DE ZEVEN PLAGEN
Schriftgedeelte:
Openbaring 16:1-21
Indeling
I. De eerste plaag (1,2)
2.De tweede plaag (3)
3.De derde plaag (4-7)
4.De vierde plaag (8,9)
5.De vijfde plaag (1O,11)
6.De zesde plaag (12-16)
7.De zevende plaag (17-21).
Het hoofdstuk in het kort
De overeenkomsten tussen de 7 laatste plagen en de 1O plagen ten tijde
van de uittocht van het volk Israel uit Egypte , zijn zo duidelijk dat niemand
ze over het hoofd kan zien. Het meest belangrijke punt hebben wij reeds in
vorige hoofdstukken behandeld. Dat punt is dat de plagen van Egypte het einde
markeerden van de mogelijkheid voor Egypte om met God samen te werken. Het was
toen of nooit meer.
En na de 10e plaag zou er geen nieuwe gelegenheid komen. Voor het volk van God
betekenden de plagen het einde van eeuwen van werk en slavernij en het begin van
een nieuw tijdperk van vrijheid in het beloofde land. En evenzo markeren de
plagen aan het einde van ons tijdperk een overgang. Wanneer de plagen over de
wereld gekomen zijn, dan betreden de getrouwe kinderen van God het "beloofde
land" voor een eeuwigheid van vrede en liefde. Het is ook interessant om in
beide gevallen naar de aard van de plagen te kijken.
1e plaag:
Zweren. Egypte kreeg een plaag van puisten.(Ex.9:9)
2e en 3e plaag:
Zeeën en bronnen worden tot bloed. In Egypte werd het water van
de Nijl bloed.( Ex.7:19)
4e plaag:
De zon verzengt alles. In Egypte kwam lichamelijke narigheid d.m.v.
kikvorsen, vliegen, luizenen sprinkhanen ( Ex 8)
5e plaag:
Duisternis. Egypte kende deze plaag ook. ( Ex 10:21
6e plaag:
De strijd van Armageddon brengt de twee kampen tegen over elkaar. In
Egypte bestond het ene kamp uit hen die hun deurposten voorzien hadden met het
bloed van het Lam (Ex 12) Het andere kamp bestond uit hen die dat niet hadden
gedaan.
7e plaag:
Donder en hagel. Beide plagen sloegen ook Egypte. (Ex.9:18).
Zoals wij
dat al verschillende keren eerder bij het cijfer 7 hebben gezien, verdelen de 7
plagen zich ook in de cijfers 4 en 3. In het geval van de plagen schijnt het zo
te zijn, dat de eerste 4 plagen op bepaalde gedeelten van de wereld vallen,
terwijl de laatste 3 universeel zijn. Wanneer bijvoorbeeld de gehele
wereldvoorraad water bloed zou worden dan zou het leven, nog voor de wederkomst
van Jezus , ophouden te bestaan.
Er is weinig toelichting nodig op de eerste 4 plagen. Zij volgen de lijn van
zweren, bloed en zonnehitte. De 5e plaag markeert de overgang wanneer het
wereldwijde koninkrijk van de duisternis steeds meer ingesloten wordt door zijn
eigen verwerping van God.
De val van Babylon
De 6e plaag is de spectaculairste van allen. Het spruit voort uit een
oudtestamentische ervaring. De twee koningen Cyrus en Darius, kwamen uit het
oosten Babylonie aanvallen. Zij ontwierpen een aanvalsplan dat nog steeds tot de
verbeelding van de militaire strategen spreekt!
Onder de dekking van de nacht- een nacht waarin Babylonie feest vierde- leidden
zij de rivier de Eufraat om de stad heen naar een nabij gelegen vlakte. De
soldaten trokken door de drooggevallen rivierbedding de stad in en namen haar
in. In die nacht viel Babylon en een nieuw wereldrijk kwam op. Evenzo zal,
wanneer de ruggensteun van het geestelijk Babylon is weggenomen, geestelijk
Babylon vallen en de koning van het oosten, de Here Jezus Christus, komen en
zijn eeuwig koninkrijk oprichten.
De 7e plaag van aardbeving en hagel kondigt Christus' wederkomst aan.
Commentaar
De woorden van troost van de psalmist.
"Wie in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten,
vernacht in de schaduw des Almachtigen.
Ik zeg tot de HERE:
Mijn toevlucht en mijn vesting, mijn God , op wie ik vertrouw.
Want Hij is het, die u redt van de strik des vogelvangers,
en de verderfelijke pest.
Met zijn vlerken beschermt Hij u,
en onder zijn vleugelen vindt gij een toevlucht;
zijn trouw is schild en pantser.
Gij hebt niet te vrezen voor de verschrikking van de nacht,
voor de pijl die des daags vliegt; voor de pest,
in het duister rondvaart, voor het verderf,
dat op de middag vernielt.
Al vallen er duizend aan uw zijde,
en tienduizend aan uw rechterhand,
tot u zal het niet genaken;
slechts zult gij het met uw ogen aanschouwen ,
en de vergelding aan de goddelozen zien.
Want Gij, o HERE, zijt mijn toevlucht.
De Allerhoogste hebt gij tot uw schutse gesteld;
geen onheil zal u treffen,
en geen plaag zal uw tent naderen.
(Psalm 91:1-10).
Vragen om op te reageren
1. Ziet u de 7 laatste plagen als een uiting van Gods toorn t.o.v.
degenen die Hem niet willen dienen?
2. Zou het eerlijk van God zijn mensen een keuze te bieden en hen dan te verbranden wanneer zij weigeren Hem te dienen?
3. Wat zou de gelovige bezig houden wanneer de 7 plagen over
de wereld komen?
4. Denkt u dat de Heilige Geest de gelovigen gedurende deze tijd van
moeilijkheden zal bijstaan? 0f zal de Heilige Geest net zo goed van hen
teruggetrokken zijn als van de wereld?