingen mogen
kennen, zeggen wel eens: "Och, Heer, laat
het maar gauw gebeuren"! Dikwijls heb ik
thuis gezegd: "Als de Heer vandaag tot mij zou
spreken: maak je bereid, morgen neem ik je mee
naar huis, dan zal mijn antwoord zijn:
halleluja, Heer, liever vandaag dan morgen: . Wij
worden toeschouwers, aanschouwers gemaakt van
een heerlijkheid waarnaar de oude profeten,
mannen Gods, hebben uitgekeken. Zij hebben
gesproken en geprofiteerd van de dingen die zich
nu afspelen in uw leven, in onze dagen. Wat een
voorrecht om daaarvan getuigen te mogen zijn.
De waarheid is met ons, vrienden, ja door genade in ons! Alle dagen tot aan de voleinding der wereld. Glorie voor God! Nooit verlaten, nimmer begeven, altijd nabij! Halleluja! 0, glorie voor God! Wij wonen in de Arke des Verbonds. In de Arke van de Vader, van de Zoon en van de Heilige Geest en als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn! Amen! Wij gaan verder en wij lezen in de profetische rede in de verzen 9 t/m 13 - "Alsdan zullen zij u overleveren in verdrukking en zullen u doden en gij zult gehaat worden van alle volkeren om Mijns Naams wil. En dan zullen er velen geergerd worden en zullen elkander overleveren, en elkander haten enz.
Het vierde zegel
He vijfde zegel
Mijn
vrienden, ik heb u net gesproken over het vierde
zegel, onder de verzen 7 en 8 van Openb.
6, in overeenstemming met de verzen 7 en 8 uit
Mattheus 24. U kunt voor voor u zelven al
nagaan, dat wij leven onder dit zegel. Als het
nu al de opening van het vierde zegel is, en wij
weten dat er nog drie komen, omdat er in totaal
zeven zijn, wordt het u duidelijk, dat wij al
over de helft zijn. Het Woord van God, m.b.t. deze laatste dagen, zegt ons, dat er van drie grote vervolgingen sprake zal zijn - hier lezen wij van één van die in Openb. 6:9 en van een ander in Openb. 7:9, m.b.t. de verzegeling van de 144.000 en de ander in Openb. 12:17. Al deze vervolgingen zijn
aanstaande en staan voor de deur, vrienden.
Weet u waarin ik geloof en God geve u dat even
dierbaar geloof: ik geloof dat de bruidsgemeente
van de Here Jezus Christus geroepen is om haar
aandeel te leveren in de slotbediening van de
laatste dagen. Maar, vrienden, dat is bij u zo, bij mij, maar niet bij God. God zegt: | Hij heeft Zichzelven voorgesteld een gemeente zonder vlek en zonder rimpel", En die gemeente zal er straks zijn en daarom geloof ik, dat waar God deze progessieve geest heeft in de gemeente, in Zijn lichaam, dat Hij die gemeente een bediening zal geven, die boven bidden en boven denken uitgaat.
Het staat zo in Gods
Woord ook, vrienden. Slaat u maar op 1 Kor.
6:2a, waar staat: "Weet gij niet, dat de
heiligen de wereld oordelen zullen: 1 en in 3a:
: Weet gij niet, dat wij de engelen oordelen
zullen". Tot welk een bediening denkt u zijn de
bruidskinderen gezet m.b.t. de laatste
dagen. Doordat Hij in haar woont en Jezus Christus
openbaar wordt in de gemeente en daarom geloof
ik, uit het diepst van mijn hart, dat in de
laatste dagen alles met betrekking tot de
eindafwikkeling van Gods Raadsplan, geopenbaard
wordt, niet meer in het individu maar in het
lichaam, in de gemeente als totaal, opdat in
deze laatste dagen wij niet zullen kunnen
zeggen: zie je, hier ben ik nou! Zij hadden zo op te trekken, ook terwijl zij rondom Jericho liepen. Eenmaal de eerste dag, enz. 6 dagen lang. De zevende dag, in dezelfde ordening, trokken zij wederom, maar dan zeven malen rondom die onneembare vesting Jericho. En alle zeven priesters hebben op hun ramshoorn geblazen, geen enkele uitgezonderd. En
zoals deze zeven priesters het volk des Heren
hebben geleid in de eindoverwinning over
Jericho, zo heeft God in Zijn Raadsbestel
eveneens zeven boodschappers, die straks ook
zeven bazuinen zullen laten slaan, met zulk een
zekerheid en met het slaan der bazuinen zullen
zij de legerscharen des hemels leiden tot de
eindoverwinning op de antichrist en zijn horden.
Prijst God! Wat Gods Geest vormt, dat kunt u in elkaar leggen, zodanig, dat wat u nu niet ziet, dat wordt u straks duidelijk en duidelijker en duidelijker, opdat wij allen als kostelijke stenen zelf worden gevoegd samen tot een geestelijk huis. Halleluja! Prijst Zijn wonderbare Naam!.
Wel, mijn broeder en mijn
zuster, dat is die eindoverwinning, die ons
wacht en die straks met zekerheid kan worden
verwacht.
Alleen, zij die tot die Bruidsgemeente behoren,
zij zullen de overwinning in zichzelven al eerst
hebben. Wij lezen hier in de profetische rede
(vers 26 t/m 28): : Zo zij dan tot u zullen
zeggen...... "
Daar is dus een tijd, vrienden, die tot de toekomst van onze Here Jezus Christus behoort, niet tot de voleinding, maar die dus als teken gegeven wordt voordat de Zoon des Mensen wederkomt, voordat de Here wordt geopenbaard, waarin dit moet plaats hebben. En dit nu heeft plaats in dat middernachtelijk uur. Dit zijn nu degenen waarvop Hij komt. Bekend, verwacht, alleen door hen, die omdat zij gereed zijn, uitgegaan zijn de Bruidegom tegemoet. En zij gingen in en de deur werd gesloten. |
Deze lezing hield Br. Theijs in 1953
Zr. Verbeek heeft deze stenografisch opgenomen en Br. Risakotta werkte de tekst uit..