De Antichrist




De Antichrist en de naties (volken)


Wanneer wij de Antichrist en de Naties (volken), de Antichrist en de heiligen, de Antichrist en het Jodendom, de Antichrist en het Internationaal Communisme in beschouwing nemen, is er van enige harmonie (zo gezien) geen sprake. Dit is althans mijn conclusie, en ik moet mij sterk vergissen wanneer dit ook niet door anderen wordt gedeeld. De vraag welke ik mijzelf bij vergelijkend onderzoek menigmaal heb gesteld is: Hoe kunnen al deze situaties tezelfder tijd bestaan? Ik ben tot de slotsom gekomen, dat er wel degelijk sprake is van enige overeenkomst, echter met dien verstande, dat deze (gelet op mijn eigen visie) niet strookt.

 Ook dat in sommige gevallen de praktijk (wat er dus werkelijk gebeurt) de oplossing geeft van het probleem. Wanneer wij denken aan de Antichrist en de volken, kan het niet anders, of wij denken aan Daniël, de profeet, omdat hij bij uitstek de man is geweest, door God gebruikt, om te profeteren voor de volken. Hij begon in zijn eigen tijd, toen het Babylonische Rijk haar hoogtepunt had bereikt. Hij voorzegde de val van Babylon en de opkomst van de Meden en de Perzen.
 
Het Medo-Perzosche Rijk
Hij voorzag de achteruitgang en de dramatische val van grote Rijk, en de komst van het Griekse onder het leiderschap van Alexander de Grote. Maar zo zag hij ook het uiteenvallen van Alexander's Rijk in vier delen, en heeft die alle bij hun namen genoemd. Alleen van de laatst opkomende heeft hij dat niet gedaan.  Hij vertelde Nebukadnezar wel van de komst van dit vierde wereldrijk en hoe ook dit weer uiteen zou vallen in vele naties, en dat al deze naties zouden voortbestaan totdat er iets geweldigs zou gebeuren, dat een totale ommekeer te weeg zou brengen. Daniël heeft ondermeer ook het komen voorzegd van een mens, die over de gehele wereld zou heersen; en net zo lang, totdat hij zou worden verslagen door de Komst van Christus. Deze mens (man) noemde de profeet 'de kleine hoorn'.

In het zevende hoofdstuk van het boek Daniël staan de gezichten (visioenen) opgetekend aangaande de koninkrijken, die de koning Nebukadnezar in zijn droom zag. Daniél's visioenen zijn meer gedetailleerd weergegeven. Bovendien geven zij een enigszins ander aspect van de profe­tieën met betrekking tot al die Heiden-Naties (Koninkrijken-Volken). Koning Nebukadnezar zag in zijn 'droomgezicht' enkel de mooie zijde van al die koninkrijken, terwijl Daniël het ware karakter schildert van diezelfde koninkrijken. De profeet zag namelijk hoe die koninkrijken door oorlogen en heersende machten in stand gehouden werden. Daniël gebruikte 'symbolen' om een en ander uit te beelden: beesten en vogels, die belust zijn op aas.

Daarom is de conclusie juist, als wij zeggen: Daniël's visioenen betreffen de 'zwarte zijde' van het totale profetisch beeld. Daniël's zevende hoofdstuk begint met: 'In het eerste jaar van Belsazar, de koning van Babel, zag Daniël een droom, en gezichten zijns hoofds, op zijn leger. Toen schreef hij die droom, en hij zeide de hoofdsom der zaken. Daniël antwoordde en zeide: 'ik zag in mijn gezicht bij nacht, en ziet, de vier winden des hemels braken voort op de grote zee. En er klommen vier grote dieren op uit die zee, het ene van het andere verscheiden'. (v.v.1-3).
 

Home | Sitemap | Inhoud