Die is, Die was en Die komen zal
De "Openbaring"nader beschouwd


* Inhoud

Gods Raadplan der eeuwen
Lees verder

* Waarom de Openbaring werd gegeven
Lees verder

* De brieven aan de zeven gemeenten
Lees verder

* Efeze
Lees verder

* Smyrna
Lees verder

* Pergamus
Lees verder

* Thyatira
Lees verder

* Sardes
Lees verder

* Filadelfia
Lees verder

* Laodicea
Lees verder

* Nabeschouwung
Lees verder

* De troonsheerlijkheid van de Vader
Lees verder

* De heerlijkheid der verzoening door God de Zoon
Lees verder

* De zegels worden geopend.
Lees verder

* 1ste zegel
Lees verder

* 2de zegel
Lees verder

* 3de zegel
Lees verder

* 4de zegel
Lees verder

* 5de zegel
Lees verder

* 6de zegel
Lees verder

* 7de zegel
Lees verder

*De Goddelijke oogst voor en na de grote oordelen van God
Lees verder


* De bazuinen gaan klinken
Lees verder

* 1ste - 4de bazuin
Lees verder

* 5de bazuin
Lee verder

* 6de bazuin
Lees verder

* 7de bazuin
Lees verder

* De culminatie der demonische machten
Lees verder

* Gods volmaakte openbaring van Zijn oordeel en genade wordt  de wereld aangezegd
Lees verder

* Gods volmaakte openbaring van Zijn oordeel en genade wordt de wereld gegeven
Lees verder

* De openbaring van Gods grote verborgenheid
Lees verder

* De antichrist en zijn heerschappij
Lees verder

* Gods wegen in genade en gericht
Lees verder

* De zeven fiolen vol van de toorn van God
Lees verder

* De zeven fiolen van Gods toorn worden uitgegoten
Lees verder

* Gods oordeel over het grote Babylon als geestelijke macht
Lees verder

* Gods oordeel  over het grote Babylon als politieke en economische macht
Lees verder

* De inleiding tot het grote duizendjarig Rijk van Christus
Lees verder

* Aanvang en slot van het duizendjarig Vrederijk
Lees verder

* Taferelen uit Gods eeuwigheid en van het Nieuwe Jeruzalem
Lees verder

* Besluitend visioen en Jezus' laatste woorden
Lees verder




 

 

 

Home - Sitemap

 

De vijfde engel bazuint
Her begin van de Grote Verdrukking


 

Een ster, gevallen uit de hemel

"De vijfde engel bazuint: ...een ster, gevallen uit de hemel op de aarde en haar werd gegeven de sleutel  van de put des afgronds".

Wij hebben al gezegd, dat de laatste "drie" bazuinen "wee
"-Bazuinenzijn. Zij bazuinen het "drievuldig onheilspellend wee" voor een goddeloos mensdom... "Een schrikkelijke  verwachting des ordeels en hitte des vuurs, dat de tegenstanders zal verslinden.... Want wij kennen Hem, Die gezegd heeft: Mij is de wraak, Ik zal het vergelden, spreekt de Here... Vreselijk is het te vallen in de handen des levenden Gods" (Hebr.10:30-31). Wie twijfelt nog aan de waarheid van Gods Woord? Waarlijk, Hij is onveranderlijk in Woord en in daad. Met tittel en jota zal Zijn Woord vervuld worden! Nu horen wij wederom bazuinenklank.

. Vers 1, |
"En de vijfde engel heeft gebazuind, en ik zag
(alle taferelen werden door de apostel scherp onderscheiden, zo waren door de Geest  de functies van het gezicht van Johannes
in kracht  toegenomen) een ster, gevallen uit de hemel op de aarde en haar werd gegeven de sleuitel van de put des afgronds".

Nergens in de Schrift wordt het woord "vallen" gebruikt met betrekking tot onze Heiland en Redder:
Jezus!  Hij heeft de sleutels der "hel en des doods" (Openb.1:18). Maar hier wordt gesproken van één, die valt, en die de sleutel van de afgrond heeft; met andere woorden: deze ontvangt straks kracht en gezag, onder Goddelijke toelating, om "de put des afgronds" te openen, opdat alsdan helle-horden (demonen) zich zullen kunnen storten op de goddeloze mensheid. Hier is een duidelijke profetische heenwijzing naar: "Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, o, Morgenster, gij zoon des dageraads. ... Gij zult in de hel nederdergestoten worden, aan de zijden van de kuil" (Jes.14:12,15).

ROOK is hier de symboliek van de "bedriegerijen des satans", die de menselijke geest zo verduistert, dat die
in de grootste verwarring wordt gebracht. De verduistering van zowel de zon als de lucht  (atmosfeer) maken dat er hoegenaamd géén licht meer is (natuurlijk en geestelijk niet) -  Gen.1:15 met Pslm.136:7; 104:2:-56:14; Job. 33:30; 38:19a; samen met Joh.1:4,9 en I Joh.1:5) en elke heilrijke invloed wordt weggenomen. In dit verband worden wij indachtig aan: "Daarom zal God hun zenden een kracht der dwaling, dat zij de leugen zouden geloven" (II Thess.2:11) en "Gelijk het hun niet goed  gedacht heeft God in erkentenis te houden, zo heeft God hen overgegeven in een verkeerde zin, om te doen dingen, die niet betamen".
(Rom.1:28).

Tenzij God onze menselijke geest zalft met "Olie des heméls" zijn  wij  niet in staat at ons deze  verschrikkingen ook maar enigermate voor te stellen. Wij moeten "zien", zoals de apostel heeft "gezien" om de dingen van God te kunnen "verstaan". Er zijn gevallen, waarin de "natuurlijke loop der dingen" kan worden verstaan; maar zo gauw hebben wij te maken met "bovennatuurlijke zaken", of "een ander oog", een door Gods Geest "gezalfd oog" moet opengaan (Openb.3:18c).

 

De bodemloze put
Ongetwijfeld wordt hier "de bodemloze put" bedoeld die "plaats" in de creatie van God, waar de gevalien
engelen, demonen, kwade geesten, en de zich-aan-de-dui-vel-verkocht-hebbende zielen; zich ophouden (Jud.6;Luk- 8:27-31; II,Petr.2:4'; Num.16:32-35). Demonische machten worden straks dus losgelaten en hebben vrij spel, omdat de mensheid satan liever heeft dan God. Deze mensheid, die uit vrije wil heeft gekozen, krijgt straks een "voorsmaak" van hun keuze! Hoe wrang, bitter en dodelijk zal het zijn! Wanneer deze helle-machten losgelaten worden„is het eind schier niet meer te overzien: de grote afval, eerder geprofeteerd, bereikt dan het toppunt, de haat onder de volkeren bereikt het hoogtepunt, duivel-aanbidding is dan universeel en heidense filosofieen en orgie-en worden omhelsd...

Ja, alle doodspuwende middelen en verderfbrengende instrumenten (letterlijk en ook geestelijk), waarmede wij heden ten dage reeds kennis (mogen) maken, zijn wis en zeker door satan zelf geïnspireerd; hoe listig en sluw gecamoufleerd vorm en gedaante ook mogen zijn. Voor Gods kinderen geldt: "zijn gedachten (die des satans) zijn ons niet onbekend" (II Kor.2:11).Dit is nog niet alles. "Uit de rook kwamen sprinkhanen  op de aarde, en hun werd macht gegeven, gelijk de schorpioenen der aarde macht hebben" (v.3). Het gras der aarde, noch enig groen, noch enige boom, wordt beschagd; maar juist de mensen, "die het zegel Gods niet aan voorhoofden hebben" (v.4) worden gekweld en tot het uiterste gepijnigd.


  Vers 5,
"En
 hun  werd macht gegeven, NIET dat zij hen zouden doden,  maar dat zij van hen gepijnigd zouden worden vijf maanden; en hunne pijniging was als de pijniging van een schorpioen wanneer hij een mens gestoken heeft".

Staan wij hier toch een ogenblik stil en letten wij op sommige dingen, welke in deze profetie voorko
men. Deze "losgelaten sprinkhanen" pijnigen, als schorpioenen doen, en dat 5 maánden lang. Het is opmerkelijk, dat deze zelfde profetische tijdsperiode gevonden werd in de dagen van Noach, toen de zondvloed over de wereld kwam als het oordeel  Gods (Gen.7:24)God waakt over de Zijnen en bewaart hen. Wanneer dit alles gebeurt, zullen de mensen dood zoeken en  niet Vinden; met andere woorden: zij zullen intens verlangen te sterven, maar kunnen niet (v.6). Wat een ellendige omstandigheden! Hoe angstaanjagend zijn de geschilderde condities  in de slottijd van de tegenwoordige bedeling!

Sprinkhanen
Sprinkhanen hebben geen koning (Spr.30:27), maar deze hier hebben er wel een. Zijn naam vinden wij in vers 11. Hij wordt genoemd: "de
engel des afgronds", terwijl zijn Hebreeuwse naam ABADDON is en zijn Grieksche naam' APOLLYON. De betekenis van beide is: VERNIELER, en zó wordt zijn ware aard en karakter geopenbaard. Satan vindt zijn rust alleen in het vernietigen van mensenlevens! Maar hoe groot ook zijn macht niemand vermag een hand te slaan aan degenen, die van God en van Christus zijn. Dit overtuigt ons van het onwederlegbare feit, dat de Here God voortdurend de teugels in handen heeft en houdt. Hij gebruikt de duivel en satanas tot afstraffing en kastijding van hen, die zulks in Zijn ogen verdienen.

Wij leren dit ook uit de geschiedenis van Job.
God gebruikt de duivel ook om de goddelozen te kwellen, gelijk wij hier en elders zien - in beide gevallen kan satan niet verder gaan dan God toelaat. Hier mag hij zijn pijniging niet langer dan vijf maanden voortzetten. Gode zij dank voor Zijn uitnemende genade, dat wij niet onder de macht des satans zijn, al is het soms in Gods ogen nodig,om hem als instrument te gebruiken m on
s te tuchtigen.
Wij bevinden ons dan toch onder de trouwe hoede de van een liefhebbende Vader, die"alle dingen doet medewerken ten goede..." (Rom.8:28). En wat de heerschappij der wereld betreft: de teugels van het bewind blijven in des Vaders Hand, en eenmaal op Gods gezette tijd komt alles onder het bestuur van de Alzegenaar, onze Heiland en Verlosser, Gods eniggeboren Zoon, en wordt de duivel voor goed alle macht en heerschappij ontnomen!

Het moet in die dagen van het zesde vers onhoudbaar angstig en ellendig zijn, want de mensen, die zo graag leven en alle mogelijke moeite doen en zich alle inspanningen getroosten om de dood te ontvluchten, zullen dan veel liever willen sterven, dan om nóg langer deze hartverscheurende angst en wroeging van het geweten en van de kwalen van een gefolterde ziel te doorstaan. Het zijn even zovele gevolgen van het Goddelijk gericht, uitgevoerd door de duivel zelf! Als een "krijgsheir" worden deze sprinkhanen voorgesteld:
 

  Vers 7, 
" En de gedaanten der sprinkhanen waren paarden gelijk, die tot de oorlog bereid zijn; en op hunne hoofden waren als kronen, het goud gelijk, en hun aangezichten als die der mensen".

Zij dragen "de schijn van koninklijke gerechtigheid" en hebben "verstand en inzicht", terwijl hardheid en omgevoeligheid in optima forma hun eigenschappen zijn (v.8). Lezen wij vers 9 en 10,  zo worden wij overtuigd van hun snelheid en vermetelheid en sluwheid, waarmede zij optreden, om alles en allen te overweldigen door demonische beginselen en leringen. Jesaja heeft geprofeteerd: "De profeet, die valsheid leert, die is de staart" (9:14).


  Vers 8,
"En zij hadden haar als haar der vrouwen, en hun tanden waren als tanden der leeuwen".


  Vers 9-10, 
"En zij hadden borstwapenen als ijzeren borstwapenen; en het "gedruis hunner vleugelen was als een gedruis der wagens, wanneer vele paarden naar de strijd lopen. En zij hadden staarten der schorpioenen gelijk, en er waren angels in hun staarten; en hun macht was de mensen te beschadigen vijf maanden".

Een verschrikkelijke, gruwelijke, alle boosheid, kwaadheid en nog méérverbreidende macht wordt ons derhalve hier voorgesteld, die dan bovendien staat onder de persoonlijke leiding van die "engel des afgronds", genoemd in vers 11. Waarlijk, de geweldige Hand Gods doet het met een ten Hemel schreinende schuld beladen geweten der goddelozen steeds meer de scherpte Zijner oordelen ondervinden; doch hoe benauwd en beangst de mensen in die dag ook zijn zullen, toch is het nog geenszins het eindgericht.
Integendeel, er komen nog verschrikkelijker dingen. Gods toorn is nu eenmaal ontbrand, en die zal dan ook in zijn volle mate over de dan "godvergeten wereld" worden uitgestort... "Het ene wee is weggegaan, ziet, er komen nog twee weeën na deze" (v.12)..
Zelfs in deze tijd maken wij het al mee,  dat er velen zijn, die willen sterven om de verantwoordelijkheden van het leven op deze manier te "ontvlieden". Dat wij dit weten: Daar is gegn vrede in de dood van de goddeloze! God heeft daarin geen welbehagen!

Nog even een herhaling

. "Gedaanten als paarden gelijk, bereid tot de oorlog'.'.. ook  "mensen" kunnen zo door de demonen bezeten zijn, dat zij zich tot alles lenen!

. "Aangezichten als van mensen':.."super-intellect" hebbende!.

. "Haar, als die van vrouwen:
 hun "glorie en demonische heerlijkheid".
In het  westen is het iets ongehoords, maar in de oosterse wereld, waar meer geleefd wordt in de geestelijke dan in de materiële wereld, weet men uit ervaring, dat demonen zich kunnen manifesteren (vertonen) als "schone, verlokkende vrouwen, wier tooi ook het lange haar is... Men kent daar de welbekende naam: "pontianak", wat "verleidster" betekent.

. "Tanden als der leeuwen tanden:. sprekend van de verscheurende wreedheid en kracht van de koning der dieren: de leeuw.

. "Borstwapenen als ijzeren borstwapenen:'.. "hard als ijzer" is een gangbaar gezegde, met de betekenis: "niet te verslaan!"

. "Het gedruis hunner vleugels, als het gedruis van wagens;.. alle beweging, alle actie, is er op gericht om alles en allen omver te werpen.

. "Staarten als van schorpioenen;'.. "helle-gif!"


Het teken van Jona

In onze hedendaagse "verwordende en naar de helleduisternis afglijdende wereld" is de vraag actueel: zal Jezus Christus spoedig wederkomen?" Maar niet minder: "Is de antichrist komende?" Deze vragen en de antwoorden erop zijn hoogst belangrijk in het licht van het profetisch Woord des Heren: "Ik ben gekomen in de Naam Mijns Vaders, en gij neemt Mij niet aan; zo een ander komt in zijn eigen naam, dien zult gij aannemen" (Joh.5:43).
Toen een ongelovig geslacht Hem om "een teken" vroeg, werd hen aangezegd, dat het overspelig geslacht geen ander teken zou worden gegeven, dan "het teken van Jona". En wij weten, door het geloof, dat dit teken geen ander is dan "de dood en de opstanding van Jezus Christus (Matth. 16:4; 12:39; Luk.2:29-30).

Het geslacht toentertijd van Jezus en dat van nu verschilt in dit opzicht niet. Gelijk zij Hem toen verwierpen, zo doen zij het heden nog; en straks zal inderdaad die ene komen, die in zijn eigen naam zichzelf zal presenteren en zich zal doen gelden, en deze zal worden aangenomen.
Deze is de komende antichrist. In onze dagen beleven wij al "satanische manifestaties" (Father Divine in New York; Duivelse verschijningen in het paleis: "Peace Mission", Pinebrook, New Yersey, U.S.A.; Prins Abdul Beha, Hallenbeck's antichrist, met zijn vertoningen als beschreven in Openb.13:13; de "Tibetaanse Tovenaar" Yama, die zichzelf noemt: "Koning van de Hel" en zich omringt met zijn talloze priesters).


Al deze en andere antichristelijke stromingen zijn de "voorlopers" van "de mens der zonde en de zoon des verderfs" (II Thess.2:3). Zo zeker als deze zal komen, zo gewis en zeker is het, dat Jezus Christus zal wederkeren, om straks een einde te maken aan zijn antichristelijke heerschappij op aarde (II Thess.2:7-10; Jud. 14;15. Het feit, dat de Here God de Zijnen weet te bewaren, is voor ons het bewijs, dat de gebeurtenissen, beschreven in de verzen 4 en volgende, zullen worden afgewikkeld voor de geprofeteerde Grote Verdrukking. Even voor het begin van deze Verdrukking leidt God de Bruid van het Lam uit (Matth.25; Openb.12).


Home - Sitemap