God's bruiloftsmaal
Schriftgedeelte:
Openbaring:19:1-21
Indeling
1 Het bruiloftsmaal in de hemel (1-10)
2. Jezus overwint de tegenstanders (11-16)
3. De andere maaltijd op de aarde (17-21)
Het hoofdstuk in het kort
De hemelse gids van Johannes liet hem een lange reeks contrasterende beelden
zien. En deze beelden, die voortdurend heen en weer schieten tussen het
verheerlijkte en het angstaanjagende, heeft Johannes getrouw neergeschreven. Na
de verwoesting in Openbaring 18 komt de viering in hoofdstuk 19! Maar ook hier
nemen wij niet één, maar twee beelden waar Op aarde is er rampspoed, terwijl in de hemel ware gelukzaligheid heerst.
Beeldspraak van de bruiloft
Het hoofdstuk gebruikt de beeldspraak van een bruiloft.
Johannes beschrijft de feestelijkheden als de huwelijkssluiting tussen Jezus en
zijn volgelingen, die worden gesymboliseerd door het nieuwe Jeruzalem. De bruid
is gekleed in smetteloos wit, een symbool van de onbevlekte en volmaakte
gerechtigheid van de Heer. Het feest wordt gevierd met muziek en een
verrukkelijke maaltijd. Johannes kon alleen uitdrukkingen als 'vele wateren' en
'donderslagen' bedenken om enigszins de heerlijkheid van het gebeuren te
omschrijven.
Dan verandert het beeld
Jezus wordt aanschouwd terwijl Hij, vergezeld door zijn trouwe engelen, van de
hemel afdaalt. De zeven laatste plagen zijn uitgestort. Het verzamelen van de
volken naar hun Armageddon is voorbij. Nu moeten allen die hebben gekozen om
NIET tot Gods koninkrijk te behoren de gevolgen van hun keuze oogsten. Het
afschuwelijke alternatief van het hemelse bruiloftsmaal is het verzamelen van de
gieren die zich vol gaan proppen met de lijken van de goddelozen. (Natuurlijk
symbolisch bedoeld, niet letterlijk). Dit doet ons denken aan de woorden van
Jezus in Matt. 24:28.
Met oneindig verdriet kan Jezus niet anders dan dit tafereel te laten
geschieden. De verlorenen en hun leiders komen uiteindelijk terecht in een poel
van vuur die het gebeuren afsluit.
Commentaar
Het werk van bevelvoerder Jezus wordt in drie beeldspraken op een rijtje gezet.
1. Ten eerste wordt ons verteld dat Hij een zwaard heeft.
Een scherp zwaard komt uit zijn mond waarmee Hij alle opstandige volken zal
treffen. Wanneer wij als gelovigen aan de wederkomst van Christus denken, staan
we zelden stil bij de functie van dat zwaard. Maar het loon van de zonde is de
dood, evenzeer als de gave van God het eeuwige leven is.
2. Ten tweede wordt ons verteld, dat Hij hen zal hoeden met een ijzeren staf.
Zoals wij al eerder opmerkten, heeft de herdersstaf twee uiteinden en daarmee
ook twee doeleinden. Aan het ene einde bevond zich de krul, die precies rond de
hals van een weggelopen schaap paste, om hem daarmee weer op het juiste pad te
brengen. Maar aan het andere einde had de staf een ijzeren of bronzen
verdikking. Als er gevaar dreigde kon de herder de staf omdraaien en zich goed
verdedigen. Lange tijd heeft de Heer de vriendelijke krulkant van de herdersstaf
gebruikt. Nu, aan het einde van de wereldgeschiedenis, moet Hij de ijzeren
verdikking gebruiken.
3. De derde beeldspraak is de wijnpers der gramschap.
Jesaja geeft aan dat deze persbak voor de wijn een symbool is voor Gods toorn
die wordt uitgestort. Wij hebben dit ook gelezen in de laatste verzen van
hoofdstuk 14. Daar werden twee oogsten getoond (graan en druiven). De druiven
werden in de persbak gestort en getreden; en het sap kwam tot aan de tomen van
de paarden, 1.600 symbolische stadiën ver.
Vragen om op te reageren
1. Wat zegt u "het smetteloze kleed van Jezus gerechtigheid" te dragen?
2. Verliest een Christen die gerechtigheid als hij zondigt?
3. Spelen onze werken van gehoorzaamheid een rol bij Gods daad, waarbij Hij ons
verlost door de verdiensten van Jezus' dood aan het kruis van Calvarie