Vverleidende geesten
en leringen der duivelen
 

 

Home - Sitemap

 

1 Timotheüs 4:1

"Doch de Geest zegt duidelijk,

dat in de laatste tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, 
zich begevende tot verleidende geesten en leringen der duivelen."

_______________________________________________________

 


Het Russellisme= De Jehova Getuigen (JG)

___________________________________________________



Andere benamingen voor deze groep zijn o.a. Wachttoren, Traktaat genootschap, Beweging van het 1000-jarig Rijk, Internationale Bijbelstudiën Associatie. Het is een valse leer, het lijkt allemaal mooi, want de namen van God en Jezus worden door hen geregeld gebruikt, maar zij geloven in geen van beiden!

De grondlegger was een zekere pastor Russell.
Daarom heette de beweging aanvankelijk "Russellisme". Omdat deze Russellisten zo in de gaten liepen, hebben zij telkens hun naam veranderd. Zij snoeren een ieder, die bezwaar maakt, de mond met het antwoord: u is niet geestelijk genoeg. De duivel doet zich voor "als een engel des lichts", en zijn dienaren, als waren zij dienaren der gerechtigheid.

   Jezus verkondigde niet anders dan wat Hij de Vader hoorde spreken.
Wij zijn kinderen Gods als wij hetzelfde doen. De documentatie van Russell bestaat uit 6 lijvige boekdelen, genaamd "Studies in de Schriften". Hij zegt daarvan, dat zij essentieel zijn voor het verstaan van het Woord van God.  Hiervoor wil ik al direct waarschuwen. Wees voorzichtig voor elk systeem, dat zichzelf propageert door te zeggen, dat het uniek is, het enig juiste, en dat het strikt noodzakelijk is om de Schriften recht te verstaan (goed te begrijpen). Een systeem, dat claimt het enig ware te zijn, maant u als Christen tot de grootste voorzichtigheid. 


De Bijbel is zijn eigen uitlegger.
God heeft Zijn Woord doen schrijven door heilige mensen, gedreven door de Heilige Geest. Als wij Zijn Woord onderzoeken en wij willen ons onderwerpen aan de leiding van de Geest en doen wat Hij zegt, dan zal Gods Geest ons voldoende licht schenken. Daarnaast kunnen er natuurlijk boekwerken zijn, die vele dingen vergemakkelijken. Maar uiteindelijk is de Bijbel "het Boek der Boeken", en is het niet zoals de Mormonen zeggen:'de Bijbel is waar, maar het boek van Mormon is nog geweldiger' (dat is in feite hun bijbel). De dwalingen, die de JG verkondigen, betreffen achtereenvolgens:

1. de Persoon en het werk van Christus;
2. de leerstelling van genade in verband met de verlossing;
3. het toekomstig leven (het leven hiernamaals) van de geredden en de niet-geredden.
Ter zake van al deze punten brengen zij een dwaalleer en spreken zij de waarheid niet.

__________________________________________________________________________

_
Ad 1  - Persoon en werk van Christus
De JG loochenen de Goddelijkheid van Christus.
Zij beweren, dat Jezus Christus niet de eeuwige Zoon van God is. Hij is volgens hen ook niet de Schepper van alle dingen, maar gewoon een door God geschapen wezen, net zoals de engelen. Dit is niet alleen een aantasten van de Christus, van God Zelf, maar een absoluut valse leerstelling. Zij halen dit uit de geschriften van Russell, die nota bene zijn boeken noemde:"Studies van de Schriften". Hoe kon hij dan tot zulke dwaalleringen komen?

    Hij deed het in eigen kracht.
De natuurlijke mens, die niet wedergeboren is, die van de kracht van Jezus' bloed niet afweet, die de weg van het kruis schuwt, en toch wil doorgaan voor een Christen, zoekt daarvoor andere dingen in de plaats te brengen. Schrifttuurlijk voorbeeld: Toen Adam en Eva gezondigd hadden, geen gemeenschap met God meer hadden en ontdekten, dat zij naakt waren en zich schaamden, zochten zij vijgenbladeren om zich te bedekken.

   De natuurlijke mens zoekt direct andere dingen om te imiteren, om in de plaats te komen van hetgeen hij verloren heeft. Toen de Christenen gekomen waren tot compromis, week de Heilige Geest uit het leven van de eerste gemeente, zoals de heerlijkheid des Heren eertijds week uit Tabernakel en Tempel, toen de mensen tot zonde kwamen.

   In de Middeleeuwen ondermijnden zonde en ongerechtigheid, compromissen, wereldgezindheid en wereldgelijkvormigheid het leven der gemeente. Er werden geen zielen meer gedoopt met de Heilige Geest en men sprak niet meer in vreemde tongen "zoals de Geest gaf uit te spreken".  Dus zocht men naar plagiaat. Toen heeft men daarvoor "dode talen" genomen, Latijn en Grieks, die men alleen kon verstaan als men ze geleerd had. Dit moest de leegte vullen, die er was doordat men de heerlijkheid van God niet meer kende in de gemeente. Al dat goud en zilver, brokaat en lamé moest de mensen verblinden. Nergens leest u van zo'n vertoning in de Bijbel.  Als God u doopt met de Heilige Geest en u levend maakt in Hem, hebt u die vertoning niet nodig. De kruisweg duurt  voor mensen, die niet in God geloven, te lang. U moet zolang knielen en sijden voordat God antwoordt uit de hemel. Het is veel eenvoudiger om naar een waarzegger te gaan. Wat lleert nu de Schrift aangaande de Christus?

- Joh. 1:3.
- Er is onderscheid tussen "in den beginne" en "vanaf den beginne".
"In den beginne" wortelt in de eeuwigheid, niemand weet waar het begin is; "vanaf den beginne" wortelt in het tijdelijke; hier is wel een begin en einde aan te wijzen. Niemand kan zeggen waar God begon en eindigt. "Hij is het begin en het einde, de Alfa en de Omega.

- Hebr. 1:1 en 2. 
- Als zij dus zeggen, dat Jezus Christus niet de Schepper is van alle dingen, dan is dit vals en bedrieglijk en niet conform de waarheid.

- I Tim. 3:16.
- God is geopenbaard in het vlees en werd gekend als Jezus Christus, Dezelfde, Die de wereld gemaakt heeft.

- Col. 1:16 en 17.
- Waar blijven nu de JG, die loochenen, dat Hij de eeuwige Zoon van God is en de Schepper van alle dingen? De Heer heeft de duivenverkopers uit de Tempel gejaagd. Wat is erger: een godloochenaar of een duivenverkoper? Wijs de JG daarom de deur!

   De JG loochenen ook de vleeswording van Christus, de incarnatie van het Woord, en leren, dat toen de Christus op aarde kwam, Hij niet in het bezit was van twee naturen. Hij was volgens hen niet de Zoon van God en tegelijkertijd de Zoon des mensen. Zij moeten de incarnatie loochenen, omdat zij zeggen, dat Hij niet de eeuwige Zoon van God is.

   Russell heeft de Bijbel scherpzinnig bestudeerd, maar met zijn mensenverstand. De Mohammedanen geloven nog in Jezus, maar zij noemen Hem een profeet en Mohammed zegt: "ik ben de profeet". Maar Russell heeft gewerkt onder de inspiratie van satan en heeft alles verdraaid. Zij leren, dat Jezus Zijn geestelijke natuur aflegde, toen Hij op aarde kwam, en dat Hij Zijn menselijke natuur weer aflegde, toen Hij de aarde verliet.

   Aangaande de huidige staat van de Christus zeggen zij dat Hij een geestelijk wezen is, hoogstwaarschijnlijk van een hogere orde dan Hij tevoren was. Omdat zij de incarnatie loochenen, moeten zij ook komen tot het ontkennen van de verzoening, die Christus bewerkstelligde voor de zonden. Maar als de Christus, zoals zij  zeggen, een gewoon mens was geweest en niet God, dan vragen wij ons af hoe Hij dan ooit onze zonden in Zijn lichaam zou hebben kunnen dragen op het hout?

   Al zou uw lieve moeder zich voor u willen laten kruisigen, dan zou zij u daarmee nog niet verlossen van uw zonden! Dat kon alleen Jezus Christus doen, en wij weten door het geloof welk een strijd dit Hem heeft gekost in de Hof van Getsemane, waar Hij de zondebeker van een ganse wereld moest ledigen en droppelen bloed zweette. De JG gaan regelrecht de verdoemenis in, als zij volharden in deze leerstellingen!  Wat leert de Bijbel aangaande de incarnatie?

- I Tim. 2:5 en 6.
 - Er is één God en één Middelaar, Jezus Christus.

- Hand. 1:11.
- Dit was de rechtvaardiging van God vanwege de verdiensten van Jezus Christus, omdat Hij de mensen met God verzoende.

- Joh. 1:7 7.
- God is Licht.

- Hebr. 10:11 t/m 14.
- De offerrande van vs. 14 was Hijzelf. Dit kon alleen Iemand doen, Die Zelf eeuwig is. De JG loochenen Zijn eeuwige Goddelijkheid en Zoons- schap.

- Openb. 1:5 en 6.
- Als Hij niet eeuwig was en leefde in de heerlijkheid van God, zouden wij Hem geen kracht en heerlijkheid geven.
Daar de JG Zijn Goddelijkheid en vleeswording loochenen, doen zij dit ook met Zijn Opstanding. Zij leren dan, dat het lichaam van Christus is opgelost in gas, of mogelijk ergens als aandenken bewaard wordt, maar niemand weet waar.   Wat leert de Schrift aangaande de opstanding?

- I Cor. 15:17 t/m 21.
- Als Christus niet is opgewekt, is ons geloof ijdel!

- Luc. 24:39;
- Joh. 20:27 en 28
.
- Thomas heeft zijn vinger niet in gas gestoken!

   De JG loochenen ook de wederkomst van Christus. Zij leren, dat de tweede komst verondersteld wordt te zijn geschied ± 1874, maar zij zeggen erbij, dat Christus "alleen maar door geloof kan worden gezien"!  Wat leert  de Bijbel aangaande de Wederkpmst?

- I Thess. 4:14 t/m 17
.
- De JG zeggen: Hij is opgelost in gas!

- Openb. 1:8 en 18;
- Openb. 22:12.

- Wat denkt u dat de JG tot loon zullen krijgen?

____________________________________________________________________________


Ad. 2 - De leerstelling van genade in verband met de verlossissng.
De JG leren, dat zij, die in Jezus Christus geloven, niet het eeuwige leven hebben, maar straks, in de toekomst. Als Jezus niet God is en niet eeuwig, wie moet ons dan het eeuwige leven schenken?  Wat leert de Bijbel aangaande het eeuiweige leven?

- Joh. 3:16 - 18.
- Wie niet gelooft, is alrede veroordeeld!

- Joh. 5:24;
- Joh. 3:36
.
- Die in de Zoon gelooft, heeft het eeuwige leven! Die de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem.  Russell beweert, dat ofschoon iemand, die nu in Christus gelooft, gerechtvaardigd wordt door het geloof, hij toch daardoor niet het eeuwige leven heeft.  Russell geeft n.l. een valse voorstelling van de wedergeboorte. De Bijbel leert in Joh. 3, dat als wij wedergeboren zijn, wij het Koninkrijk Gods beërven.
Wat leert de Boijbel aangaande de wedergeboorte? 

   De Schrift leert, dat, als wij deel hebben aan de eerste opstanding, wij geen wedergeboorte meer nodig hebben. Als wij niet wedergeboren worden in dit leven, staan wij straks op in de tweede opstanding. Dan zijn wij voor eeuwig verloren; dan kunnen wij niet meer wedergeboren worden. Op deze wijze willen de JG een tweede kans scheppen voor de goddelozen.
De JG leren, dat iemand niet wedergeboren kan worden, tenzij hij eerst is opgestaan uit de doden; zij geloven dus niet in de wedergeboorte in dit leven.  0

   Ook leren de JG, dat "heiligmaking" het resultaat is van "goede werken", van onze consecratie (toewijding) en zelfopoffering aan God. - - Zij geloven dus niet, dat heiligmaking het werk is van de Heilige Geest in ons. Als zij niet in Christus geloven, hoe zullen zij dan geloven in de Heilige Geest, Die Hem geboren deed worden?

- Joh. 1:12.
- De JG hebben geen macht ontvangen om ooit kinderen Gods te worden. Wedergeboren wordt u doordat u gelooft in Jezus Christus en dat wat Hij zegt. Het geloof in Hem brengt consequenties met zich mee. Als u in Hem gelooft en in de zonde blijft leven, wordt u nooit wedergeboren.

Wedergeboorte wordt voorafgegaan door een hartgrondige bekering.
De JG zijn niet bekeerd, want zij geloven niet in Hem als de Zoon van God.

- Titus..3:5.
- Wij worden wedergeboren en gerechtvaardigd naar Zijn barmhartigheid, niet naar de goede werken van Russel. 

- Efeze 2:8 en 9.
- Niet uit de werken, doch louter uit genade, vanwege Jezus, Die ons met God heeft verzoend.

____________________________________________________________________________

Ae. 3-  De derde valse leerstelling is ontkenning van de leer van retributie of vergelding.
   God zegt, dat wij loon naar werken ontvangen (denk aan de gelijkenis van de talenten). Wij zijn gered om anderen te redden. Wij hebben genade ontvangen om in Christus te geloven, om door dat geloof te verstaan, dat er consequenties verbonden zijn aan het Christen-zijn.  Hij wil ons als Zijn dienstknechten laten doen wat Hij wil. Als wij dit niet onder ogen willen zien, komen wij nooit tot "daden des geloofs", en bijgevolg is er geen loon.  De JG  geloven in een ziele slaap. Er is volgens hen geen vergelding. Aan de overzijde van het graf wacht niets. Degenen, die sterven slapen in. Watrt leert de Bijbel?

- Luc. 16:19 t/m 31;
- Matth. 10:28.

- Er is wel degelijk loon naar werken! Dit kan in dit leven al zo zijn: "wie wind zaait, zal storm oogsten". Er wacht een hel voor hen, die niet geloven in Hem, Die beide, ziel en lichaam, kan verderven in de hel.

- Marcus 9:44;
- Openb. 20:14 en 15.;
- Openb. 22:14 en 15.

-"... en een iegelijk, die de leugen liefheeft en doet". (zoals de JG). De JG verkondigen ook, dat er een tweede beproeving is, die de mens moet doorstaan. Daarmee bedoelen zij, dat de goddelozen een tweede kans zullen krijgen.  Wat leerrt de Bijbel?

- II Cor. 6:2;
- Ps.95:7.
- Heden, indien gij Zijn stem hoort.

- Luc.23:43.
- De Heer zei niet tegen de moordenaar: ga eerst dood en dan krijg je nog een tweede kans; anders was de andere moordenaar ook zalig geworden.

- Hebr. 9:27.
- Het is de mens gezet eenmaal te sterven en daarna het oordeel.

- Hard. 17:30.
- NU is het de tijd van genade. Gods Geest zal niet in eeuwigheid twisten

- Openb. 22: 11 en 17.
- Als u wilt, kunt u door de Heilige Geest geheiligd worden. Dit geldt voor deze tijdsbedeling van de Heilige Geest..

- Joh. 5:39 en 40.
- Onderzoekt de Schriften. Als wij tot Jezus komen, hebben wij het leven, niet straks. Omdat de JG een valse leer verkondigen aangaande de vergelding, hebben zij ook een valse leer met betrekking tot de vernietiging, de verdelging van de goddelozen.  Wat leert de Bijbel?

- Matth. 25:41 t/m 46;
-  Matth. 3:12
.
-  Deze passage heeft dezelfde strekking.

- Judas 7;
- Openb. 14:10 en 11.

- Ontvang hen dus niet in uw huis. Doe niets tegen hen in eigen kracht, want "niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zullen alle dingen geschieden."

De waarheid is hard.
Jezus is de Waarheid.
Wij moeten de Waarheid leren liefhebben.





Den Hag, najaar 1965
Rev. Corn. J.H. Theijs 
Voorganger van The Betel Pentecostal Temple  in Nederamd.



Home - Sitemap  - Ommhoog